Verhalen liggen op straat

 

Kortgeleden, in 2022, ben ik in een appartement gaan wonen, een penthouse. We zijn er content mee. Op 140 meter hoogte hebben we een prachtig uitzicht. Ons genot werd gisteren verstoord doordat we een dagvaarding ontvingen. De brief was gericht aan onze vorige bewoonster. Ik heb de gerechtsdeurwaarder direct als volgt geantwoord.

'Ik lees uw dagvaarding en lees dat het om nog geen 10 euro gaat. Ik vraag me dan af of er geen ondergrens geldt. Maar ik begrijp het: u handelt in opdracht. Van Ennatuurlijk, noem dat maar natuurlijk. Ik zie verder dat het document gericht is aan A.Kints. Een geluk dat u de naam goed heeft gespeld. Of niet, en had u de dagvaarding opzij geschoven omdat u dacht te lezen: Ah kinds!

Om maar meteen met de deur in huis te vallen, iets wat een deurwaarder aanspreekt, mevrouw A. Kints begeeft zich aan gene zijde. Op aarde is ze voor het laatst nog gesignaleerd in een hemd zonder zakken.

Ik heb me afgevraagd of ik wat kan doen om deze dagvaarding teniet te doen. Mogelijk heb ik iets wat in aanmerking komt voor een vergoeding. Er was in de hal van mijn appartement een kast waarvan de sleutel ontbrak. Met hulp van de technische dienst is de kast opengebroken en daar lag ontzettend veel toiletpapier. In de tijd van corona een kostbaar goed. As u aangeeft hoeveel rollen voldoende is om de dagvaarding teniet te doen, dan zie ik graag van u een opgaaf tegemoet.

Stelt u zich de vraag of mevrouw bij leven in het bezit moet zijn geweest van vastgoed. Dat klopt en ik kan u bevestigend antwoorden. Notaris B. uit Bergen op Zoom heeft tegen een woekerprijs het pand verkocht. Deze notaris is met de inboedel en al het geld ervan doorgegaan. Dit om naast hemzelf ook 'Goede doelen' verder te verrijken. Mocht u dit schamele tientje met incassokosten willen innen, dan zou ik deze notaris een poot uitdraaien. Tenslotte draait u daar uw hand niet voor om.'

Het graf van Mart en Ans



Dachten we voldoende privacy te hebben op 140 meter hoogte. Op onderstaande foto een slechtvalk. In de krant van dinsdag 2 juli 2024 heb ik dit tafereel laten plaatsen.


Wij zijn weer in Tilburg, na 26 jaar in Goirle te hebben gewoond. We wandelen dagelijks zo'n 4 à 5 keer met onze hondjes. Per wandeling lopen we minimaal 5 km. Een enkele keer lopen we zelfs bijna 10 km. Hierbij worden alle straten afgestruind met name in het centrum van Tilburg. We zijn nog steeds trots op Tilburg, net als toen we hier zijn opgegroeid. We nemen nu veel meer de tijd om de prachtige oude gebouwen nauwkeurig te bekijken. Tilburg beschikt nog volop over prachtige gebouwen.

In het centrum voor de Heikese kerk troffen we in het begin van de avond, op donderdag wanneer het koopavond is, een pastoor aan. Hij stond voor de kerk met een doos waxinelichtjes in zijn handen. We hebben ons jaren geleden laten uitschrijven. We voelen ons nauwelijks nog betrokken bij dit achterlijk instituut. Bij het passeren spreekt hij ons aan en vraagt of we een waxinelichtje willen aansteken. Ik vermoedde in de kerk, maar dat antwoord heb ik niet afgewacht. Ik zeg tegen deze brave borst: 'Mag ik van u twee stuks?' Zoveel devotie had hij niet verwacht en prompt kreeg ik twee waxinelichtjes in mijn handen gedrukt. Ik bedankte hem zeer vriendelijk. Ik gaf naar hem aan dat, bij gebrek thuis aan enig waxinelichtje, het feestje vanavond nu zeker zal slagen! Ik heb nog nooit zo'n verbouwereerd gezicht gezien.


Vanaf de jaren vijftig van de vorige eeuw hadden we op de hoek van ons hofje een kruidenierswinkel. Verderop een koude bakker. De kruidenierswinkel werd gedreven door Harrie en Seef (van Sefa) van Santvoort. Met veel respect kijk ik nu terug op deze mensen die marketing, het thuisbezorgen en afbetaling op krediet al in hun bedrijfsstrategie hadden opgenomen. Hun marketingstrategie was om bij het opstarten van hun zaak iedereen in de buurt langs te gaan met het verzoek om klant te worden. Betalen op krediet hield in dat de klant een boekje kreeg waarin de aankopen werden genoteerd en aan het eind van de week werd er afgerekend. Ik ben daar een keer te ver ingegaan, mijn moeder schreef de boodschappen erin en ik dacht slim te zijn om maar meteen de prijzen daarachter te zetten. Dit viel Seef op aan de hand van mijn kinderhandschrift en gaf me een reprimande want dat was niet de bedoeling. Stond de prijs genoteerd dan betekende dit voor haar dat de aankoop en ontvangst was voltooid tot de definitieve afrekening, wat verder inhield dat er een krabbel door het blad heen ging.

De koude bakker was bakker Martens, hij stond met zijn vrouw op een zondag na de hoogmis huilend mijn ouders te woord. Het maakte indruk op mij en niet veel later overleed hij, te jong. Ik vermoed nu dat het een met het ander te maken had. Ze hadden een zoontje met een zwaar geestelijke handicap. We spraken in die tijd van een 'ongelukkig kindje'. We hebben ooit op een middag met een stel snotneuzen die jongen uitstaan lachen waarop zijn zus ons bestraffend toesprak. Deze jongen heette Henk en bij ons werd het al snel gekke henkie. Later werd het een algemeen gezegde 'Ik ben gekke henkie niet'. Lang was ik in de veronderstelling dat dit gezegde was ontstaan vanuit ons hofje. Vaak zat Henkie op zijn schommel buiten in de achtertuin.

Harrie maakte 's zomers in het vrieskastje van zijn koelkast ijslolly's, gemaakt van ranja met daarin een houten kaasprikkertje. Twee stuks voor 5 cent! Snoep verkocht hij ook, en hij had op een dag uit zijn grote snoeppot aan een kind voor een kwartje snoep verkocht. Daarna kwam er weer een jong gastje binnen en Harrie was in de veronderstelling dat ook hij snoep wilde. Hij sprak de knaap als volgt aan: 'Ook voor een kwartje snoep kopen?' De jongen gaf resoluut aan dat hiervan geen sprake was. Harrie ging zijn trapje op en zette met moeite de grote snoeppot weer terug op de bovenste plank. Daarna met een diepe zucht stapte hij voorzichtig van het trapje af en vroeg wat de jongen wenste. 'Ik wil voor een duppie (een dubbeltje in het guldentijdperk) snoep'.

Advertentie 28-01-1956

Advertentie d.d. 18-01-1958


Institutioneel racisme bij de Belastingdienst, toeslagenaffaire, VOC-tijd door een politieke partij op een manier verheerlijkt waarin de donkere medemens opnieuw tot ondergeschikt wordt verklaard. Acties omdat Zwarte Piet in het straatbeeld moet blijven. Verschrikkelijk, wat een tijd waarin ik nu leef. Ik dacht dat in 2022 de mensen ondertussen gelijk zouden zijn aan elkaar. Geen verschil meer in kleur, geslacht, geaardheid, rang of stand, helaas. Vroeger riepen we weleens gekscherend dat de Russen eraan komen. En verrek, ze komen er echt aan.

De afgelopen decennia zijn de laagstbetaalden in Nederland door de huidige politiek (Minister-president Rutte alweer meer dan 10 jaar aan de macht) financieel verder afgeknepen. Klaarblijkelijk is het nog steeds een spel tussen de sterken en de zwakken. Waar Amerika vroeger om bekend stond, is nu volledig geïntroduceerd in Nederland. Een oom van mijn vrouw, wonende in Amerika, kwam regelmatig naar Nederland, in de jaren zeventig, voor een bezoek aan de tandarts. Dit was namelijk voor hem in Amerika niet te betalen! Situatie die nu ook in Nederland voordoet. Voedselbanken voor lage inkomens en zelfs nu ook voor middeninkomens. Kan het nog erger? Ik liep op een avond met mijn vrouw en onze twee hondjes in de Spoorzone te wandelen. Een donkere man, vriendelijk uiterlijk, kwam op ons af. Hij had een fiets aan de hand waarvan ik dacht dat deze goed was voor de schroot en over zijn fiets had hij een deken gedrapeerd. Ik ging ervan uit dat hij hieronder de nacht in de buitenlucht zou doorbrengen. Hij vroeg in het Nederlands: 'Hebt u één euro voor mij?.................. 5 euro mag ook'. Sta je toch even raar te kijken. Laatst vlak bij het Wilhelminapark werd het nog gekker.  Een man met Arabische uitstraling stapte op ons af met de vraag of we 10 of 20 euro hadden. Voordat ik iets kon zeggen gaf mijn vrouw als antwoord een stevige 'Nee'. Ik stond klaar met een smoes dat ik niet over contant geld beschikte. Mijn vrouw was me gelukkig voor. Ze antwoordde naar mij toe: 'Had je dan niet gezien dat hij voor een geldautomaat stond?'


Ik maak dagelijks een wandeling met mijn twee honden, Nick en Simon, door Tilburg. De zangkwaliteit van onze Nick en Simon is te verwaarlozen, maar als je Simon per ongeluk knijpt of iets te hard beet pakt, dan is een sopraanstem direct herkenbaar. Ik wandel in het eerste rondje door de Hart van Brabantlaan, Noordhoekring, Bredaseweg en tenslotte Ringbaan West. En vervolgens ga ik onze woontoren in, en pak mijn eerste koffie. In deze wandeling zie ik zoveel woontorens, ook in aanbouw, als mijn ouders op aarde zouden terugkeren, ze zouden direct de weg kwijt zijn en hun woonplaats als onherkenbaar beschouwen. Telkens als mijn dochter een bezoek aan ons aflegt, dan spreekt onze schoonzoon richting zijn zoon van 'op bezoek bij opa en oma tower'.

Bij een huis op de Bredaseweg moet ik even stilstaan. Ze hebben altijd op het zijraam een papier geplakt met een prachtige spreuk daarop. Om de zoveel tijd wordt het papier gewisseld met een nog mooiere spreuk. Deze week lees ik de spreuk: 'Geluk is iets wat je vindt, en niet wat je zoekt'. Een tegeltjeswijsheid, mooi! Maar wat zie ik plots achter het raam? Een man staat te bekvechten met zijn, naar ik aanneem, vrouw of vriendin. Wauw, ze gooit uit het niets iets naar hem. Ik meen door het raam alle scheldwoorden van de wereld te horen. In het algemeen loop ik bij gebeurtenissen zoals deze snel door, om zeker niet betrokken te worden. Nu kan ik het in combinatie met deze spreuk niet accepteren, en ik klop tegen het glas van het raam. Ik schreeuw hard: 'Ik denk dat jullie het geluk niet hebben gevonden, ik zou toch maar beter zoeken'. 

Eenzelfde aforisme: 'Geluk kan je bezitten zolang je het niet ziet'.

Ik ga ervan uit dat ze het ondertussen hebben bijgelegd. Ik zie namelijk een nieuwe spreuk voor het raam: 'Ben vriendelijk waar mogelijk. Dat is mogelijk!'

We zijn nu enkele maanden verder en ik vermoed dat alles is bijgelegd en dat er weer sprake is van echte liefde. De bestaande spreuk is namelijk vervangen door een nieuwe: 'Een bloem heeft zon nodig om te groeien, een mens heeft liefde nodig om mens te kunnen zijn'. Nog wat later lees ik een spreuk waarvan ik denk dat het nog ontbeert aan enig lichamelijk contact of er wordt hard aan gewerkt: 'Iets kleins kan groter worden, wanneer je het met liefde doet'.


De jaren zeventig van de vorige eeuw heb ik op de Rooi Pannen gezeten: de Lagere en Middelbare Detailhandelsschool. In mijn klas zat Kees van Berkel, een grappenmaker eerste klas. Hij woonde samen met zijn vriend en klasgenoot, Frank de Jong, in de wijk Besterd. Frank deed altijd tijdens de gym zijn zwembroek aan, onder zijn sportbroek, zodat tijdens de gym zijn 'zakie' bij elkaar bleef. Zo gauw Kees, die altijd naast Frank in de kleedruimte plaatsnam, de billetjes van Frank zag, moest hij hier grapjes over maken. Frank was wel de enige die in zijn blootje ging staan, de andere klasgenoten durfden niet, ikzelf incluis. 

We kregen docent van Kempen voor het vak esthetica, en tijdens een les opperde Kees tegen betaling van 25 gulden spiernaakt te willen poseren. En welteverstaan in de klas zodat we hem aldaar konden tekenen. Hier ging deze docent niet in mee, terwijl we hem altijd als een van ons beschouwden: zwarte corduroy broek en jack en altijd in voor het draaien van een sjekkie.

Toen ik in 1975 slaagde voor mijn MDS-diploma kwamen in de late avond enkele klasgenoten op mijn slagingsfeest, waaronder Kees. Kees had van een balkon ergens in een straat een verlepte geranium gejat en deze kreeg ik als cadeau overhandigd. Mijn moeder kon er wel om lachen. En lachen kun je nog steeds met Kees. Ik zag hem laatst op televisie en hij vertelde na zijn schooltijd te zijn begonnen bij platenzaak Frans de Kok in Tilburg. Daarna werd hij manager van diverse bekende bands, maar ging uiteindelijk als postbode met pensioen. 

Hij is op dit moment, 2022, 68 jaar oud. Zijn levensmotto is 'minder stenen doet meer leven.' Een verwijzing naar zijn kleinste huisje van Tilburg. Kees wordt ook wel 'd'n bril' genoemd vanwege zijn grote hoeveelheid brillen. Hij woont nu in Tilburg in een bakhuisje van 35 m². Het betreft een rijksmonument en is een bijgebouw van een oude boerderij aan de Oud Lovensestraat tegen Berkel-Enschot aan. 

In een interview met Omroep Brabant werd hem gevraagd naar een eventuele partner. Hij zei het volgende tegen de verslaggever: 'Mijn vrouw is met mijn beste vriend ervandoor gegaan, ik mis hem nog steeds.'


Het is woensdag 20 juli 2022, en de heetste dag gisteren met bijna 40 graden is weer achter ons. Bij mijn zus wordt vandaag in het ziekenhuis haar nier verwijderd. Mijn broer, die nu bijna zeventien jaren dood is, zou vandaag 69 jaar geworden zijn.

Ik maak mijn dagelijkse wandeling met de hondjes. In Hart van Brabantlaan loop ik tegen een mevrouw aan met haar chihuahua. Omdat de dag nog jong is, laat ik het gesprek met mevrouw over me heen komen. Mevrouw vertelt dat het een corona- en adoptiehondje is met de naam Kruimel. In de tijd van corona met diverse lockdowns was men voor bijna twee jaren gebonden aan huis. Theaters, cafés, restaurants en scholen waren o.m. tijdens de lockdown gesloten. Op bezoek bij elkaar was toegestaan tot een bepaald maximum aantal personen. Omdat men in die periode dus veel thuis zat, werd er een hondje aangeschaft. Na coronatijd werden ze weer massaal gedumpt. Kruimeltje was zo'n hondje. Hij was opgenomen in een gezin met 3 peuters/kleuters tot de leeftijd van vijf jaar. Het hondje was gewend geraakt, dit tot vermaak van de kinderen, om tijdens het eten elke kruimel die van tafel viel op te vangen, vandaar de naam Kruimel. Ook piste het mormel regelmatig tegen het speelgoed van de kinderen aan. Mevrouw had het hondje uit Zeeland geadopteerd.

Er komt een andere mevrouw ons tegemoet en het mevrouwtje met mormel spreekt haar aan. Ik zie mijn kans schoon om aan dit gesprek te ontsnappen, maar helaas. Deze mevrouw loopt snel door. Dit was als 'mij niet bellen'. U weet wel, een gevleugelde uitspraak op televisie van Martien Meijland. Een Chihuahua reageert eigenlijk altijd agressief op zo ongeveer alles, dus nu ook bij mij. Ze pakt in één handbeweging het hondje op, en doet snel haar hand voor zijn oogjes. Het beest wordt weer rustig.

Onze Nick aanschouwt het tafereel en staat op scherp. Simon vindt het prima en staat er zoals gewoonlijk relaxed bij. Op het moment dat ik van mevrouw afscheid wil nemen komt onze Nick in de aanval en hapt naar mevrouw. Ter geruststelling zeg ik tegen haar dat onze Nick moeite heeft met afscheid nemen. Ik loop snel door.

Verderop in de Elzenstraat spreekt een oud baasje mij aan. Zijn terlenka broek reikt tot zo ongeveer zijn oksels waardoor zijn blouse amper nog zichtbaar is. Ik krijg deze ochtend de volgende 'verplichte' conversatie. De zoon van meneer heeft twee zwarte katjes, verwijzend naar mijn twee zwarte hondjes. De zwarte katjes zijn gekocht uit een opvangcentrum, waar ze de eerste lessen in opvoeding en zinnelijkheid hebben gehad. Kost wat, maar dan heb je ook wat. Het oude baasje sluit het gesprek af met in zijn ogen bijzonder geestige opmerking, namelijk, dat mijn hondjes een baasje kennen. De twee katten van zijn zoon hebben personeel. En nu, als de bliksem naar ons appartement, ik ben aan koffie toe.

Zie ook pagina 'Gastschrijverschap'


Dit verhaal heeft helemaal niets met humor te maken. Toch moet ik het hier kwijt, ik ben namelijk onder de indruk van wat er allemaal in een grote stad zoals Tilburg kan gebeuren. Tilburg is mijn geboortestad. Ik ben er 26 jaren uit geweest en dat merk ik nu. Goirle, waar we de afgelopen 26 jaren hebben vertoefd, is vergeleken met Tilburg het kleine broertje, waar nog een serene rust hangt. 

Ik ben vaak buiten om mijn hondjes uit te laten en op een doordeweekse dag loop ik langs het Theresialyceum en plots hoor ik een geweldige klap waarbij een auto een fietsster omver rijdt. Een jongedame, ze blijft roerloos liggen. Ik sta te trillen op mijn benen en verstijf. Twee conciërges met EHBO rennen naar buiten en verlenen eerste hulp. Terwijl mensen mij aanklampen om te vragen wat er gebeurd is, zie ik een conciërge roepen dat er hoogste spoed is vereist, tegen de collega die ondertussen 112 gebeld heeft en aan de lijn gehouden wordt. Even later komt het meisje bij bewustzijn en gaat zitten, ik loop snel door. 

Op een zondagmiddag zijn mijn dochter Kyra en schoonzoon Bob met kleinzoon Raf op bezoek. Terwijl Bob Raf verschoont op onze slaapkamer, horen we hem plots gillen. We moeten direct komen. Onze slaapkamer kijkt uit op het centrum van Tilburg en de flat voor, daar staan vijf politieauto's en 3 ambulances. Omdat we 140 meter hoog wonen, zien we de traumahelikopter heel dichtbij. Wat was er gebeurd? Een indringer was een flat binnengedrongen. De bewoonster verwachtte haar moeder en deed spontaan open. De man stak de vrouw neer en sprong vervolgens van vijfhoog naar beneden. Hij kwam terecht op geparkeerde fietsen en bleef gewond liggen. 

Een paar dagen later loop ik op de Bredaseweg en ben zojuist het huis van zanger Guus Meeuwis gepasseerd. Ik zie verderop in de straat een huis in aanbouw en veel bouwvakkers zijn actief. Hun bussen staan aan de weg geparkeerd. Plots komt er een auto met hoge snelheid mij tegemoet, hij zigzagt over de weg en gelukkig, voor mij en de hondjes, klapt hij links van de weg tegen de eerste geparkeerde bus en vervolgens de tweede bus. De auto vat vlam en er volgt een flinke rookontwikkeling, de bestuurder kruipt uit de auto, voor zover je nog van een auto kunt spreken en valt tegen een boom gewond neer. Alle bouwvakkers vliegen op het ongeluk af, en in een tempo arriveren brandweer, politieauto's en ambulances met traumahelikopter.

Op donderdag 10 november ben ik opnieuw getuige van een fiks ongeluk, nu op de Hart van Brabantlaan. Een vrachtwagencombinatie met oplegger keerde op het drukke kruispunt met de Spoorlaan en Gasthuisring. Ik was opnieuw met de hondjes aan de wandel in deze ochtend en voor mijn ogen zie ik de chauffeur een veel te scherpe bocht maken bij het keren, de paal breekt met een knal af en de chauffeur rijdt vervolgens drie banden van zijn vrachtwagen lek. Ik wil 112 bellen, maar besef dan dat mijn mobieltje thuis ligt. Een student die aan komt lopen begint met mij een gesprek, terwijl de chauffeur met lekke banden door is gereden en verderop zijn combinatie stopt bij een appartementencomplex in aanbouw. De student wil als getuige blijven, maar beseft dan dat hij naar school moet. 'Ga maar gauw jongen', zeg ik tegen hem geruststellend. Ik wacht ook niet meer af en zet mijn wandeling voort. 's Middags zie ik twee politieagenten, ondertussen is er door dit ongeluk het zoveelste verkeersinfarct in het centrum van Tilburg ontstaan. Ik loop naar hen toe en vraag of er nog een getuigenis wordt gevraagd. Niet nodig, iemand heeft de gemeente al gebeld. Dit was pure baldadigheid werp ik de agenten toe. Ik loop opnieuw door en laat Resie per app weten dat we gaan verhuizen. 'Ik denk van niet', zegt ze, geruststellend?

Bredaseweg

Hart van Brabantlaan

U beseft dat dit het einde van het verhaal zal zijn. Integendeel, het kan allemaal nog erger. Het nieuwe jaar was nog maar net begonnen, of een medebewoner springt uit de 20e etage in de vroege ochtend naar beneden.  Het was een bewuste levensbeëindiging. Het had zich in de afgelopen twintig jaar niet voorgedaan, dus dit was de eerste keer. Mijn vrouw zag het ontzielde lichaam op straat liggen, toen ze de hondjes uitliet. Politie was zojuist gearriveerd.

Nog een bizar verhaal! Deze week heb ik de hondjes 's morgens uitgelaten en in de hal merkt de huismeester op dat er twee politieagenten naar de etage zijn gegaan waar wij wonen. Ik had inderdaad nog net kunnen zien dat politieagenten de lift instapten, en maakte hierbij de opmerking dat er dan inbrekers in ons appartement zouden zijn. Wetende dat het niet zo is, maar ik wilde er toch een komische draait aangeven. Boven aangekomen vond ik geen spoor van de politie en trad gerustgesteld binnen. Ik ging aan deze website werken en ondertussen had ik een lekker bakkie koffie gezet. Plots wordt er gebeld. Ik dacht niet meer aan de politie, en keek door de deurspion wie aan de deur stond. Het was een man en vrouw, en de vrouw had papieren in haar hand. Mijn eerste gedachte was dat het Jehova betrof, en liet onze hondjes luid blaffend achter de voordeur en ikzelf liep naar de keuken. Weer bellen, godverdegodver. Plots wordt er hard op de deur gebonsd. Ik deed noodgedwongen toch maar de deur open. 'Politie', roept de dame. Ik sprak verontwaardigd uit dat dit niet goed is, en krijg een bevestigend antwoord. Vervolgens een spervuur aan vragen over wat ik van de buurman weet en wanneer ik hem voor het laatst gezien heb. Na het politieverhoor informeer ik de huismeester en heb de indruk gekregen op basis van dit verhoor dat mijn buurman spoorloos is. Anders vraag je niet waar en wanneer ik de buurman nog heb gezien. De huismeester is een centraal figuur in ons appartementencomplex en hij is altijd bereid om de informatie zo snel mogelijk aan eenieder door te spelen. Soms denk ik dat dit zijn hoofdtaak is, naast de reguliere schoonmaak.

Later, in de middag, spreek ik een kennis van de buurman die hem trouw opzocht. Blijkt onze buurman niet verdwenen, hij was die ochtend door de werkster gevonden in zijn twee meter lang bad. De kraan liep nog en de muziek stond aan. De vraag van de politie was dus gericht op het feit hoelang de buurman daar heeft gelegen. Volgens de kennis liep er nog steeds warm water zodat de fase van ontbinding hierdoor is versneld. Zowel de werkster als wij, als buren, hebben de buurman maximaal een week niet gezien. Is hij een week dood of minder? Dat wordt onderzocht. De kennis had een foto van hem gemaakt in bad, en gaf naar mij aan mij de afgrijselijke aanblik te willen besparen. Hij was namelijk in deze ochtend na de werkster die de 112 melding deed ook direct binnengelopen. Hij deed dit omdat hij argwaan kreeg, de buurman had de afgelopen dagen nergens meer op gereageerd. Onze buurman was een stevige drinker, en in de afgelopen twintig jaren dat hij gewoond heeft in het appartementencomplex heeft hij met niemand contact gezocht. Volgens de kennis was hij bijzonder eenzaam, ook door zijn homoseksuele geaardheid.

In de veronderstelling dat zijn crematie enkel bezocht zou gaan worden door zijn nichtje, de werkster en buurmans vriend, hebben wij ons opgeworpen om ook aanwezig te zijn. De huiskamer van de DELA is speciaal voor kleine gezelschappen. Toen we aankwamen moeten we in een dikke rij aansluiten en later zagen we een overvolle huiskamer met mensen die nog een laatste groet wilden uitbrengen. Allemaal oud-collega's van school.

Onze buurman was docent Engels, na zijn vervroegd pensioen is hij zich letterlijk dood gaan drinken aan whisky en wijn. Van zijn vriend moest hij de gekochte drank voor de helft in zijn auto in de garage beneden laten staan. Zo moest hij minstens een keer per dag naar beneden om nieuwe voorraad te halen. Anders zou hij de drank meteen opgedronken hebben. Een fles whisky en vier flessen wijn per dag ging er doorheen.


De aard van onze zoon is anders dan die van anderen. Dit is geen reden om dit expliciet te melden, echter in het volgende verhaal wordt hier op een humoristische wijze op ingespeeld. Dat mijn zoon NIET tot de meerderheid hoort, maakt hem uniek! Het is maar dat u het weet. 

Onze zoon moest afstuderen voor zijn mbo-diploma en had bijles nodig voor het vak economie. Ik kende de voorzitter van de plaatselijke volleybalclub. Hij was docent economie. Ik vroeg of hij aan onze zoon bijles wilde geven. Hij reageerde meteen positief.

Ik had kort hiervoor geregeld dat er in diverse gymlokalen binnen het ROC door de volleyballers getraind kon gaan worden.  In de vergaderingen ontvingen de volleyballers en het bestuur mij bijzonder vriendelijk en gastvrij. Ik was ten slotte degene die hun weer trainingsmogelijkheden had gegeven. Het oude contract elders was opgezegd en men zocht per direct nieuwe ruimtes.

De zoon van deze voorzitter had ook een zoon die anders geaard was. Op een dag, toen mijn zoon weer bijles kreeg, riep de voorzitter uit waar zijn bril lag: 'Ik zie geen flikker', waarop zijn zoon riep: 'Joehoe'.


Mijn gewoonte is mensen te complimenteren met een nieuwe aankoop, terwijl ik denk dat ik dit nooit zou hebben uitgekozen. Als ik echter zie dat men trots is, dan wil ik samen met ze in deze trots delen en zet mijn eigen opvatting terzijde. Daarnaast wat moeten ze met mijn afwijkende mening, is helemaal niet relevant. Hoe anders vergaat ons dit.

Afgelopen weekend bij familie op bezoek i.v.m. verjaardag, terwijl ik een bloedhekel heb aan verjaardagsfeestjes. Je krijgt iemand naast je waar je totaal niet op zit te wachten en men verwacht toch een plezierige conversatie, het is tenslotte feest!.

De oom van mijn vrouw was jaren geleden op een verjaardagsfeestje van zijn zoon waar Jack Spijkerman ook aanwezig was. U kent deze presentator van tv vast nog. Jack stond wat afzijdig de mensenmassa te aanschouwen. Deze oom vond hem verlegen en tegelijkertijd een arrogante zak omdat er geen gesprek (met hem) werd aangegaan. 

Afijn, dit weekend kreeg ik een meer dan heuse arrogante zak naast me. Hij heeft me zo geïrriteerd dat ik mijn instelling om in de trots van een ander mee te gaan volledig overboord heb gegooid. Hij liet me op zijn mobieltje schilderijen zien, en gaf aan dat hij ze geschilderd had en gaf zelf aan hoe goed hij schilderen kon. Het lokte mijn mening uit en die kreeg hij prompt: 'Verschrikkelijk, niet mijn genre'.

Hij studeert Boeddhisme, ik heb expres gezegd: 'nudisme'?

Hij vertelde dat hij naar de galerie in Oisterwijk was gegaan, waar wij onze kunst kopen, met de vraag of de galeriehouder Matties zijn schilderijen wilde tentoonstellen. Dan loop je niet meer naast je schoenen, de schoenen zijn uit het niets verdwenen. Waarom ik dit verhaal onder het hoofdstuk 'Humor ligt op straat' heb geplaatst, begint u nu stilletjes aan te snappen. Leest u vooral verder, er komt nog meer. Tenslotte kan je er beter om lachen, ook al is het misschien eerder om te huilen.

De beste man was psycholoog geweest en, opnieuw op trotse wijze, vertelde hij dat hij de gezegende leeftijd van 78 jaar had bereikt. Deze leeftijd was bereikt door eigen toedoen, je moet er zelf iets van maken. Opnieuw gaf ik tegengas, kortgeleden een collegaatje van 64 jaar overleden aan baarmoederhalskanker. Ze trakteerde haar afdeling op gebak omdat ze 'afscheid' nam. Ze zou binnen vijf weken overlijden. 'Doe de groeten aan Hans', zei ze tegen Resie, die met tranen in haar ogen het laatste gesprek met haar voerde. Ik verwachtte een menselijke reactie van meneer de psycholoog, hij antwoordde alleen maar met: 'Euthanasie'? 

Verder had hij commentaar toen ik vertelde dat we dit jaar in de stad Tilburg in een appartement zijn gaan wonen. Dat zou hij nooit doen. Hij verkoos de natuur. Ik wilde nog aan hem vragen of hij al een stevige boom had uitgezocht, maar zover wilde ik niet gaan. Dit was mijn eer te na.

Tja, wat moet je met dit soort opmerkingen, helemaal niets. Ik kan u maar een advies geven: 'Stop met familieverjaardagen, het is tijd voor nieuwe gewoontes'. De jarige job ontving van ons een cadeau van Rituals. Haar opmerking hierop was dat het niet uitgepakt hoefde te worden. Ze wist toch wel wat erin zat. Weg 23 euro.

P.s. onze aanwezigheid op dit verjaardagsfeestje betrof welgeteld 92 minuten. Toekomstige uitnodigingen zullen worden afgeslagen zodat dit record blijft staan. Nu maar hopen dat mijn partner er hetzelfde over denkt.


Voordragen is een hobby die ik met plezier heb beoefend in mijn leven. De ene keer ging het me beter af dan een andere keer. Buutredes, tonpraoten, een stukske doen, heerlijk.

Ik begon ermee in de periode dat ik koorlid was en waarin ik soms bij feesten drie kwartier aan het woord was. Dit tot ergernis van degenen die wilden zingen of naar muziek wilden luisteren. Mijn inspiratie heb ik opgedaan in de periode dat ik werkzaam was in de schouwburg. Met plezier keek ik naar Andre van Duin backstage. Pierre Cnoops, kent u hem nog? Pierre Cnoops was een Nederlandse voordrachtkunstenaar die in Maasbracht woonde en werkte. Hij was een van de eerste voordrachtkunstenaars die in Limburg woonde en werkte. Hij was geboren op 4 juli 1938 in Maasbracht en overleed op 1 december 2018. Albums: Limburg plat. Platenlabels: Telstar BV, Ivory Disk.

Het was begin jaren zeventig en het was elfde van de elfde bal in de studio. Pierre komt op en vertelt het volgende in het Limburgs dialect:

Hij was thuis zijn tuin aan het bestraten maar kwam op het laatst tegels tekort. Hij denkt de gemeente heeft geld genoeg. Op het plein liggen volop tegels die door de gemeente binnenkort gelegd gaan worden. Hij erop af. Terwijl hij de tegels aan het inladen is, passeert de politie. De politie stopt en vraagt aan Pierre wat hij aan het doen is. Pierre geeft aan omdat de gemeente toch al zo arm is, hij tegels van thuis bij de stapel van de gemeente legt. Dit is zeker niet de bedoeling. De politie sommeert hem per direct om alle tegels weer in te laden.


Wij hebben een dochter die zwanger is en de bekende pijntjes horen daarbij. De ene dag gaat beter dan de andere. Op een dag, wanneer het minder goed met haar gaat, vraagt manlief waar ze woensdag op wil gaan stemmen. Dit in het kader van de Tweede Kamerverkiezingen. Onze dochter zucht en geeft aan dat ze, zoals ze zich vandaag voelt, op 50 Plus gaat stemmen.


Heeft u wel eens een grap gehoord die je altijd bijblijft? Nu, hier komt er zo eentje. In Margriethof woonden familie de Kort. Ik ken deze familie uit de jaren zeventig van het jongerenkoor en kindervakantiewerk. Wil, Ton, Joost, Toke en Hannie, ik kan de namen van de kinderen nog zo oplepelen. Moeder de Kort zong in het dameskoor van de Vredeskerk Tilburg. Vader de Kort was een echte socialist, een PVDA'er, en kon stevig debatteren. Elk jaar kwamen de koren samen en dan werd er een feestje gehouden, heel gezellig allemaal. Plots wordt uit dit bonte gezelschap tijdens de feestavond door moeder de Kort melding gemaakt van een ernstig ongeluk afgelopen middag. Iemand stelt de vraag waar dit ongeluk dan heeft plaatsgevonden, waarop moeder de Kort aangeeft dat het in de Vijfwindenlaan is. Dezelfde vragensteller corrigeert en geeft aan dat het de Vierwindenlaan is en niet de Vijfwindenlaan. Deze laan is niet bekend in Tilburg. Moeder de Kort antwoord met een smile: 'Op één scheet niet gekeken'.


Net als vrouwen een man zoeken die veel op hun vader lijkt, kiezen mannen meestal voor vrouwen die veel op hun moeder lijken. Laten we als voorbeeld nemen, en ik zal verzonnen namen gebruiken: Kees en Ingrid. Samen gelukkig getrouwd ondanks dat in de eerste huwelijksdagen Kees al steen en been klaagde over het eten dat Ingrid hem voorschotelde. Ingrid moest echt bij zijn moedertje in de leer, want zij kan pas echt koken. Ondanks dat de kookkunst van Ingrid beterde, vroeg Kees aan haar of het niet beter was dat moedertje bij hen in kwam wonen. Vader was alweer enkele jaren geleden overleden en moedertje was vaak alleen. Ingrid stemde in, na enige aarzeling. Al snel ging moeder zich met het huishouden bemoeien en streek zij de overhemden van Kees. Niemand kon dit beter als zijn moedertje. Ingrid voelde zich in huis steeds eenzamer en vroeg zich af of Kees nog wel op haar gesteld was. Binnenkort waren ze een jaar getrouwd en Ingrid stelde de proef op de som. Ze besteedde schoonmoeder een middag en avond uit en kocht voor deze gelegenheid sexy zwarte lingerie. Nu zou ze Kees weer terugwinnen. Ze zette zwoele muziek op, deed haar sexy lingerie aan, en stond bovenaan de trap terwijl Kees op het eind van de middag binnentrad.  In de slaapkamer had Ingrid reeds kaarsjes aangestoken, en een flesje rode wijn opengetrokken. Kees keek verbaasd maar vooral blij naar Ingrid. 'O, wat ben je mooi', riep Kees uit, en stormde de trap op. Hij pakte haar stevig beet, kuste haar in haar nek. In de slaapkamer aangekomen, zegt Kees ineens: 'Maar Ingrid, je bent in het zwart, er is toch niets met moeder?'


Ik heb u al eerder laten weten dat wij ons in ons appartement zeer prettig voelen. Omdat we vijf keer per dag onze hondjes, Nick en Simon, uitlaten, kennen we ondertussen aardig wat mensen. Ik zei laatst tegen mijn zus dat we niet meer weg willen en dat we de bezoekjes aan onze medebewoners erg waarderen. We wonen nagenoeg in dezelfde buurt waarin mijn vrouw en ik zijn opgegroeid. Uit gesprekken met onze medebewoners blijkt dat de wereld om ons heen bijzonder klein is. In de laatste VVE-vergadering sprak ik ene Anneke, die ik overigens regelmatig spreek. In die gesprekken zijn we dan op zoek naar gemeenschappelijke contacten van vroeger. Anneke gaf aan dat ze een kennis heeft, die in mijn jeugd ook in ons hofje heeft gewoond. De achternaam was mij bekend, de persoon in kwestie, daar had ik geen actieve herinnering aan. Maar zei ik, kan jij goed namen onthouden, en zo ja, dan kan je aan jouw kennis voorleggen of de naam van mijn zus of van mijn oudste broer bekend voorkomt. Haar man, die haar vergezelde sprak zich hierover positief uit: 'Dit is voor ons Anneke geen enkel probleem, ze is namelijk geheelonthouder'.


Het is zaterdag 18 mei 2024 en zoon Jelto vroeg eerder of ik het boek van Royke Donders wil voor mijn 69e verjaardag. Wetende dat hij vooral zelf zeer geïnteresseerd is in dit boek, stemde ik toe. We gaan naar de boekpresentatie bij boekhandel Gianotten en worden daar hoffelijk ontvangen, met fotograaf en cameraman en natuurlijk de familie Donders: Royke, moeder Nel, zus Rian en een oom (broer van vader Frans) met tante van Royke.

Wie is Royke?

Roy Donders (1991), geboren en getogen in de Tilburgse volkswijk Broekhoven, is een Nederlandse stylist, kapper en volkszanger, die vooral bekend is van het televisieprogramma Roy Donders: stylist van het zuiden. Hij staat al tien jaar bekend als een excentrieke entertainer en ondernemer en is inmiddels niet meer weg te denken uit het Nederlandse medialandschap. In mei 2024 begint bij TLC het tweede seizoen van Roy Donders: altijd wat bijzonders.

Waar gaat het boek over?

Van zijn turbulente jeugd in een volksbuurt in Tilburg tot zijn triomfen als stylist, zakenman en entertainer: Roy Donders vertelt in deze biografie openhartig én met de nodige zelfspot over zijn leven in en buiten de spotlights.

In 2013 leert Nederland de flamboyante kapper en stylist Roy Donders kennen. Zijn reallifesoap Roy Donders: stylist van het Zuiden is een regelrechte kijkcijferhit. Hij maakt naam met zijn pailletten en harde krullen en verovert Nederland met zijn eigen huispakkenlijn. Ook treedt hij op als volkszanger voor bomvolle zalen en scoort hij hits met Patty Brard en Corry Konings. Roy is begin twintig en de wereld ligt aan zijn voeten.

In de jaren daarna verloopt zijn leven minder rooskleurig. Zijn kledingwinkel gaat failliet, zijn geliefde opa Kees en oma Nel overlijden en zijn relatie met Marvin loopt op de klippen. Als ook zijn carrière bergafwaarts gaat, belandt Roy in een donkere periode. Nooit eerder sprak hij over deze jaren: hele nachten zat hij aan het lachgas en vier flessen wijn per avond waren geen uitzondering.

Dan komt het nieuws dat niemand zag aankomen: Roys omgekeerde coming-out. Hij gaat samenwonen met zijn grote liefde Michelle, krijgt met haar dochter Romi en hervindt zijn levensgeluk. In deze biografie vertelt Roy tot in detail over deze verrassende wending in zijn leven. Het maakte hem ook strijdbaar: laten we stoppen elkaar in hokjes te plaatsen.

In Gewoon Royke deelt Roy openhartig en met een flinke dosis humor zijn dromen, worstelingen en triomfen. Zijn oprechte en inspirerende verhaal zal je raken en motiveren, ongeacht waar je vandaan komt of wat je dromen zijn.

In de pers

‘“Ik leef niet voor andere mensen,” zei Donders, die in Beau Monde vertelde heel gelukkig te zijn met Michelle, die al een dochter heeft. “Ik heb altijd voor mezelf geleefd, maar nu doe ik alles voor mijn drie meiden.”’

In aansluiting op deze biografie heb ik het boek over de Tilburgse Peaky Blinders gekocht. Het gaat over de familie van de moeder van Roy, ons Nel. Hierin voornamelijk moord en doodslag, spannend dus.

Naast deze biografie heb ik ook het boek 'Leuker kunnen we het niet maken' op mijn wensenlijstje gezet. Dit boek is een ontluisterend verslag van het toeslagenschandaal van voormalig Tweede Kamerlid Renske Leijten. Met het toeslagenschandaal stortte de Belastingdienst talloze gezinnen in de ellende, met geldproblemen, stress en een eindeloze juridische strijd als gevolg. Renske Leijten was een van de belangrijkste politieke aanjagers die zich vastbeet in dit dossier. Uiteraard stond ze hier niet alleen in: ze werkte nauw samen met advocaat Eva González Pérez. Bij haar zochten de eerste toeslagenouders al in 2014 juridische hulp.

Maar wie is Eva González Pérez eigenlijk, en wat beweegt haar? Waarom wist juist zij door te dringen tot de top van bestuurlijk Nederland, en hen tot openheid te dwingen? Renske Leijten vertelt haar verhaal, en reconstrueert hoe de inspanningen van Eva – met behulp van cruciale documenten van binnenuit – ertoe leidden dat een van de grootste politieke schandalen in de recente Nederlandse geschiedenis aan het licht werd gebracht.

Op invoelende wijze beschrijft Leijten de persoonlijke, menselijke kant van de zaak die jarenlang voorpaginanieuws was, en uiteindelijk zelfs zou leiden tot de val van kabinet-Rutte III.

‘Het is bij haar begonnen. Ze is de nachtmerrie van de Belastingdienst, en dat is een enorm compliment.’ − Jan Kleinnijenhuis (Trouw) over Eva González Pérez.

Ik geef vaak als verklaring dat de Belastingdienst voor dit soort taken niet geschikt is. Hun hoofdtaak ligt bij het 'innen' en niet bij het 'uitkeren'. Het innen doen ze op een wijze waarbij de slogan wordt gehanteerd: 'Leuker kunnen we het niet maken'. En daar is weinig leuks aan.


Verhalen in de krant

Hieronder twee gepubliceerde verhalen. Op de pagina 'Gastschrijverschap' zijn alle geplaatste verhalen te vinden.

Maak jouw eigen website met JouwWeb