Mijn vader vrijwilliger Rode Kruis
Voordat ik u kan vertellen hoe trots ik ben op mijn vader, die meer dan twintig jaar vrijwilliger is geweest bij het Rode Kruis Tilburg en zich heeft ingezet tijdens de Watersnoodramp 1953, moest ik eerst door een psychische worsteling heen. Dit om het een en ander een plaats te kunnen geven. Ik heb mijn vader tekort gekend en heb gezocht naar antwoorden die ik nooit heb gekregen. Dus, lees het volgende verhaal maar.
Mijn vader staat op de foto 3e rij van onder en 3e van links
Burgerlijke stand
Aankondiging van de geboorte op zondag 01-11-1914 van mijn vader Theodorus Wilhelmus van Brakel in de Nieuwe Tilburgsche Courant van 08-11-1914 tijdens de Eerste Wereldoorlog (begin 28-07-1914 einde 11-11-1918). Zijn sterrenbeeld is schorpioen.
Geboren hun tweede zoon Theodorus (Theo) van Brakel op maandag 20 juli 1953
Hoop is het kwaadste der kwaden
Het zou fijn zijn als ik een mooie voorstelling kon maken van gebeurtenissen uit het verleden die indruk op me hebben gemaakt. In eerste instantie leek mijn verleden een doos van Pandora te zijn, in plaats van een kleurrijk schilderij. Een vergiftigd geschenk van vader en moeder. Was ik maar nooit geboren, of is dit meer doemdenken van een oude somberman?
Volgens Nietzsche is hoop het kwaadste van de kwaden, omdat het de marteling verlengt. Anderen zeggen dat hoop doet juist leven, zonder hoop is er geen leven. Hoop is de kracht die ons omhoogtilt. Nietzsche geeft verder aan dat in plaats van te hopen, we het leven moeten accepteren. Hoe doe je zoiets als er 'pijn, verdriet en gemis' gevoeld wordt, om wat ik niet heb gehad? Uiteindelijk heb ik de acceptatie gevonden na een lange zoektocht in mijn eigen familiegeschiedenis. Het inzicht dat ik heb gekregen in mijn verleden van het ouderlijk gezin waaruit ik ben geboren, heeft me geholpen mijn verleden te verwerken.
Vertrouwen
Het schrijven van dit verhaal was therapeutisch. Problemen waar ik mee worstel, hiermee wordt me een spiegel voorgehouden. Het is niet mijn bedoeling om iemand binnen ons gezin waarin ik ben opgegroeid te beschadigen. Ik confronteer u met situaties uit mijn verleden, die op eigen wijze zijn ingekleurd. Niemand kan en mag mij hiervan weerhouden. Dit schrijven omdat ik het type ben van weinig tot geen verzet, omdat ik niet makkelijk rechtstreeks klaag, maar eerder alles in stilte onderga. Mijn olifantengeheugen helpt me hier niet bij, waarmee ik alle frustraties opbouw. Het zal zwaar klinken, maar soms zijn de volgende anekdotes ook komisch van aard.
'Je ziet het pas als je het doorhebt', een uitspraak van Johan Cruijff. En dat gebeurt meestal wanneer iemand al dood is, en het dus te laat is. Eerst moet iemand dood om hem te begrijpen. Het doel in mijn geval blijft dus enkel het wegnemen van de blokkade in mijn denken, en dat ik weer vrij in het leven kan staan!
Ik wil het met u hebben over het vertrouwen van een kind in zijn ouders. Kan de omgeving dit vertrouwen schenden? Hoe onveilig kun je opgroeien? Is het mogelijk, ook al is de basis wankel, om toch een plezierig en succesvol leven te leiden?
Onze tweejarige kleinzoon Raf heeft nog het volste vertrouwen in zijn papa. Hij gaat daarin soms ver, iets te ver. Zo liepen ze langs een kerk in Tilburg waarvan de klok het niet meer deed. Raf ving het een en ander van zijn ouders op en roept spontaan uit: 'papa maken'. Ikzelf heb thuis vele verschillende antieke klokken en wanneer deze luiden, dan wil Raf met mij alle klokken langs om te horen hoe ze klinken en dan roept hij: 'tiktak'. Vervolgens kijkt hij naar de slinger en beweegt zijn hoofd telkens met de slinger mee, net zoals zijn opa zijn hele leven met iedereen meebeweegt.
Het vertrouwen in mijn ouders, het was er in mijn jonge leven nauwelijks. Mijn jongste broertje was net geboren. De vroedvrouw had geen zin in mij. Heel de middag heb ik, als vier-jarige, achter de gesloten slaapkamerdeur geschreeuwd en gehuild, niemand kwam te hulp. Later hoorde ik van mijn moeder dat ze het verschrikkelijk vond. Ze deed echter niets, want ze was bang van de vroedvrouw, zij was namelijk tijdelijk de baas in huis, ons huis. En het feit speelde toen nog dat, na de bevalling, bedrust werd aanbevolen voor 10 dagen, waarbij de nieuwbakken moeder het bed niet uit mocht. Mijn moeder was van het vijfde kind bevallen.
Bang en te afhankelijk waren mijn ouders van veel instanties: hun ouders, de kerk, de buurt, huisarts, werkgever, school, en ga zo maar door. 'Tegen niemand zeggen, want daar heeft de buurt niets mee te maken.' 'Je mag je ouders niet tegenspreken.' 'De pastoor, de kapelaan, wij dienen hun, ze vertegenwoordigen namelijk de kerk.' 'Wij gaan niet naar de onderwijzer, je zult zelf wel zijn begonnen.' Vooral bang zijn en geen emotie tonen, dit was het motto in onze jeugd. De onduidelijke rollen binnen het gezin waarover in dit verhaal meer over verteld gaat worden. Wie heeft nu eigenlijk de leiding? Vader? Moeder? Je oudste broer of zus? De buurman of buurvrouw? De pastoor of kapelaan? De schoolmeester? Er ontstaat een negatieve spiraal voor ouders die onzeker zijn, die zich uitstrekt naar hun kinderen toe.
Verhoudingen binnen het gezin
Mijn oudste broer had na schooltijd, toen ik nog een kleuter was, water voor de thee opgezet. Hij wilde het water opgieten, maar zijn twee jaar jongere zus reageerde met de opmerking dat de fluitketel nog niet gefloten had. Mijn broer goot het kokend water over het hoofd van mijn zus met de vraag: 'Heet genoeg?' In allerijl zocht mijn moeder met mijn zus, die het uitgilde van de pijn, een dokter in de buurt op i.v.m. eventuele brandwonden. Deze dokter deed geen fluit, om maar in dezelfde terminologie te blijven, want hij was niet onze huisarts. Twee dingen hierover: een houding van hulpverlener tot patiënt die mensonwaardig is, dit zou heden ten dage in noodgevallen zoals deze niet meer kunnen. 'Ik ben dokter en ik bepaal naar wie de dienstverlening gaat.'
03-03-1953
Onze buurman twee deuren verder (Beatrixhof 30), de heer Tuerlings, assistent magazijnchef warenhuis (Vendet Westermarkt), bracht mijn zusje snel naar de GGD, waar de brandwonden werden verzorgd en mijn zusje met verband om haar hoofd terug naar huis kon. En dit alles gebeurde op de fiets, een auto was er niet. Wat betreft mijn broer, als ouder had ik voor hem een psycholoog gezocht. Een geborneerd personage, zou je denken, en in zijn latere leven blijkt dat hij deze lijn voortzet. Waarom? Omdat vader en moeder niet op tijd hebben ingegrepen? Hij vocht met schoolkameraden, blouse gescheurd en blauwe plekken. Mijn oudste broer heeft zijn hele leven last gehad van zijn cholerische aard.Toen mijn jongste broer op de lagere school zijn boekje te buiten was gegaan, ging nota bene mijn broer dit met de onderwijzer wel even oplossen. Waar zijn mijn ouders? Nergens! Toen mijn jongste broertje nog baby was en op de keukentafel lag, wilde mijn moeder snel iets buiten weggooien. Ondertussen had mijn broer echter de keukendeur op slot gedraaid. Hij was tien jaar en genoot van de paniek in de ogen van mijn moeder. Mijn moeder smeekte of hij alstublieft de deur open wilde maken en zag haar baby ondertussen op de keukentafel gevaarlijk bewegen. Uiteindelijk deed hij de deur van het slot en moeder deed het incident vervolgens af met de gedachte dat hij nog maar tien jaar oud was, en daardoor onvoldoende de impact van het gebeuren realiseerde. Op een middag lag hij met vader in de huiskamer op de grond te vechten. Het werd afgedaan als stoeien, wat ik echter op het gezicht van mijn broer zo niet kon aflezen. Toen ik met hem meeging om het weekblad 'Het Roomsch Leven' rond te brengen in het bejaardenhuis, presteerde hij het om met een dement vrouwtje het gesprek aan te gaan in het zojuist op school door hem aangeleerd Engels. Het vrouwtje brabbelde gelukkig wat mee, terwijl ik, ik kon wel door de grond zakken van schaamte. Ik had medelijden met het vrouwtje om op deze manier gekwetst te worden. Later, toen hij een auto had, reed hij al toeterend met mijn jongste broer door de Postelse Hoeflaan om indruk te maken op de meisjes in de flat. Die overigens nog nooit van hem gehoord hadden, maar zijn fantasie speelde hem weer eens parten. Mijn jongste broer had bij dit voorval hetzelfde gevoel als ik toen in het bejaardenhuis. Heel zijn leven heeft hij gesproken over de burgemeestersdochter, die hij in zijn fantasie al honderden keren versierd had. Het arme kind had geen weet hiervan. Hij is nog in conflict gekomen met zijn zwager, die hem betrapt had bij een bezoek aan een seksshop in de Violierstraat in Tilburg. Nu is dit minder een probleem dan in die jaren zestig/zeventig vorige eeuw. Misschien was het toen ook helemaal niet zo'n probleem, maar voelde hij zich betrapt en reageerde daarom zo. Zijn houding en gedrag, een deconfiture.
We hebben allemaal last gehad van zijn paternalistische houding binnen het gezin, toen hij dertig was trad hij in het huwelijk. Daarvoor, enkele jaren terug, heeft hij bij mij nog in een woede-uitbarsting de haren uit mijn hoofd getrokken. Een deel van het gezin ging standaard naar de mis op zondag van half twaalf. Mijn broer scheerde zich ondertussen, traditioneel, in de keuken. Ter voorbereiding op het gezellig koffiedrinken na de misviering, ging ik in tussentijd kopjes klaarzetten met daarbij de melk en de suiker. Ik moest hem hiervoor enkele keren passeren. Dit irriteerde hem dusdanig en viel mij plotsklaps aan. Wat deed ik? Niets. Iedereen in de familie accepteerde zijn agressieve gedrag.
Tijdens je leven onverwerkte emoties en gevoelens wegduwen, merk je pas op latere leeftijd. Een balans vinden met enkel het hoofd is een vluchtmechanisme van de afdeling pijnbestrijding. Je vermijdt emotionele pijn. De innerlijke draad tussen hoofd en hart is doorgeknipt. Je voelt niet meer, je redeneert.
Gevoelens en emoties, ze waren vroeger niet veilig. Niet over praten, negeren en wegpoetsen. Wat onze werkelijke gevoelens zijn? Dit wordt afgedaan met het overgaan tot de orde van de dag: 'Wat zullen we vandaag eens eten?'
Moederrol
Ik had een hechte band met mijn moeder. Ze was een vrolijke vrouw en altijd bereid om een grapje te maken en te lachen. Maar ze had ook haar eigenaardigheden. Ze kon behoorlijk beslag op je leggen, ofwel ze maakte zich vaak te afhankelijk van haar kinderen. Onsympathiek uitgedrukt, ze nam bezit van je. Zo vertrok een van mijn broers uit het ouderlijk huis op 32-jarige leeftijd. Hij ging (eindelijk) op zichzelf wonen. Mijn moeder was niet te troosten. Weer een Theo die haar verliet. Mijn vader en mijn broer droegen beiden de voornaam Theo. Op het moment van vertrek van mijn broer was mijn vader overleden.
Zo kreeg mijn vrouw indertijd van mijn moeder de opmerking van plaats te wisselen om hiermee een plaats vrij te houden voor wanneer mijn zus zou arriveren. Terwijl we toch geen gereserveerde plaatsen in het ouderlijk huis hadden? Voor zover mij bekend niet, op mijn vaders stoel na dan.
In het handelen van een van haar kinderen, waarin ze haar goedkeuring niet kon wegdragen, dit werd steevast met de andere kinderen besproken en niet met degene die het betrof. Hierdoor ontstonden er kampen waardoor de sfeer er niet beter op werd. Ik ben een keer gruwelijk uitgevallen tegen mijn oudste broer omdat, na het vele klagen van moeder aan mij aangaande zijn gedrag, ik het op een gegeven moment welletjes vond. Mijn moeder speelde vervolgens de vermoorde onschuld en deed alsof er niets aan de hand was. Bedankt! Van een veilige omgeving binnen het gezin is dan geen sprake.
Mijn moeder babbelde vaak aan een stuk door, vooral over zichzelf. Alsof ze het niet nodig vond om zich met het privéleven van haar kinderen te bemoeien. Haar tolerantie was achteraf gezien misschien wel een vorm van egocentrisme. U zult denken, hoe zo nadrukkelijk van vader en moeder houden? Je ziet je ouders toch als een instituut, daar kom je niet zomaar aan.
Enkele jaren terug gaf mijn mijn oudste broer naar mij aan dat ik vroeger de benjamin van moeder was. Ik was de oogappel van mijn moeder en hooglijk door haar gewaardeerd, door mijn vlotte babbel en de luchtigheid waarmee ik in het leven stond. Vader irriteerde zich door het verschil wat moeder tussen haar kinderen kon maken. Dit alles bevordert de saamhorigheid niet binnen het gezin. We zijn ons als concurrenten gaan zien, van broeder- of zusterschap is nooit sprake geweest. Tot op de dag van vandaag ettert dit door, complimenten geven of interesse tonen in elkaar, daarin lijken we wereldvreemd.
De katholieke kerk was een groot voorstander van grote gezinnen en ze waren bepaald niet wars van het obsessief stimuleren daarvan. Dit deden ze dan, door tijdens een familiebezoek het onderwerp aan te kaarten en de vraag voor te leggen of het weer niet eens tijd werd voor een nieuwe boreling. Wij hadden in de Vredesparochie een hele lieve pastoor, Gabriël François (*Zevenbergsehoek 1910 – † 1987). Hij was na zijn priesterwijding in 1935 kapelaan in Best, en vanaf 1937 in Tilburg in de parochie Gasthuisstraat. Tijdens de Tweede Wereldoorlog speelde hij een belangrijke rol bij de hulp aan onderduikers en verzetsstrijders. In 1948 kreeg hij opdracht tot de stichting van de 22e Tilburgse parochie in de omgeving van de Tongerlose Hoefstraat. Dit leidde tot de bouw van een parochiehuis (1950) en de Vredeskerk (1954).
Een eerstesteenlegging vredeskerk Provinciale Noord-Brabantsche courant Het huisgezin 11-08-1953
Bouwplan bij Vredeskerk 17-06-1954
Crucifix in de nieuwe Vredeskerk 1956 Nieuwe Tilburgsche Courant
3-6-1954 Vredeskerk Provinciale Noord-Brabantsche Courant Het huisgezin
Pastor François was een van de adviseurs van de Grafische Bond, de Patroonsorganisatie voor banketbakkers, de Katholieke Arbeiders Beweging, de Katholieke Actie en de SVB. Ook was hij betrokken bij de Stichting Roomsch Leven en de Sint-Canisiusstichting. In 1977 ontving hij de Zilveren Legpenning van de gemeente Tilburg. François wordt met een plaquette herdacht bij zorgcentrum Den Herdgang. Wij waren vroeger en hoe kan het ook anders direct aan de kerkgemeenschap verbonden. we waren kerkganger, misdienaar, acoliet, koorlid, en mijn vader bracht het Roomsch Leven in de parochie rond. Mijn moeder heeft nog ooit het interieur en al het koperwerk van de kerk op verzoek van de pastoor voor een zeer korte periode gepoetst. Ze gaf er snel de brui aan. Gabriël François was meer een 'pastoortje' want hij was niet bijster groot, en hij sprak een hele andere taal over gezinsgrootte. In een familiebezoek gaf hij op een bepaald moment naar mijn moeder aan dat vier kinderen toch eigenlijk ook wel mooi genoeg is. Maar omdat bij ons de geboortebeperkende middelen nog niet echt zijn intrede had gedaan, bleef het meer een kwestie van 'voor het zingen de kerk uit, of op basis van de menstruatiecyclus de ovulatie berekenen.'. Anders gezegd: rond de eisprong geen seks. Helaas werkte dit niet altijd, en zo werd er vier jaren na mijn geboorte opnieuw een kindje geboren.
Mijn broer en ik wilden 's middags de koster helpen. Het was toen aardig om vrijwilligerswerk te doen voor de kerk, nota bene op onze vrije woensdag. Wij klopten tussen de middag aan de achterkant van de sacristie aan de deur, maar er deed niemand open. Tegen de muur zagen wij in de grond een grote ijzeren klep die mogelijk toegang zou bieden naar de sacristie. We hebben niet geaarzeld en mijn broer hield de klep voor mij open en samen zijn we via die klep een ruimte naar een kelder beneden binnengetreden. Goed gedaan, deur open, en we zijn er. Nu via de trap naar boven. Helaas, de deur is op slot. Dan toch maar weer via de klep naar boven, en wachten op de koster. Maar wij, kleine mensjes, kregen de klep niet meer omhoog gedrukt om daarmee naar buiten te komen. Nondeju, wat nu? Nu laat dat maar aan mij over, janken is mijn professionaliteit, en ik zette het op een schreeuwen. Gelukkig, daar komt iemand, ze hebben ons gehoord. De deur wordt met een sleutel opengedraaid en een of andere bitch kijkt ons vragend aan: 'Wat doen jullie hier', snauwde ze, en ze pakte haar notitieblokje met de vraag wie wij waren. Het was de pastoorsmeid Tonia van Bragt, die zei: 'Zo, dit wordt genoteerd, en nu wegwezen, hou maar rekening met het feit dat dit een staartje gaat krijgen'. We hebben geen contact meer gezocht met Piet en gingen snel verder met spelen, niets aan de hand. Kapelaan Van Hoof zocht echter ondertussen contact met ons moeder en deed verhaal. We hoorden niets meer van het incident tot zaterdagmiddag toen moeder aangaf dat we maar snel moesten gaan zwemmen in de Zouavenlaan. Ze wist alles over het voorval en de boevenwagen was onderweg! Ze komen ons halen, we gaan het gevang in want we hebben ingebroken. Wij zijn misdadigers, wij zijn inbrekers. Snel gingen mijn broer en ik richting zwembad, en terwijl ik de pas erin had vroeg mijn broer aan mij of ik dit verhaal eigenlijk wel serieus nam? Mijn moeder was een uitgesproken plaaggeest. De term 'plaagstok' is nog beter op zijn plaats, omdat we deze thuis vaak gebruikte. De scheldkreet 'walg' kan ik me ook nog goed herinneren.
Vacature pastoorsmeid 1956
Hetzelfde hadden we met de televisieantenne op dak, wanneer dat kreng voor de zoveelste keer naar beneden kwam, dan maakte moeder er wel weer zo'n spektakel van, we scheten bij voorbaat al in onze broek. En zo plaagde ze ons wanneer de kroonluchter achter in de kamer, voor de zoveelste keer, spontaan (heel langzaam) naar beneden kwam. Zo langzaam dat moeder er altijd nog wel een kussen onder kon leggen, maar toch. Bij stevige bliksem ging ze op haar knietjes tot God bidden. De meest trieste momenten vond ik nog altijd nog dat mijn moeder kort na het overlijden van haar moedertje, mijn oma, bij het avondeten, stilletjes begon te huilen. Mijn vader was nog aan het werk in de avond. Dit verhaal gaat bij mij nog steeds door merg en been, ik zie haar lief schuin gezichtje. Tranen biggelden over haar wangen. Wij, als kinderen, waren solidair en huilden met ons moeder mee. Ik hou het nog niet droog als ik aan die momenten denk, kutwijf.
Daarentegen, om maar in dezelfde boude uitspraken te blijven, die ook mijn lieve moedertje niet vreemd waren. Mijn moeder was boos dat er op haar verjaardag een buurvrouw niet was verschenen. Ze riep naar mij, de dag na haar verjaardag, op de plaats achter ons huis, dat ik de plant die ze met haar verjaardag van de andere buurvrouw had ontvangen een beetje water moest geven. Wetende dat de buurvrouw, die haar verjaardag zonder reactie voorbij had laten gaan, hiermee de boodschap zou ontvangen. En ja hoor, de buurvrouw riep direct verontwaardigd uit vanachter de heg dat we dit toch niet meer deden. Bij elkaar op de koffie bij een verjaardag. Mijn moeder kon een echte flapuit zijn. Moeder was op jonge leeftijd met haar hartsvriendinnen op stap. Plots roept ze uit dat het toch verschrikkelijk is een hazenlip te hebben. Vriendin Lisa Spijkers, ook in het gezelschap aanwezig, had een hazenlip. Mijn moedertje kon wel door de grond zakken. Nog een boude uitspraak op het moment dat mijn vader overleden was en de broer van mijn vader kwam condoleren. Ome Leo was al jaren gescheiden en mijn moeder kon het niet laten om fijntjes op te merken dat het toch beter zou zijn wanneer eerst de gescheiden 'lappen' van deze aardbol zouden verdwijnen. Pas daarna de stellen die al jaren gelukkig getrouwd zijn.
Mijn zus beklaagt zich dat ze als kind en als jong volwassene weinig mocht en van allerlei gezellige uitjes werd weggehouden omdat ze een meisje was. Ik mocht, mijn zus is vier jaar ouder, 's nachts om half vijf of beter gezegd in de vroege ochtend thuiskomen na een avondje stappen. Mijn zus, die als eerste uitging, had de plicht om voor twaalf uur binnen te zijn. Het gedrag van mijn dominante oma, waarbij mijn moeder als ondergeschikt werd gezien, dit werd in een verdunde versie op mijn zus gekopieerd en geprojecteerd door mijn moeder. Zo sprak mijn moeder haar twijfel uit toen mijn zus na de lagere school toegelaten werd tot een HBS-opleiding. Zoals mijn moeder haar carrière voortijdig moest beëindigen in opdracht van mijn oma, zo wilde mijn moeder mijn zus van deze opleiding en carrière onthouden. U leest dat het met vrouwenemancipatie in die periode bijzonder slecht gesteld was.
Mijn moeder werkte met veel plezier met leeftijdgenoten op De Zuid, textielfabriek. Oma vond haar aanwezigheid thuis met klusjes belangrijker. Mijn moeder wist niet beter en ging ervan uit dat het normaal was. Haar gezin met vijf kinderen moest, ook later, hiervoor regelmatig wijken. Toen mijn ouders het ouderlijk huis verlieten omdat ze een bovenwoning in de Goirkestraat konden huren, trokken mijn oom en tante, Dirk en Mien, in het ouderlijk huis van Dirk. Bij mijn opa en oma. Mijn oma dacht opnieuw commando's te kunnen uitdelen, nu aan haar schoondochter. Tante Mien had echter niets met schoonmaakwerk. Toen ze op hoge leeftijd me bezocht, was ze in tranen over deze donkere periode waarin ze door haar schoonmoeder werd geterroriseerd. Kenmerkend hoelang we zaken zoals deze weg kunnen stoppen, maar op een later moment komt het naar buiten. Wanneer u deze kroniek leest, ben ik zelf het voorbeeld.
Voor de foto moeder op de fiets terwijl ik stevig mijn voeten op de grond hou zodat er niemand omvalt
Mijn oma was zeer ingenomen met de vriend en uiteindelijke partner van mijn moeder. Mijn vader was weinig spraakzaam en dat vond oma prima. Waren mijn ouders gelukkig in de liefde? Door de bank genomen niet. Mijn moeder was een ochtendmens en mijn vader een avondmens. Dat heeft een negatieve invloed op de relatie. Partners zijn gelukkiger als ze een voorkeur hebben voor hetzelfde dagritme. Mijn vader sliep, op de werkdagen na, altijd uit tot half elf of elf uur. Mijn moeder droeg de verantwoordelijkheid voor haar vijf kinderen. Omdat mijn moeder niet buitenshuis werkte, dacht ze dat dit tot haar plicht behoorde. Mijn vader kwam zelfs niet naar het ontbijt op een feestdag, zoals Kerstmis. Samen ontbijten maakt de mens gelukkig, is de conclusie uit een studie van Oxford Economics.
De boeddhistische monnik Shoukei Matsumoto schrijft: Sta vroeg op, gebruik deze kostbare tijd door te werken, of te studeren. Geniet van de tijd die je ongestuurd alleen kunt doorbrengen. Hiermee haal je voor de rest van de dag de druk van de ketel.
We hebben met zijn allen verzaakt om vader te verzoeken zijn leven te veranderen, en te sleutelen aan zijn ochtend. Nieuwe gewoontes beklijven beter als je ze in de ochtend uitvoert. 's Ochtends maken we meer van het stresshormoon cortisol aan waardoor nieuw gedrag beter inslijt. Een goed begin van de ochtend maakt de hele dag beter.
Moeder alleen met vijf kinderen
Vaderrol
In welke mate had mijn vader een rol in het gezin? Voor jongens is een vaderrol zeer belangrijk. In de moderne tijd kan een vaderrol ook door het andere geslacht gespeeld worden. Ik bedoel te zeggen, iemand moet een duidelijk voorbeeld geven waarin een jongen zich kan ontwikkelen tot man. Dit hebben wij gemist in ons gezin. Ik heb mijn vader mogen ervaren als een passieve man die het vader-zijn oversloeg. Mijn vader nam zelf geen vaderrol aan, voor mij een gemis en gebrek aan warmte. Natuurlijk kan ik voorbeelden aandragen dat hij sporadisch voor ons een enkel uitje organiseerde. Vader-zijn betekent voelen, maar ook allerlei saaie klussen doen; gedragsregels opstellen, op actieve wijze naar de verhalen van je kinderen luisteren, helpen met het opvoeden van de kinderen. Hij liet het liever aan mijn moeder over. Een aai over de bol, een complimentje, ons kinderen meenemen in zijn verleden, leider zijn van ons gezin, het was er allemaal niet. Het bekende excuus was steeds dat de beste man weinig tijd voor ons had omdat hij zoveel monden te voeren had en daar hard voor moest werken. Toen ik verkering kreeg, zag ik dat mijn zwagers ontzag hadden voor hun vader en dat bevreemdde mij. Ik heb dit gevoel nimmer gehad, bij mij overheerste altijd de schaamte. Ik heb me dan ook altijd ongemakkelijk gevoeld in een gezelschap met daarbij de aanwezigheid van mijn zwijgzame vader.
Ik las laatst in een boek waarin de suggestie wordt gedaan dat in zijn algemeenheid mannen vanaf hun vijfenveertigste levensjaar een natuurlijke toenadering tot hun vader gaan zoeken. Een verlangen hem duidelijker te zien en dichter bij hem te zijn. Een gebeuren op onverklaarbare wijze, alsof het volgens een biologische klok gebeurt. Tot ongeveer aan die leeftijd wordt de moeder nog geïdealiseerd. Deze fase heb ik moeten ontberen, omdat op mijn vijfenveertigste mijn vader al achttien jaar dood was. Ik kan wel een poging doen om hem met terugwerkende kracht beter te leren begrijpen. Dit is moeilijk omdat ik nooit een geestelijke band heb kunnen opbouwen. Is alles te verwijten aan mijn vader, ik denk zeker dat mijn moeder de zwijgzaamheid van mijn vader en het ontbreken van een vaderrol binnen ons gezin, op een ongezonde wijze heeft overgecompenseerd. In menig familiebezoek zag ik een vader die zwijgzaam toekeek, luisterde, en zijn vrouw met humor het gesprek gaande hield.
Ik ben een getourmenteerde persoonlijkheid geworden, niet om er zó pathetisch over te doen. Ik zoek echter nog steeds naar antwoorden, antwoorden die ik niet meer zal krijgen. Ik liet me laatst ontvallen in een gesprek met mijn zus, dat ik er wellicht beter aan had gedaan om meteen na mijn mijn huwelijk de affectieve banden door te snijden. Mogelijk had ik me kunnen bevrijden van mijn verleden en een nieuw leven kunnen beginnen. Helaas, ik liet me gevangen houden! Exuberante familiaire plichtplegingen overschaduwden ons prille geluk.
Geslaagd als 17-jarige, uitreiking diploma LDS in Postelse Hoeve Tilburg
Aan mijn kinderen de vraag of ik een goede vader ben geweest. Met plezier denk ik aan de reisjes door Nederland waarin we allerlei musea bezochten en ter voorbereiding op hun spreekbeurt bijvoorbeeld de Tweede Kamer bezochten of in het kader van de Vrede van Munster de vesting Bourtange bekeken. Om het niet te zwaar te maken werd het afgewisseld aldaar met kaarsen maken. Ter ontspanning en plezier elk jaar de vakantie doorgebracht in Center Parcs. Samen de wildwaterbaan af. Ik heb me altijd kwetsbaar durven op te stellen naar iedereen in mijn omgeving en heb een open relatie met mijn kinderen opgebouwd. Ik ben ook maar een mens, en dat spreek ik graag uit. Heb ik hulp nodig, ik schroom niet en ben blij met de medemens. En ook ik ken mijn fouten, ik verberg ze niet! Ik probeer met warmte en emotie om te gaan, elke dag weer.
Bourtange is een vestingdorp met aangrenzende moderne kom in de Nederlandse provincie Groningen, dat tussen 1580 en 1593 tijdens de Nederlandse Opstand is aangelegd. Bourtange ligt in de gemeente Westerwolde, in de gelijknamige streek.
Ik heb nooit het moment in mijn jeugd vergeten waarop ik de griesmeelpudding niet lekker vond. Mijn vader volhardde echter in het eten van de pap, tot kokhalzen toe. Maar de pap moest op! Mijn moeder gooide zonder overleg met mij mijn beer weg, toen ik nog jong was. Na enige tijd zoeken kreeg ik het verlossende antwoord van mijn moeder: dat vies ding heb ik weggegooid, heb jij niet meer nodig. Bij het ruimen van de pluche beesten van mijn kinderen anno 2023 hebben we aan ze de vraag voorgelegd of er nog interesse is. Mijn zoon van bijna 35 jaar wil graag de beer uit zijn kindertijd.
Toen ik als tienjarige de mis moest dienen om half acht' s ochtends, was ik samen met mijn vader en moeder. De rest van het gezin lag nog op bed. Mijn moeder maakte het brood voor vader klaar in een blikken trommel. Het brood werd belegd met rauwe ham. Als hij dan 's avonds thuis kwam en ik stak per ongeluk mijn neus in het trommeltje, kwam er een verschrikkelijke lucht vandaan uit dat blikwerk. In mijn beleving correspondeerde de combinatie van blik en ham niet. Tijdens dit ochtendtafereel werd er nooit een woord gewisseld tussen mijn ouders. Het enige wat ik van mijn vader hoorde was het gekreun en gesteun bij het aankleden in het veel te kleine keukentje. Terwijl als je de dag begint met een glimlach je hem al gewonnen hebt. Gelukkig kon ik op dit vroege moment van de dag snel weg, zonder ontbijt. Ontbijten mocht namelijk volgens de kerkelijke rituelen niet voor het ontvangen van de Heilige Communie. Ter communie gaan was niet zomaar iets. Je moest in staat van genade zijn, dus zeker onlangs hebben gebiecht. Maar uit eerbied voor de hostie, die immers het lichaam van Christus was, moest je ook nuchter zijn. Eten en drinken was slechts tot twaalf uur van de voorafgaande nacht toegestaan. Dat leverde nog weleens problemen op, want wat te doen wanneer je 's morgens vroeg tijdens het wassen per ongeluk een beetje water doorslikte? Of wat tandpasta?
Mijn jongste broer en ik kregen steevast te horen van vader dat we ons moesten meten met de resultaten op schoolgebied van de twee oudsten. Mijn broer kreeg op basis hiervan zoveel bevestiging dat hij dacht de vaderrol in te kunnen vullen. Hij tiranniseerde mijn zus die door mijn ouders ook was aangemeld bij de nonnen Hoge Ham in Dongen voor de kweekschool.
Vaak sprak hij over 'tante Mien', vast aanspreekpunt in de eetruimte beneden. Mijn oudste broer met mulo was een paar jaar eerder naar deze kweekschool gegaan in plaats van de kweekschool in Tilburg, die hogere eisen stelde qua punten behaald in voorgaande school. Mijn broer voldeed hier niet aan. Mijn zus volgde haar broer na een aantal jaren de HBS-opleiding te hebben gevolgd. Mijn broer, net boven mij, heeft de HBS-opleiding wel afgemaakt, maar koos ook voor een opleiding tot onderwijzer omdat hij onvoldoende helder had welke keuze nog meer voorhanden was. Er had voor hem zeker meer in gezeten, maar mijn ouders waren niet in staat hierin professioneel te begeleiden. Je kunt het vergelijken met kinderen nu van arbeidsmigranten. Door al die te vroege lofuitingen van mijn ouders werden noch mijn broer noch mijn zus geleerd om hun carrière, ook later, verder op te bouwen. Er volgde enkel berusting in het behaalde resultaat uit hun prille studieleven en daar bleef het in hun verdere loopbaan bij. Het een en ander is natuurlijk ook afhankelijk van je karakter, jouw drive tot blijven presteren.Mijn jongste broer en ik hebben, zonder kweekschool, functies binnen het management in het onderwijs verworven. Met een goed salaris na de nodige bij-/nascholing. Ik hoef het salaris van onze twee kweekscholieren niet te vermelden, u weet dat het na de HOS-nota in 1985 hiermee slecht gesteld was.
Terug naar de vaderrol, mijn vader was werkzaam bij Mercx en op een dag bracht hij rolschaatsen mee. Mijn vader en moeder gingen tegenover me zitten, met rolschaatsen in hun handen. Niets is mooier, wanneer ouders naar je aangeven blij te zijn met je. En dat je buiten alle andere momenten om, zoals je verjaardag, jij vandaag in het zonnetje wordt gezet. Ik kan dan 'dankjewel' zeggen, en hun een dikke kus op de wang geven. Helaas, de rolschaatsen waren niet voor mij, ik mocht ze wel aanpassen en ermee gaan rolschaatsen. Uiteindelijk werden ze toch mijn eigendom zonder enige ceremonie. Er werd geen kusje gegeven en daar was mijn vader weer blij mee, want van kusjes hield hij niet. Het was bij ons thuis altijd coronatijd, anderhalve meter afstand.
Het gevoel van een vaderlijke schouder heb ik vaak gemist. Toen ik aan het begin van mijn carrière plots werkeloos werd, heb ik steun gezocht bij mijn schoonvader, hij stond mij liefdevol bij. Het is niet bij me opgekomen dit verdriet met mijn eigen vader te delen. Mijn schoonvader heeft diverse vacatures bij de gemeente, waar hijzelf ook werkzaam was, aan me voorgelegd. Uiteindelijk koos ik toch weer het onderwijs, waar ik veertig jaar werkzaam bleef. Mijn schoonvader was voor mij de sturende kracht die van een vader mag worden verwacht.
Mijn vader lag in het ziekenhuis op sterven. Mijn oudere broer durfde niet binnen te komen. Verder in het verhaal leest u meer hierover. Hij stond aan de balie met zijn vrouw te bellen, voor ZIJN mentale ondersteuning. Samen met mijn vrouw hebben we de laatste woorden gewisseld met vader. Mijn vader stierf in eenzaamheid, zoals hij zijn hele leven in eenzaamheid heeft doorgebracht.
Ik heb geen hoop meer, ik moet het leven accepteren. In coelo quies (Lat., in de hemel is rust)
Gedicht
Een passage uit het gedicht van Nietzsche:
Toen en thans
Gebroken ben ik, ik heb me bevrijd
Van wat gold als oud en goed.
Wat mij in kindschap heeft verblijd,
dooft thans de laatste gloed.
Al wat me eens vasthield, is thans gebroken,
En wat een kind gelooft,
Dat is door het hart gestoken
En is me nu ontroofd.
Een ode aan mijn herinneringen
De moraal van dit verhaal is dat ik mijn ouders, broers en zussen achteraf van alles kan verwijten. Me verongelijkt kan voelen, omdat er zo weinig gesproken werd en zo weinig onze gevoelens werden gedeeld. Maar het ligt natuurlijk ook aan mezelf. Ik toon in mijn verhalen in deze kroniek veel interesse in familieleden, in wat ze gedaan hebben en hoe ze in het leven stonden. Maar geef ik voldoende aandacht aan wat er vlak voor mijn neus is? Want dat zijn de dingen die ik vaak niet zie. Eigenlijk is 'nieuw' gewoon een ander perspectief op wat er al was. En een feit is ook dat het leven voorwaarts wordt geleefd en pas achteraf wordt begrepen. Ik heb in de afgelopen decennia een psycho-therapeut gehad en een aantal psychologen bezocht, pas nu heb ik iets meer helderheid in mijn familiegeschiedenis gekregen. Met name door alles wat ik heb leren 'zien' in deze kroniek op te schrijven. Niet alleen om het van me af te schrijven, maar om meer inzicht te krijgen. Zonder dat deze gedachten mij mentaal in een slachtofferrol duwen. Hieronder ga ik dieper in op de slachtofferrol. Wij zijn allemaal kinderen van onze tijd, en leven volgens de heersende opvattingen.
Is het de melkboer die ik zoek?
Ik heb in het verleden regelmatig getwijfeld of ik wel van vader afkomstig ben en waarom niet van de melkboer?
Stel dat in onze contreien de kans dat de melkboer langs is geweest 1% bedraagt. Dat wil zeggen dat er een kans is van 1% dat vader vader niet is. Wat is dan de kans dat na 10 generaties de gevonden voorouder ook de biologische voorouder is?
Er is 1% kans dat mijn vader mijn vader niet is, en dat zijn vader niet zijn vader is. Er is dus 99% kans dat mijn vader wel mijn vader is, en dus is er 0,99 x 0,99 = 98% kans dat mijn opa wel mijn opa is. Na 10 generaties d.w.z. 0,99 op 10 betekent dit ongeveer 90% kans dat de gevonden voorouder inderdaad ook mijn voorouder is. Dat lijkt een redelijke score, maar op een totaal van 1000 voorouders betekent dit dat 100 ervan wel eens niet mijn voorouder zou kunnen zijn. Ik besteed veel tijd aan het napluizen van allerlei bronnen om te zien of ik er nog generaties aan kan plakken. Als we hierbij 1200 jaar terugrekenen en Karel de Grote (768-814) als uitgangspunt nemen. De vraag is dan in hoeverre ik van Karel afstam? Op dit moment is de melkboer-factor gestegen tot 35%. Zelfs al zouden de genealogische onderzoeken voor 100% correct zijn, en tot eenduidige conclusies hebben geleid, dan nog is de kans niet meer dan 65% kans dat Karel via die weg mijn voorouder is. Niettemin is er geen reden tot zorg, want als Karel zijn genen niet via dit aantoonbare pad aan me heeft doorgegeven, dan is de kans erg groot dat hij dat wel heeft gedaan via een ander maar helaas ontraceerbaar pad. Enig relativeringsvermogen komt hier van pas. Ook de sibbenkunde (genealogie) is maar een spelletje.
De oogst zal zijn wat er eerder gezaaid is
Hoe ga je om met mensen die alsmaar in de slachtofferrol blijven hangen? Als iemand in de slachtofferrol zit, heeft diegene er vaak een belang bij om dat zo te houden.
Kent u ze in uw familie?
Het gevoel dat ik echt van de melkboer ben, wordt elke dag meer bevestigd. In tegenstelling tot mijn broers en zus kan ik, als voorbeeld, niet echt kwaad worden en dit vervolgens afreageren op een ander. Ik ben meer het type dat 'teleurgesteld' is. Ik zou zeker weleens op iemand af willen reageren, maar dit zit niet in mijn aard. Mijn twee jaar oudere broer was net als ik, ik denk dat hij van onze toenmalige groenteman was. Heb ik nog meer voorbeelden waarin ik bewijs kan leveren van de melkboer te zijn? De melkboer kwam bij ons elke dag langs en begin jaren zestig verkocht hij zelfs melk zonder verpakking. Je kon een kan aanleveren waarop hij deze volgoot. Ik deed vaak de deur open en bij goed weer verscheen ik als vijftienjarige in mijn blote bast. Hij begon dan altijd met me te stoeien wat ik niet echt kon waarderen. Hij had iets met me, dat was duidelijk.
Slachtofferrollen
Als ik nog meer voorbeelden heb, moet ik binnen ons gezin kijken. Als voorbeeld: mijn zus is zeven keer op rijexamen geweest en telkens moest ze, met name door haar geliefde, getroost worden. Daarentegen, ik ben vijf keer op geweest voordat ik slaagde, echter nadat ik gezakt was voelde ik weer zoveel positiviteit, het was voorbij en de volgende keer misschien wel een kans op slagen. Mijn zus was dan verbaasd over mijn optimisme. Nu we het toch over de rijvaardigheid hebben van onze familie wil ik u van enkele anekdotes niet onthouden. Mijn vader haalde pas op latere leeftijd zijn rijbewijs en dat was in zijn rijstijl duidelijk terug te zien. Hij reed in zijn auto als een man van 95 jaar, zo voorzichtig en traag. Mijn oudere broer reed daarentegen alsof hij op het circuit van Zandvoort reed. In zijn auto vloekend en tierend, weggebruikers werden geïntimideerd. De wijsvinger ging regelmatig richting voorhoofd.
Mijn twee jaar oudere broer had rijexamen. Dit werd voortijdig afgebroken. Hij mocht weer terug naar het café Casino St.-Josephstraat, Tilburg. Dit was de start- en eindbestemming van de rijexamens. Hij had een groot aantal fouten gemaakt in het verkeer. Mijn broer wees de examinator echter op het feit dat nog niet aan de volledige examentijd was voldaan. Mijn broer wilde de resterende examentijd verder afmaken. Het ontaardde in een felle discussie waarop de examinator mijn broer commandeerde om per direct de auto te parkeren langs de kant van de weg, in afwachting van de instructeur. De examinator stapte uit, liet mijn broer zitten en ging vervolgens boos te voet richting café Casino. Mijn broer was even van zijn stuk van het hele gebeuren, maar trok snel de stoute schoenen aan en reed zonder examinator richting café Casino. Terwijl hij de examinator passeerde wuifde hij hem vriendelijk toe. Het gezicht van de examinator stond op onweer, hij was ziedend. Uiteindelijk is mijn broer toch nog een examen later geslaagd. Tja, echt professionele weggebruikers zijn we nooit geworden. Wellicht vraagt u zich nu af hoe het met mijn rijvaardigheid is gesteld. Ik kan u geruststellen, ik heb tijdig het stuur aan mijn vrouw gegeven!
Als mijn oudere broer zijn zin niet kreeg in zijn werk, in de hiërarchie waaruit de organisatie was opgebouwd en waarin iedereen zijn rol had, dan nam hij het heft in handen en passeerde alles en iedereen. Hij probeerde vervolgens zijn gelijk te halen bij de hoogste instantie, in dit geval de minister van Onderwijs. Tja, dan schop je tegen teveel heilige huisjes en kun je je carrière wel vergeten. Hij is nog wel even schooldirecteur geweest van een basisschool, zonder het daarbij behorend salaris, dit volgens eigen zeggen. Mijn zus voelt zich haar hele leven verongelijkt en mijn jongste broer is standaard boos op alles en iedereen. Probeer je dan maar eens te handhaven als je in zo'n zootje mag opgroeien. Het is me ondanks alles toch gelukt, gelukkig.
Mijn jongste broer heeft zijn hele leven niet gestemd, want zijn stem krijgt in de politiek niet de volledige uitwerking die hij ervan verwacht. Mijn broer beseft onvoldoende dat in Nederland, bij elke verkiezing, een coalitie gevormd moet worden. Voor hem zou een dictatuur een verademing zijn. Of toch niet? Een democratie is iets waar elke dag aan gewerkt moet worden. Vanaf mijn 18 jaar heb ik bij elke verkiezing gestemd. Ik ben politiek geëngageerd en probeer dit zoveel als mogelijk over te brengen op mijn kinderen. Ik hecht veel waarde aan vertrouwen in de mens.
Wat zijn de doelen van dit soort mensen met hun slachtofferrol?
Wil men voordeel halen uit dit fenomeen? Heeft het geweten het nodig om de schuld te verleggen? Voor je gevoel ligt de schuld nooit bij jou. Of het werk- of thuissituatie betreft. In de slachtofferrol heb je het gevoel dat het leven je overkomt. Daar is niets aan te doen. Dit kan een hele fijne manier van vluchten zijn. Je houdt het rustig voor jezelf.
Ben je zo iemand die een goede relatie met familie of vrienden wil, maar het moet wel van hun kant komen? Je kunt nu zeggen dat je geen familie hebt. Kunt u zich voorstellen dat er mensen zijn die zich gelukkig voelen om ongelukkig te zijn? Is de reden om ongelukkig te zijn omdat het overzichtelijk is? De wereld heeft je iets aangedaan en daar kun je niets aan doen. Tegelijkertijd moet iedereen rekening met jou houden.
Zou het mogelijk zijn er iets mee te winnen?
Mijn ouders hebben de twee oudste kinderen vaak onder hun hoede genomen en ze de ondersteuning gegeven waar ze wel/niet om vroegen. Daardoor moest de rest van het gezin vaak het onderspit delven. Het voordeel hiervan is echter dat ikzelf, zonder die steun, me heb doorontwikkeld, waardoor ik met beide benen steviger in de maatschappij ben gaan staan.
Het is niet erg als je even in de slachtofferrol gaat zitten, maar blijf er niet in hangen. We doen het allemaal weleens. Blijf je in de slachtofferrol hangen, dan zit hier iets achter. Je ziet dit vaak bij mensen die er zelf niet uitkomen, of ze willen het gebruiken om de omgeving naar hun hand te zetten. Slachtoffers manipuleren hun positie, en hebben het gevoel niets te hoeven. Tegelijkertijd neemt deze rol de verantwoordelijkheid weg, ze hoeven niets te doen en groeit er ook niets meer. En dat is eigenlijk het grootste probleem. Door ouders op handen gedragen vanwege studieresultaten (?) en daarna zonder stevig fundament niet meer in staat om carrière te maken of door te gaan met studeren (een leven lang leren) op desbetreffend vakgebied.
Het leven vraagt om te participeren en te delen.
Grenzen opzoeken en deze verleggen om te groeien. Bij niet meedoen stagneert alles. Het blijven zeuren maakt contact in de familie moeilijk. Ik ben de jongste op een na, en heb me altijd positief in het werk opgesteld. Mijn jongste broer had deze eigenschap wat minder, wat hem in zijn loopbaan zo nu en dan problemen gaf. Het goed in je vel zitten heeft me steeds weer een stap verder gebracht, naar een volgende trede op de maatschappelijke ladder. Mijn broer geeft naar mij aan dat we de enige in het gezin zijn die uiteindelijk een bungalow konden veroorloven, op eigen kracht. Wat zouden onze ouders nu gezegd hebben, ze zijn al decennia jaren geleden overleden. Ik voel me verre van slachtoffer, zouden ze met terugwerkende kracht trots op ons zijn?
Met een positieve instelling is het moeilijk om met mensen in een continu slachtofferrol om te gaan. Bij een burn-out helpt een negatieve opstelling mij niet verder. Dan liever geen bezoek. Chagrijnig kijken is beter dan blij kijken.
Is het tij nog te keren?
Ik denk het niet, zeker wanneer men al te lang in de slachtofferrol heeft gezeten. Kan provocatief confronteren helpen? Ze moeten jou altijd hebben’. Of tegengesteld confronteren? ’Jouw baantjes stelden niets voor, en in jouw relatie kom je ook veel tekort'.
Familiedynamiek
Begin jaren zeventig kwamen de eerste supermarkten in Tilburg. De bakker, slager, visboer, groenteboer, voddenman, het mosterdmanneke, verdwenen uit het straatbeeld. Ik werd bevrijd van die handtastelijke melkboer.
Het gezin waarin ik ben grootgebracht, ik kan het loslaten! Dinie Kluijtmans, vrouw van oud-collega René Haans, bracht me deze week nog wat wijsheid bij. Goede kennissen van ons waarmee ik al meerdere malen diepgaande gesprekken op dit vlak heb gevoerd. Dinie had het over 'familierollen'. Daarin wordt onder andere gesteld dat het oudste kind verantwoordelijk is, het middelste kind een vredestichter en de jongste een rebel. Dit klopt in ons gezin redelijk goed op mijn oudste broer na, waar ik niet de verantwoordelijkheid van heb mogen ondervinden. Meer de richting van autoritair, baasachtig, bedillerig, dominant, drillerig, eigenzinnig en altijd geneigd te bevelen. Zich openstellen voor een ander en een ander de ruimte geven, dit ging zijn geestelijk vermogen te boven. Zo dadelijk een mooi voorbeeld wat er voorviel tussen hem en mijn jongste broer, waarin ze beiden laten zien dat ze zich gevangen hielden in hun eigen patroon.
De plaats in het gezin is bepalend voor de verdere ontwikkeling op je leven. Interessant is om de familiedynamiek alsnog vast te stellen: welke rol heeft eenieder op zich genomen en heeft uiteindelijk zijn/haar leven bepaald. Als ik naar mezelf kijk dan besef ik goed dat ik steeds terugval in het herhalen van patronen, die me weerhouden om authentieke keuzes te maken. Ik zou zelf mijn levensmantra kunnen aanpassen.
We laten ons nog regelmatig gevangen nemen. Een voorbeeld hiervan is mijn jongste broer die bij zijn oudere broer op bezoek ging.
Op een gegeven moment vroeg de oudere broer aan hem wat hij eigenlijk deed voor werk (pensioengerechtigde leeftijd van mijn jongste broertje is al redelijk in zicht). Omdat onze oudere broer zich op alle vlakken in de familiehiërarchie boven eenieder verheven voelde, durfde mijn broer geen antwoord te geven. De carrière van mijn jongste broer was een heel stuk succesvoller verlopen, door hierover te beginnen zouden de patronen van beide broers doorbroken worden, en dus bleven ze in hun eigen patroon gevangen.
Wat kan ik nog aan mezelf veranderen? Volgens de psycholoog die ik vorig jaar een poosje heb bezocht zal dit beperkt zijn. 'Ik ga je geen pijn doen', gaf ze naar me aan. Mijn leven, nu nog volledig op zijn kop zetten, lukt niet meer. Wat kan ik wel? Stoppen met pleasen. Dat is niet makkelijk, maar ik kan het proberen. Dan maar minder aardig gevonden worden. Voor de twee jongsten van ons gezin gold: 'Hoe verder in de rij, hoe minder bijzonder en hoe minder foto's er van je zijn'. Volgens Dinie heeft ons dat wel sterker gemaakt in het leven, en dat kunnen we beamen. Mijn broer Theo was de middelste, ook wel een sandwichkind genoemd, het ging nooit om hem en hij viel overal buiten. Een goede eigenschap van mijn middelste broer was dat hij zowel met de oudste als met de jongste goed kon opschieten.
Ik heb, denk ik, voldoende geleerd om niet meer alles weg te drukken. Het is mijn streven het verleden met zachte handen vast te houden. Ik maak er geen vuist van, ik open mijn handen juist, maar ik hou het stil in mijn handen: een zachte omhelzing met aandacht. Aandacht die niet meer zal verdwijnen.
Omdat ik uw vertrouwen geniet, heb ik u deelgenoot gemaakt van mijn binnenwereld. Ik ga ervan uit dat u zorgvuldig met mijn verhaal omgaat. Om toch liefdevol terug te kijken op het gezin waaruit ik voortkom, zal ik met milde ogen mijn verleden aanschouwen. Ik hoop door meer inzicht te hebben gekregen, ik liefdevoller terug kan kijken, maar vooral vooruit kan kijken, naar mijn twee kinderen, partner en twee kleinkinderen.
Heb ik die vriendelijke aanraking toen onvoldoende bewust gevoeld, en heb ik het vriendelijke gebaar uit mijn geheugen gewist? Ik ervaar deze hand NU begripvol. Bedankt! Deze hand op mijn schouder geeft mijn vader de sacrosancte status die hij verdient! Natuurlijk hield ik van mijn vader, ik heb alleen zijn autoriteit gemist, en tegelijkertijd heb ik het zelf te weinig ruimte gegeven.
Voetnoot
Een reactie van Dinie Kluijtmans die me in dit proces de laatste tijd heeft gevolgd.
Hoi Hans,
Omdat ik las dat je jouw levensverhaal herschreven had, was ik reuze benieuwd naar de laatste versie. Al lezende kwam ik uit bij de foto inclusief wat je er onder geschreven had. Dit laatste raakte me in het bijzonder. Heel fijn dat je door de ogen van nu hiernaar kijken kan, liefdevol en zonder oordeel. Hans, deze foto kan je helpen op momenten dat het even niet lekker gaat met je.
Tip: Gebruik deze metafoor en voel de steun van je vader achter je. Hij heeft vast de beste versie van zichzelf gegeven.
Ik heb onlangs een fotoalbum ontvangen van mijn schoonzus Krystyna, waarin fragmenten uit het leven van mijn vader worden weergegeven middels foto's en allerlei documenten. Het album is, na het overlijden van mijn vader in 1983, door broer Theo gemaakt. Ik neem met u deze album op de ondertussen vertrouwde digitale wijze door.
Het album heeft een klein gouden autootje op de kaft, wat volgens mij moet betekenen dat mijn vader zijn auto heilig vond: de heilige koe.
Op vakantie in Duitsland
Vervolgens zie ik een portret van Theo van Gogh door zijn broer Vincent geschilderd. Wellicht een verwijzing naar mijn vader die ook Theo heette en mijn broer Theo die in deze album het leven van vader wilde schetsen. Mijn broer begint het album met een kalender verwijzend naar woensdag 19 januari 1983, de dag waarop vader overleed. Honderd jaar terug, op zondag 22 juli 1883 schreef Vincent van Gogh aan zijn broer Theo: 'Ik heb eigentlijk geen vriend behalve U en als ik beroerd ben zijt gij me altijd in gedachten.' Dit weerspiegelt de sombere gedachte van mijn broer van die dag. Uit de oude doos plaatst hij foto's van vader en moeder.
Aanvankelijk, vanwege het tekort aan woningen, gingen mijn ouders inwonen bij de ouders van mijn moeder, Nijverstraat 7 Tilburg. Een paar jaren later konden ze een bovenwoning in de Goirkestraat 53 bemachtigen boven de Sparwinkel en naast de bloemenzaak 'Bloemenhuis De Chrysanthemum' van D. J. Derksen. Mijn moeder had een goed contact met de dochter, Leny Derksen, die later trouwde met Van Son, die, net als ik, vele jaren later daarna koorlid werd in de Vredeskerk. Leny ging wonen in Kwaadeindstraat 118. In 1953 hebben mijn ouders, die ondertussen drie kinderen hadden, een nieuwbouwwoning op het adres Beatrixhof 28 in de Nassaubuurt gekregen.
Vrijwilliger bij het Rode Kruis
Mijn vader heeft geen militaire dienst verricht, maar was wel vanaf jonge leeftijd vrijwilliger bij het Rode Kruis. Hij heeft geholpen bij de watersnoodramp van 1953 en in de buurt werd hij steevast opgetrommeld wanneer er ergens binnenshuis persoonlijke ongelukjes waren gebeurd, zoals een gebroken arm of andere verwondingen. Hieronder zie je nog meer foto's waarop mijn vader als vrijwilliger staat.
Toen ik in de jaren zeventig vorige eeuw werkzaam was bij Vroom & Dreesman, en me ziek had gemeld voor een griepje, kreeg ik bezoek van de controlerend geneesheer dr. Boelaars. Boelaars was voor mijn vader een oude bekende van het Rode Kruis en de aandacht ging meer naar elkaar dan naar mij. Het was tenslotte alweer een tijd geleden dat ze hadden samengewerkt binnen het Rode Kruis. Dr. Boelaars was kort en bondig naar mij toe, hij zei dat ik het maar een weekje moest uitzieken. Met dank aan vader, en vooral aan zijn relaties.
Het Rode Kruis Tilburg is altijd een bescheiden organisatie gebleven. Bij het halve-eeuwfeest in 1960 zijn er 70 vrijwilligers actief waaronder mijn vader. Pas in de jaren 70 vertoont de organisatie een stijgende lijn. Analoog aan de maatschappelijke veranderingen professionaliseert de afdeling, waarbij het landelijke rapport herbezinning (1975) een belangrijke rol speelt. Er komt een moderner jeugdbeleid, met onder andere een cursus voor studenten, die later leidt tot de huidige Studentendesk: studenten van de Universiteit van Tilburg zetten zich in voor Sociale Hulpprojecten.
Met terugwerkende kracht kan ik stellen dat ik ontzettend trots ben op de prestaties van mijn vader! Zijn medailles en oorkondes heb ik helaas niet in mijn bezit. Hij krijgt van mij postuum een lintje!
Lintjesregen bij gouden feest Rode Kruis, afdeling Tilburg, mijn vader staat in het midden. ------->
- Groepsfoto van vrijwilligers van het Rode Kruis afdeling Tilburg e.o. op 29 mei 1960. De foto is gemaakt bij Boerke Mutsaers ter gelegenheid van het vijftigjarig (gouden jubileum) bestaan van de afdeling. Mijn vader zie je onderaan de vlag links op de punt.
Medaille voor 20 jaren trouwe dienst
29-05-1965
- De overhandiging van oorkondes tijdens het 50-jarige bestaan van het Nederlandse Rode Kruis, afdeling Tilburg op 29 mei 1960. De feestelijke receptie werd gehouden in Hotel Riche aan de Heuvelring. Mijn vader in de rij van de mannen 3r van rechts.
- De overhandiging van oorkondes tijdens het 50-jarige bestaan van het Nederlandse Rode Kruis, afdeling Tilburg op 29 mei 1960. De feestelijke receptie werd gehouden in Hotel Riche aan de Heuvelring. Mijn vader staat in het midden.
Handen schudden tijdens het 50-jarige bestaan van het Nederlandse Rode Kruis, afdeling Tilburg e.o. op 29 mei 1960. De receptie van het halve-eeuwfeest vond plaats in Hotel Riche en het Rode Kruisgebouw aan de Tuinstraat. Er waren ook EHBO oefeningen in de voormalige schouwburg en een feestavond bij café La Gaité aan het Piusplein. Mijn vader staat 2e in de rij links.
Medaille voor 10 jaar trouwe dienst
22-11-1951
Als de atoombom eens op Tilburg valt
27-11-1951
- Het Nederlandse Rode Kruis afdeling Tilburg. Op tweede kerstdag 1949 werd er voor de eerste keer aan een jaarlijks terugkerende traditie begonnen. De transportcolonne organiseert een kerstfeest voor bedlegerige zieken en invaliden in het katholiek Militair Tehuis aan de Capucijnenstraat. Een vrouwelijke gast wordt door leden van het Rode Kruis uit de auto geholpen. Rode Kruis medewerkers halen zieken thuis op om met hun de kerstviering te kunnen vieren. De ziekenauto is een c1942 Austin K2Y van vermoedelijk de GG&GD Tilburg. Dergelijke Austin-ziekenauto's waren afkomstig uit het Britse leger en moesten direct na de oorlog het verlies in de oorlog aan ziekenauto's compenseren. Mijn vader staat op de 1e foto met zwarte lijst hierboven 6e van rechts.
Datering 26-12-1949 Capucijnenstraat, Paterstraat
Transportmiddelen van het Rode Kruis in 1950. Links een eigen ambulance, rechts een gehuurde bus. Hiermee werden zieken en gehandicapten naar de Kerstviering op 26 december gebracht.
De colonne loopt in de jaren vijftig vorige eeuw in de Laarstraat voorop tijdens de uitvaart van een vrijwilliger. Het vaandel is omfloerst.
Vrijwilligers van het Rode Kruis hebben een bejaarde en gehandicapte vouw opgehaald voor de Kerstviering in 1950. Met vereende krachten wordt ze uit de bus geholpen. De leden van die colonne dragen een voor die tijd typisch uniform.
De door het Rode Kruis georganiseerde Kerstviering in 1950. Bedlegerige mensen en gehandicapten werden vergast op een ontspanningsmiddag. Op deze foto gaat de aandacht uit naar een toneelvoorstelling.
De tiende verjaardag van de bevrijding van Tilburg werd op 31 oktober 1954 gevierd met het Wolcorso. Het was voor de eerste- en de laatste keer dat dit evenement werd georganiseerd.
Een aantal foto's hierboven geplaatst, en waar mijn vader op staat, zijn in het boek van Paul Spapens opgenomen. Het boek met de titel 'In Tilburg thuis' (Een eeuw Rode Kruis in Tilburg e.o. 1910-2010). Een aantal vrijwilligers genoemd in het boek waaronder Corry de Laat-Brokken en Piet van Erp heb ik later, als collega's, leren kennen binnen het beroepsonderwijs. Paul Spapens, de schrijver van dit boek, leerde ik kort kennen binnen het Sint-Nicolaas comité Tilburg.
Het Nederlandse Rode Kruis afdeling Tilburg. Groepsfoto van het Verzorging Rode Kruis korps tijdens een bedevaart naar het Belgische Beauraing op 2 juni 1957. Hier zijn tussen 29 november 1932 en 3 januari 1933 maar liefst drieëndertig Maria verschijningen waargenomen door vijf kinderen. Vanaf dit moment trekken bedevaartgangers naar het kleine stadje in de Ardennen. Vanaf 1949 werden de verschijningen officieel erkend, waardoor grotere bedevaarten naar Beauraing georganiseerd werden. Vanuit Tilburg werden deze reizen begeleid door vrijwilligers van het Rode Kruis. Vader staat achterin links van het midden.
Vrijwilligers van het Rode Kruis Tilburg werden vanaf het jaar van oprichting geschoold in EHBO. De Rode Kruiscursussen zijn de oudste EHBO-cursussen in Tilburg. De eerste EHBO-vereniging van Tilburg werd in 1929 opgericht, negentien jaar na het Rode Kruis. Deze werd vernoemd naar Peerke (Petrus) Donders. De eerste cursus werd gegeven aan het Maria Gorettihuis aan het Wilhelminapark. In totaal deden er 64 mannen mee aan deze eerste cursus.
Nieuwe Tilburgsche Courant 07-06-1957
Toen mijn moeder op maandag 20 juli 1953 beviel van haar derde kind, krabde ze een dag eerder haar hele gezicht kapot. Dit vanwege de frustratie dat mijn vader op zondag 19 juli, van de vroege ochtend tot de late avond, liever aan een bedevaart deelnam. Zou het niet beter zijn om zijn hoogzwangere vrouw te steunen? Mijn moedertje kon wachten, kwestie van prioriteiten.
Over mijn vaders autorijkunsten heb ik voldoende verteld. Toch aan de hand van enkele foto's nog wat informatie. Hij was zeer ontdaan met onderstaande verkeersbon omdat hij op de Bredaseweg een fietser had afgesneden. Hij was zich hiervan niet bewust, maar toch. Later werd een aanrijding op de parkeerplaats van Merkx door een collega veroorzaakt, wat deels ook te wijten was aan mijn vader. Zijn collega dacht dat hij al weg was gereden, maar mijn vader had helaas weer veel tijd nodig met wegrijden. Na garage Groothuis waar mijn vader met bemiddeling van ome Dirk zijn eerste auto, een kever, kocht, ging hij daarna voor jaren in zee met Joop Vullings in Oirschot. In dezelfde garage kreeg ik van vader mijn eerste Kadett.
Garage Vullings Oirschot
Mijn vader koos een signaal gele auto, dit tot afschuw van onze buurtjes van de Wiel
Rome 30 april 1971
In goede tijden kon Merkx zich een uitje voor het personeel en partners permitteren, en zo ging iedereen een dagje met het vliegtuig naar Rome en dezelfde dag weer terug.
Mijn vader heeft zijn hele leven bij Merkx gewerkt als magazijnbediende. In eerste instantie wilde hij de schoenindustrie in en volgde hiervoor een opleiding. In de oorlog werd de opleiding afgebroken en ging hij werken bij Merkx. Later kwam de opgedane scholing en ervaring enkel nog tot uiting in het verzolen van onze schoenen.
Toen het steeds slechter ging met Merkx werd mijn vader ingezet, niet meer als magazijnbediende maar in plaats daarvan werd het schoonmaakwerkzaamheden en koffie rondbrengen. Het verfrommeld overzicht geeft aan met hoeveel plezier hij zijn laatste dagen bij Merkx sleet
Inschrijving bij het arbeidsbureau wat later door onze huisarts werd omgezet naar een WAO-uitkering. Dit oneigenlijk gebruik werd in de jaren negentig als een groot probleem ervaren. Ondertussen waren bijna 1 miljoen mensen 'arbeidsongeschikt'. Lubbers verklaarde dat 'Nederland ziek is'
Omdat mijn vader moeite had na zijn ontslag een zinvolle dagvulling te vinden, heeft mijn zus allerlei suggesties gedaan waar hij in mee ging. Omdat hij graag las, een abonnement op de leesmap en het tuinieren bij de Dahliavereniging Flora zodat hij naast het tuinieren ook weer onder de mensen kwam. Bij mijn vader werd jaren later een te traag hartritme geconstateerd. De sinusknoop of de AV-knoop werkte in het hart niet goed. Toen hij op een zaterdag, 7 april 1979 om half een 's middags, na te hebben gewerkt bij de Dahliavereniging Flora naar huis wilde, werd hij onwel bij de oversteek Baroniebaan richting Bredaseweg. Hij werd met hoge snelheid in de flank geraakt door een auto die richting Breda kwam. Tijdens de aanrijding was mijn vader al buiten bewustzijn geraakt en heeft van het ongeluk niets meegekregen. Zijn auto werd total loss verklaard. Bij mijn vader werd een pacemaker ingebracht, zodat het hart weer het juiste ritme kreeg door stroomstootjes.
Toen mijn zus in 1981 beviel van haar tweeling was mijn vader apetrots. De foto's spreken voor zich. Later kwamen er nog vijf kleinkinderen bij waarvan hij helaas geen deelgenoot meer werd.
We hebben zeker plezier beleefd aan de feestjes en partijtjes. Het parochiezaaltje werd afgehuurd voor het vieren van vaders dienstjubileum bij Merkx. Postelse Hoeve werd afgehuurd voor het vieren van hun 25-jarig huwelijksfeest. Thuis werd met de buurtjes soms in de huiskamer op passende muziek gedanst.
Huwelijksfeestjes werden steevast door de kinderen verzorgd, wat bij mij weleens irritatie gaf omdat de kinderen voor alle kosten konden opdraaien. Later zijn we op kosten van mijn schoonouders vaak uit eten gegaan. Zo kon het dus ook. En ook ikzelf nodig mijn gezinsleden, op mijn kosten, uit voor een etentje. Nee, er gold geen excuus want van enig geldgebrek was geen sprake.
Broer Guido die goed tekenen kan verzorgde de illustraties bij elk feest.
Op vakantie zijn we nooit gegaan, op wat dagtripjes na. Een aantal jaren voor zijn dood is vader met moeder en een deel van het gezin naar Duitsland afgereisd. Het initiatief lag weer bij de kinderen. U ziet vakantiekiekjes en met zijn allen op de foto thuis. Mij ziet u weer eens in blote bast met mijn toenmalige vriendin.
Van Rijkspostspaarbank naar Postbank, pinnen bestond toen nog niet. Mijn moeder kreeg periodiek van vader huishoudgeld uitgereikt.
Het was uiteindelijk de halfzware shag Drum die mijn vaders doodvonnis heeft ondertekend. Terwijl toen al op de shag vermeld stond dat roken de gezondheid bedreigt. Mijn zus heeft nog even getwijfeld in hoeverre asbest een oorzaak geweest kon zijn. In die tijd werd nog volop met asbest gewerkt, zonder dat men van de gevaren bewust was. De conclusie van dr. Palmen was duidelijk: het roken van sigaretten of het roken van shag leidt in de meeste gevallen tot longkanker.
Het gezegde 'De pot verwijt de ketel dat hij zwart ziet' is van toepassing, in het licht van wat mijn broer dr. Palmen verweet. Zie hierboven een gedeelte van de brief die hij richting Palmen had opgesteld. Hijzelf verschool zich in het ziekenhuis achter de deur van de kamer waar mijn vader op sterven lag. Hij, zoals ook wij, waren door broer Theo telefonisch op de hoogte gesteld dat we met spoed moesten komen. Mijn vrouw en ik passeerden hem bij de balie en gingen snel bij vader naar binnen. Mijn vrouw en ik waren als familie alleen met vader. De rest, op mijn oudste broer na, was onderweg, en kwam te laat in het ziekenhuis aan. Hij vermeed het laatste contact. Later, na het overlijden, wilde hij met mijn zus een gesprek met de priester, die ook bij het overlijden van mijn vader aanwezig was. Om te achterhalen wat de laatste woorden van vader waren. Was binnen gekomen, en had met mij en mijn vrouw, in aanwezigheid van priester en verpleegster samen de laatste woorden met vader gedeeld, en samen ons verdriet gedeeld. Als oudste had je nu iets kunnen betekenen, maar misschien werd er te veel gevraagd: 'Ad impossibile nemo tenetur'?
Wij, als familie, hebben niet te oordelen. Actus non facit reum nisi mens sit rea: Een daad maakt een persoon niet schuldig, tenzij de geest schuldig is.
Ps. Met dr. Palmen als voorzitter heb ik jaren later, na het overlijden van vader, voor een korte periode samen in het Sint-Nicolaascomite Tilburg gezeten. Een zeer aimabel persoon.
Bas Lemmens.
Een herenconfectiezaak in de Hasseltstraat waar we vaak onze kleding kochten. Zoon Ad heeft de zaak van vader Balt overgenomen, die in eerste instantie lappen stof in de winkel en op de markt verkocht. Bij Ad kochten we met plezier vanwege zijn vriendelijke en humoristische inslag. Samen met mijn moeder is 2x dolle pret. Vader Balt kwam ook wel eens in de winkel.
Naast Smidspad was voor mijn moeder de Hasseltstraat haar winkelstraat, en ik kan me herinneren kapper Tooten, Gebr. Boeren voor meubel en woningstoffeerderij, Looijkens voor de kerstballen, Trommelen voor onze schoenen en wanneer we naar huis gingen nog even langs bij slager Timmermans.
Op 30 december 1982 kocht mijn moeder bij Lemmens nog een kamerjas voor in het ziekenhuis, voor vader. Zo kon hij in de rookruimte in het ziekenhuis zijn laatste sigaretjes roken.Hij zou twintig dagen later sterven.
- De mannen op de foto (rond 1950) zijn leden van Duivenvereniging Noorderpost. Vanuit café Tramstation werden de duiven in vrachtwagens naar de losplaats vervoerd. Later konden de duivenmelkers in het café de resultaten van de wedstrijd bekijken. Middelste rij tweede van rechts: slager Timmermans. Middelste rij vijfde van rechts: Balt Lemmens uit Hasseltstraat. Onderste rij derde van links: Ad Lemmens, de zoon van Balt Lemmens. Zittend vierde van rechts: Harrie Zebregs, zoon van Jac Zebregs de eigenaar van het Tramstation. Harrie was eigenaar van het expeditiebedrijf achter het café. Bovenste rij derde van rechts: Jan Zebregs, eigenaar van het café en vijfde van rechts: Kees Bertens.
Mijn broer Theo overleed op zaterdag 01-10-2005, 22 jaar na het overlijden van mijn vader. Hij is 52 jaar geworden. Twee weken na zijn overlijden zou hij zijn koperen huwelijksfeest gevierd hebben. In 2005 overleden in Nederland in totaal 136000 mensen. De ziekte alvleesklierkanker is hem fataal geworden. Slechts een week voor zijn overlijden werd hij zich hiervan bewust. Hij was minder bezorgd over het feit dat hij snel zou sterven dan over de mate waarin zijn partner, Krystyna, haar leven zonder zorgen zou kunnen voortzetten. Ik hoop dat ik zijn fysieke fotoalbum op waardige wijze digitaal heb vormgegeven.
Maak jouw eigen website met JouwWeb