Gezinsblad 9 Van Bavel
Dienstbode in 19e eeuw
Maria Wilhelmina Huberta van Bavel (1860-1917), de zus van mijn overgrootvader, was dienstbode. Wat hield deze functie in? In een korte schets wordt hierover een inkijk gegeven.
Dienstbodes, nog een klein legertje na de eeuwwisseling, hadden geen gemakkelijk bestaan, maar voor velen was het wel de enige mogelijkheid om hun eigen milieu te ontstijgen. Bijna de helft van de huisvrouwen was tot aan de vooravond van de 20e eeuw werkzaam als dienstbode, was- of werk-vrouw bij de 'betere standen'. Bij stamboomonderzoeken, in genealogieën, kwartierstaten, zien we regelmatig dit beroep van dienstmeid of dienstbode staan. Meestal ontleend aan het trouwboek van betreffende gemeente.
Omstandigheden
De meesten komen over het algemeen uit arbeiderskringen of van de boerderij. Veel te vertellen hadden ze niet, maar dat waren ze van huis uit gewend. De dienstbodes maakten hele lange dagen en moesten flink bikkelen voor een klein loon. Zij hadden niets te vertellen en moesten onderdanig zijn. Je werd verondersteld precies te doen wat je opgedragen. Een grote mond of werkweigering werd bestraft met ontslag op staande voet en slechte referenties met als consequentie geen inkomen en ook geen werk bij een andere familie. Hoewel overal keihard moest worden gewerkt, maakte het wel verschil of er ‘gediend’ werd bij een rijke boer op het platteland of bij een rijke gegoede burgerfamilie in het dorp of de grote stad. Bij de boeren moesten de dienstmeisjes behalve schoonmaken, wassen, schrobben en koken ook koeien melken (met de hand) en tuinonderhoud. Bij de burgerfamilies werden alleen huishoudelijke werkzaamheden verricht, en moesten ook dikwijls de kinderen verzorgd worden.
Omstreeks 1900 zijn ze een alledaags verschijnsel, zowel in de stad als op het platteland. Ze werden in de huishoudens van de adel en de gegoede burgerij; ze zijn in dienst bij dokters, notarissen en onderwijzers. Ze maken zich onmisbaar op pastorieën en in de gezinnen van ambtenaren en officieren in alle delen van het land.
Bijna de helft van Nederlandse vrouwen is aan het einde van de negentiende eeuw werkzaam als dienstbode of wasvrouw bij de betere standen. Een dagmeisje, een dienstmeisje voor dag en nacht, was of werkvrouw in dienst hebben was in die tijd heel gebruikelijk bij de gegoede burgerij, adel en rijke boeren. Op basis van cijfers uit 1899 blijkt bijna 44% procent van de Nederlandse vrouwen werkzaam is als dienstbode, wasvrouw, kokkin of werkvrouw. De meisjes zijn doorgaans afkomstig uit eenvoudige en dikwijls grote (land)arbeidersgezinnen, en gaan al heel jong ‘in betrekking’, soms al op 12-jarige leeftijd. De veelal grote gezinnen wonen in kleine huisjes en moeten leven van een gering inkomen. Iedere extra gulden die ingebracht kon worden door de kinderen was dan meer dan welkom, en doorleren na de lagere school was er beslist niet bij. Veel van hen waren dus nog ongehuwd, maar er werkten ook gehuwde vrouwen buitenshuis om het inkomen van hun gezin te garanderen.
Werkzaamheden
’s Ochtends moest de kachel worden leeggehaald en opnieuw worden aangestoken. Vervolgens moesten de bedden worden afgehaald, de lakens en dekens uitgeklopt en de slaapkamers opnieuw op orde worden gemaakt: bedden weer opmaken, waskommen schoonmaken, lampetkannen bijvullen. Dan moest de woonkamer gestoft.
Op vaste dagen werden de meubels geboend en de tapijten geklopt. Op andere momenten moest vaak eindeloos veel koper en zilver worden gepoetst. En dat was er in overvloed. Zilveren bestek, schalen, dienbladen, siervoorwerpen. Koper was overal te vinden zoals de traproeden, pannen, puddingvormen, stoffer en blik en zelfs het naam-plaatje aan de voordeur. Er waren nog geen stofzuigers, noch swiffers, dus de vloeren moesten worden geveegd en op de knieën geboend. Dan was er nog het werk in de keuken.
Op maandagen was het tijd voor de grote was. Geheel met de hand met wasbord en mangel. Het strijken daarna ging met een ijzeren of koperen strijkbout met kooltjes om die te verwarmen. De ‘was doen’ duurde soms wel twee dagen. Het donkere goed kon direct na het wassen, gespoeld en op het rek of de lijn gehangen worden. Het strijken gebeurde pas als alles goed droog was en dat was natuurlijk afhankelijk van het weer, hoewel sommige huishoudens een droogzolder hadden. Soms kon er pas op donderdag gestreken worden. In de winter was het dikke goed, gemaakt van keper, nauwelijks droog te krijgen. Soms was het zelfs op zaterdag nog niet droog, maar het moest de volgende dag wel aangetrokken worden.
Verbetering
Hoewel het werk van de dienstbodes dus zwaar was, oordeelde veel tijdgenoten niet ongunstig over de werkomstandigheden van de dienstmeisjes. Wel vonden velen dat hun rechtspositie verbeterd moest worden, bijvoorbeeld door een arbeidscontract. Vooral de sociaal-democraten ageerden tegen de rechteloosheid en de wantoestanden. De strijdbare socialistische dichteres Henriëtte Roland Holst hekelde in 1901, op een spreekbeurt in Den Haag, het ‘afbeulen van de dienstboden’. Ze sprak over de ‘lastdieren’ van de familie die bevrijd moesten worden uit het dienstmeisjesproletariaat en vond dat er eisen moesten worden gesteld: meer vrije tijd, betere voeding en huisvesting, behoorlijke verwarming in de winter.
Gezinsblad 9
Maria Wilhelmina Huberta van Bavel
(*07-09-1860 +10-02-1917, 56 jaar oud)
gehuwd met Johannes Franken *28-08-1859 +28-01-1935 Goirle, 75 jaar oud
Aktes en inschrijving Maria Wilhelmina Huberta van Bavel
Johannes van Bavel is geboren op 2 februari 1829, in Breda, Noord-Brabant, Nederland.
Elisabeth Horsten is geboren op 7 maart 1825, in Tilburg, Noord-Brabant, Nederland.
3. Henricus, Johannes Maria (18-05-1896),
4. Antonius Joannes Franken *05-04-1898 +30-07-1992, 94 jaar oud. Getrouwd met Cornelia Henrica Augusta Bierings *05-04-1898 +30-07-1992
Overlijdensakte Maria Wilhelmina Huberta Franken van Bavel
10-02-1917 56 jaar oud
Huwelijksakte 03-08-1892
Begraafplaats Heike Nicolaas Antonius Josephus Franken *10-03-1895 +05-10-1974 79 jaar
Jacobs Henrica A.A. (Tonny) Jacobs *09-07-1897 +01-11-1977 80 jaar
Generatie 8 gezinsblad
Johannes van Bavel 1829
- Geboren op 2 februari 1829 - Breda, NB, NLD
- Overleden op 10 maart 1908 - Breda, NB, NLD, leeftijd bij overlijden: 79 jaar oud
- Dagloner in 1851
Ouders
- Arnoldus van Bavel 1782-1848
- Helena Johanna Nijssen 1787-1874
Relaties en kinderen
- Gehuwd op 21 augustus 1851, Tilburg, NB, NLD, met Elisabeth Horsten 1825-1886 (Ouders: Wilhelmus Horsten 1796-1873 & Wilhelmina van den Berg 1799-1850, gescheiden op 26 februari 1886.
- Kinderen:
1. Arnoldus Hubertus, onecht kind en erkend, fabriekswerker, *Tilburg 9-10-1850 +Tilburg 10-6-1928, x Tilburg 13-5-1874 Mechtilda Hamers (*Tilburg 23-11-1846 +Tilburg 30-11-1923), 11 kinderen.
2. Leonardus, fabriekswerker, *Tilburg 20-8-1852 +Tilburg 20-2-1937, x Tilburg 19-8-1875 Maria Elisabeth van Bladel (*Tilburg 29-5-1852 +1920, dochter van Johannes Cornelis van Bladel en Mechelina Goossens), 11 kinderen.
3. Wilhelmus Hubertus, *Tilburg 7-1-1855 +Tilburg 1-12-1855.
4. Wilhelmus Johannes, *Tilburg 28-11-1856 +Tilburg 2-4-1857.
5. Johannes, fabriekswerker, wollenstoffenwever, *Tilburg 11-6-1858, +Tilburg 14-8-1936, x Tilburg 4-4-1883 Adriana Vermeer (*Tilburg 14-3-1860 +Tilburg 25-1-1929, dochter van Johannes Francis Vermeer en Anna Catharina van Berkel), 12 kinderen.
6. Maria Wilhelmina Huberta, dienstbode, *Tilburg 7-9-1860 +Tilburg 10-2-1917, x Tilburg 3-8-1892 Johannes Franken (fabriekswerker, *Tilburg 28-8-1859 +1935, zoon van Nicolaas Franken en Antonia van den Berk).
7. Martina Jacoba, mutsenwaster, *Tilburg 19-7-1863 + 1948, x Tilburg 3-7-1889 Johannes Henricus van Heijst (smid, *Tilburg 27-1-1862 +1939, zoon van Jan Francis van Heijst en Maria Theresia van Laarhoven), 9 kinderen.
8. Johanna Catharina, naaister, *Tilburg 13-8-1864 + 1899 en gehuwd op 12-02-1890 met Adrianus Versantvoort *1862 +1920.
Broers en zusters
- Joanna Maria Adriana van Bavel 1816-1900
- Catharina Cornelia van Bavel 1819-1898
- Petronella Catharina van Bavel 1822-1913
- Josina Petronella van Bavel 1824-1892
- Jacoba Adriana van Bavel 1825-1908
- Pieter van Bavel 1834-1834
Tijdlijn
2 februari 1829: Geboorte - Breda, NB, NLD
Getuigen: Arnoldus van Bavel, mr. kleermaker, 46, aangever; Hendrikus Johannes Ramack, 35 en Nicolaas Buchner, schoenmaker, 32.
29 juli 1851: General - Tilburg, NB, NLD
Nationale Militie Johannes van Bavel, 5e Reglement Infanterie
9 augustus 1851: Ondertrouw (met Elisabeth Horsten) - Tilburg, NB, NLD
21 augustus 1851: Huwelijk (met Elisabeth Horsten) - Tilburg, NB, NLD
Getuigen: Laurens Verhoof, spinder, 28 zwager; Hendrik Leep, schoenmaker, 28, zwager; Johannes Brekelmans en Johannes Donders
26 februari 1886: Echtscheiding (met Elisabeth Horsten) - Tilburg, NB, NLD
Oorzaak: door overlijden
10 maart 1908: Overlijden - Breda, NB, NLD
Getuigen: Hendrikus Johannes Spros, 78 en Hendrik Hermanus Bos, 58
Notities
Aantekeningen
Geboorte: - aangifte 3 feb 1829, akte 56
Geboorte: om 18:30 uur
Overlijden: - aangifte 11 jan 1908, akte 149
Overlijden: om 11:00 uur
Aantekeningen
Johannes was gelegerd in Tilburg en heeft daardoor Elisabeth leren kennen.
Huwelijksafkondiging: Huwelijksbijlagen 1847-2217e.v.
Huwelijksafkondiging: 93
Huwelijk: (Elisabeth Horsten werd door een overlijdensextract als een bewijs van haar geboorte aangegeven. [Tilburg Huwelijksbijlagen 1847-2220])
[Gescheiden op 1886-02-26]
Huwelijk: akte 101
[Gescheiden te 17226]
Maak jouw eigen website met JouwWeb