’s Ochtends moest de kachel worden leeggehaald en opnieuw worden aangestoken. Vervolgens moesten de bedden worden afgehaald, de lakens en dekens uitgeklopt en de slaapkamers opnieuw op orde worden gemaakt: bedden weer opmaken, waskommen schoonmaken, lampetkannen bijvullen. Dan moest de woonkamer gestoft.

Op vaste dagen werden de meubels geboend en de tapijten geklopt. Op andere momenten moest vaak eindeloos veel koper en zilver worden gepoetst. En dat was er in overvloed. Zilveren bestek, schalen, dienbladen, siervoorwerpen. Koper was overal te vinden zoals de traproeden, pannen, puddingvormen, stoffer en blik en zelfs het naam-plaatje aan de voordeur. Er waren nog geen stofzuigers, noch swiffers, dus de vloeren moesten worden geveegd en op de knieën geboend. Dan was er nog het werk in de keuken.