Een ode aan tante Riet
Riet de Backker, een tante van mijn vrouw, is het onderwerp van dit verhaal. Riet is ondertussen overleden (2016), en is nooit getrouwd geweest. Toen onze kinderen klein waren trok ze veel met ons op. Veel jaren later gaf mijn schoonmoeder, en een zus van Riet, naar me aan dat ze altijd in de veronderstelling is geweest dat Riet me indertijd tot haar executeur-testamentair had benoemd. En dat dat de reden was waarom ze zoveel met ons optrok. Ja, mijn schoonmoeder kon uit de hoek komen.
Op 21 oktober 1979, ze was vijftig geworden, gaf Riet een groot feest in Klein Speijck in Oisterwijk. De eigenaar was toen een broer van mijn oom, ome Sjaak Peters. Voor het feest heb ik twee verhalen geschreven, het eerste deel heb ik geharangeerd (speech) en het tweede deel, verkleed als Abraham (geen Sarah) was een korte sketch. De tekst heb ik verwerkt in een feestelijk album ter herinnering hieraan. Mijn broertje Guido heb ik de tekeningen laten maken.
Deel 1
Welkomstwoord. Met vijftig begint.........................................
Beste Riet,
Abraham heeft je op een toepasselijke manier willen toespreken. En naar we allen hopen is hij daar in geslaagd. Om de toespraak te vereeuwigen heeft Abraham het voor je op papier gezet, zodat je nog regelmatig aan deze dag zult terugdenken. Riet, wanneer je 51 of 52 of 53 jaar jong zult worden, ik, als Abraham, kan daar niet bij zijn. Ik ben speciaal voor de vijftigjarigen. Toch hoop ik dat je me niet zult vergeten. Riet alvast het allerbeste toegewenst.
Ik hoop u te mogen verwelkomen op deze bijzondere, fijne en onvergetelijke dag, die niet alleen door mijn aanwezigheid, maar door ons samenzijn mogelijk is. Ik wil het woord tot u richten en u op een subtiele, speelse wijze toespreken. Zeker niet op een ridicule manier, het is vandaag namelijk mijn taak een jongedame met blijk van hoogachting, in besloten kring, te eren en te prijzen.
Het moment is aangebroken dat begonnen kan worden met het openbaar maken van gebeurtenissen en belevenissen, zonder een al te uitgebreid protocol, over onze feesteling mejuffrouw R. de Backker, over de afgelopen vijftig jaar.
Speciaal voor deze gelegenheid heb ik het boek van mej. R. de Backker van onze Petrus meegekregen. Het is een boek dat nog maar vijftig bladzijden bevat, het is ook nog niet klaar. Het heeft geen speciale omslag, geen sierletters, geen inscripties, maar wel is het een boek met inhoud. Het is een realistisch boek met daarin nuchtere ook wel lachwekkende momenten. Een boek waarin we met regelmaat de boekenlegger moeten benutten. Het is nu tijd, als het even kan, bepaalde momenten te relativeren.
Ik lees dat haar 50e verjaardag niet één dag in beslag nam maar liefst vijf dagen. Mogelijk is Riet niet vies van een glaasje, maar als u dit boek had gelezen, dan was u tot een andere conclusie gekomen.
Riet is in dienst bij Bureau van Spaendonck en wanneer deze werkgever meer in de maand in het welbekende loonzakje had gedaan, had haar verjaardag niet vijf maar vijftig dagen geduurd. Het betreft een bescheiden loonzakje en ik kan het weten. Ik spreek uit eigen ervaring (ikzelf werk op de afdeling pensioenen). Maar of een feest nu 5 of 50 dagen duurt, het gaat om het gebaar.
Dit verhaal toont ook haar vriendelijke, verzorgende en meelevende gebaar naar haar moeder die dagelijks door haar wordt verzorgd.
Haar broer Gerard viert telkens na een verblijf van een aantal jaren (opgelegd door de congregatie) in Aruba als frater, zijn welverdiende vakanties in Nederland, in het huis van Riet. Dit boek heeft ook iets theatraals, de humor, gezelligheid en optimisme van Riet, terwijl ze vaak de beentjes onder andermans tafel moet steken.
Eenvoud staat bij haar nummer een. Ze was nog maar een tiener toen de doorbraak tot neiging tot eenvoud gestalte kreeg. Weg met die excentrieke voornaam 'Marja'. Gewoon 'Riet' en daarmee basta. Eigenlijk best wel jammer, mar ja................................................
Deel 2
Goedemiddag, mag ik me even voorstellen? Mijn naam is Abraham (met een toog aan geleend van koster De Cock) en ik ben niet van gisteren. Houdt u daar wel even rekening mee. Verwijzend naar de jurk van tante Fia: Wat heeft u een mooi kleedje aan, zeker van de Wehkamp. Heb ik al meer gezegd dat je daar zeer goedkoop voor een jurkje kunt slagen. Het valt me op dat Sarah ook in ons midden is (we hadden een pop gemaakt).
Beste Marja, eh, beste Riet, Abraham, ik dus, heeft vernomen dat je op de eerste werkdag bij Bureau van Spaendonck niet wist met wat, waar, waarvoor, waarmee en met wie je aan de slag moest. Maar beste meid, daar hoef je je toch niet druk over te maken. Er zijn collega's die bijna met pensioen gaan en nog steeds geen idee van hun werk hebben en het nut hiervan. Maar goed je bent en blijft een 'Rietje precies'. Ik hoor van collega's echter dat dan vooral qua jouw uiterlijk is. Je tut je graag de hele dag op.
Zo hebben jouw collega's je overgehaald om rijles te nemen. Wanneer je zou slagen moest je de welbekende Daf sixty six, brrrrrm kopen, maar je kon het je niet permitteren*. Tja.
*Dat heeft Riet tot haar dood volgehouden: 'Ik ben maar arm'. Nadat ze was overleden, had ze een kleine 1,5 ton euro op haar bankrekening staan.
Collega's van je hebben aangegeven dat je de bekende oude sok, maar eens moest omkeren. Met als resultaat de welbekende Daf sixty six brrrrm.
Niet alleen heeft ze haar rijbewijs gehaald, ze heeft ook zwemles genomen. Dat haalde echter niets uit en voor het 'waarom' kan ik allerlei spreuken verzinnen zoals: 'het water naar de zee dragen' of 'spijkers op laag water zoeken'. Maar daar vind je het excuus niet, ze bakte er helemaal niets van. Ze zonk telkens als een baksteen. Van mij kan ze alsnog het zwemdiploma krijgen, maar blijf uit het water!
Zo vernam ik dat je de zuster met deuren hoort slaan. De buurvrouw in je flat. En je kunt er 's nachts niet van slapen. Kijk maar uit en denk aan je gezondheid, straks moet je de zuster nog bellen. Misschien kan je het oplossen door 's nachts goed hard bij het slaan van de deuren te zingen: 'Niet met de deuren slaan, ja zuster, nee zuster'. (tune van Harry Bannink van de televisieserie 'Ja zuster, nee zuster'.
Zo heeft ze haar nichtje Resie in het verleden een poes gegeven.
Een poes van het homostel Fred en Ed. Fred en Ed woonden in Chaam en Fred was een collega van Riet. Volgens Riet sliepen ze apart en daarmee werd er niet over de geaardheid van de heren gesproken. Zo ging dat in die tijd.
Volgens de Dikke Van Dale kan je aan de hand van gezegdes al aflezen dat een kat in huis niets positiefs oplevert:
- als de kat om de hete brij heen draaien (=iets wel willen, maar het niet durven)
- als de kat van honk is dansen de muizen op tafel (=als er geen toezicht is, doen de ondergeschikten hun zin)
- met iemand spelen als de kat met de muis (=iemand voor de gek houden)
- de kat in de zak kopen (=een miskoop doen)
- de kat sturen (=wegblijven)
Joostje, zo heet de poes van Resie, ik ben zeker geen poezenvriend, en toch komt hij altijd naar mij toe. Schijnt meer voor te komen, maar goed, genoeg gezegd over dit mormel, zand erover.
Het lijkt alsof Riet een periode beneden haar stand heeft geleefd, en om in de goede modus te komen ging ze haar Middenstandsdiploma halen. Ze is ondertussen geslaagd en leeft nu boven haar stand. Het naaien van kleding besteedt ze namelijk uit aan haar zus Celine. Daar begint ze niet aan, en Celine naait weer tot de stukken er vanaf vliegen. Om Riet weer 'down-to-earth' te krijgen stel ik voor dat Celine de afvliegende stukken aan Riet geeft, dan kan zij er weer iets van knopen of haken. Want dat kan ze wel!
Beste Riet, ik ga er een eind aan breien, om maar in dezelfde terminologie te blijven. Ik zou nu nog zaken aan de orde kunnen stellen zoals, dat je niet tegen draaien op de kermis kunt, dat je vaak wagenziek bent en dat je nooit jouw auto op vakantie meeneemt. Want dan moeten ze je komen halen. Dat je grote voeten hebt (maat 43) en een stem als een loodgieter, maar dat doe ik niet.
Riet het ga je goed, het allerbeste en tot over vijftig jaar.
Helaas beste Abraham, Riet is geen 100 jaar geworden, wel de gezegende leeftijd van 86 jaar. Ze ligt nu begraven op het kerkhof parochie Goirke. Ze is overleden aan leukemie.
In het volgende verhaal wordt aangetoond dat de wereld bijzonder klein kan zijn.
Mijn moeder had een goede band met Jo Put. De volledige naam was van de Put, maar dat lieten we gemakshalve weg. Johanna Maria van de Put, geboren 01-09-1919 en overleden 26-10-2006. Jo woonde in de zestig en zeventiger jaren vorige eeuw met haar drie kinderen in een prachtige woning in de Postelse Hoeflaan nr. 51. Ze was getrouwd met ene Maas.Toen haar kinderen nog redelijk jong waren, ging manlief van haar scheiden. Ze was daar zeer verdrietig om, en wanneer wij met onze moeder op bezoek gingen, riepen we spontaan uit: 'Toch weer niet naar die huilende mevrouw'. Jo had drie kinderen, twee zoons en een dochter Lisanne. Met Lisanne hadden we contact als we op bezoek waren, de zoons waren een stukje ouder. Ik kan me de anekdote nog herinneren, dat de vader van Jo 's avonds in de voortuin op de loer lag om de eventuele komst van deze Maas te verhinderen. Jo heeft zo lang mogelijk de echtscheiding weten tegen te houden en hield bewust voor lange tijd de naam 'Maas' aan.
Op de hoek Postelse Hoeflaan 51 Tilburg
Mijn vader werkte na zijn pensionering bij Mercx, in de jaren zeventig en begin jaren tachtig vorige eeuw, met Jo bij 'Den Uil, antiquair', in de Antoniusstraat 30, later Tuinstraat. Mijn vader was er voor reparatie (o.a. het logen van meubilair), Jo en eigenaresse Noor Hensen droegen de verantwoordelijkheid voor de verkoop.
Toen we op 12 september 1980 de sleutel kregen van ons eerste huis aan de Weteringlaan, heeft Jo Put ons, via mijn vader, nog proberen te helpen met het plaatsen van een convector. Geen enkele installateur was hiertoe bereid. Mijn vader kaartte dit probleem aan bij Jo, en zij wist wel iemand. Samen hebben ze de situatie bekeken, helaas durfde de man het niet aan, terwijl het, terugkijkend, eigenlijk geen enkel probleem was. Enkel de betonnen broodjes in de vloer doorzagen of wegkappen, onze buurman uit de Beatrixhof een bekisting van stenen laten maken, en vervolgens de convector aansluiten. De bouwonderneming Wilma had namelijk voor een deel van de schuifpui een radiator geplaatst, wat het uitzicht belemmerde over onze achtertuin. Achteraf hadden we beter naast al het meerwerk ook deze klus kunnen toevoegen. Maar van Jo wel lief om voor ons in de bres te willen springen. Met grote overredingskracht probeerde ze de man te overtuigen dat hij dit klusje kon klaren. Helaas, uiteindelijk heeft een broer van mijn schoonzus het karwei aangenomen.
Antoniusstraat 30, voormalig antiekwinkel met werkplaats achter waar mijn vader werkzaam was.
De familie van mijn vrouw had weer contact met de zus van Jo, Trees van de Put. Ook hier werd Trees aangesproken met 'Trees Put'. Piet was enige zoon, en was in het bezit van een aantal panden die hij verhuurden. Zijn ouders hebben o.a. gewoond in de Lange Schijfstraat 71, wat later de Noordhoekring werd. Hieronder zie je een gedenksteen van Piet van den Boer in de muur van het huis Noordhoekring 77. Toevallig? Of toch een verwijzing naar onze Piet, ik heb het niet kunnen achterhalen, er waren in die tijd meer personen met de naam Piet van den Boer. Trees en Piet hadden geen kinderen, en vaak spraken ze over broer Antoon en zus Wies. Ze waren thuis met vier kinderen.
Mijn moeder en mijn schoonfamilie kenden familie van de Put, in eerste instantie, vanuit hun jeugdjaren toen ze allen in de Theresiaparochie woonden. Familie van de Put heeft gewoond in Buitenstraat 11 en 12 (zie foto waarbij nr. 11 onbewoonbaar verklaard). Tante Riet, als kind komende uit de Van Sasse van Ysseltstraat, is altijd bevriend met zus Trees gebleven. Wij gingen, toen we getrouwd waren, met Riet, Trees en Piet op vakantie naar Zwitserland. Zoals het bidprentje aangeeft, we konden geen betere reisleiders hebben. Chapeau! We hebben in twee weken heel Zwitserland doorkruist met de trein.
Foto's van de vakantie in Zwitserland in 1984
Het huis aan de Jacob Romanstraat 5 werd bewoond door Trees en Piet.
De familie Brabers woonde naast hen, met twee zonen: Johan en René. In het verleden hadden we contact met hen, als misdienaar, maar ook op school. Mevrouw Brabers zag op het laatst Piet in zijn blootje staan op de achterplaats, hij werd door Trees gewassen. De geestelijke aftakeling was bij beiden ingetreden. Het tafereel was komisch maar tevens pijnlijk. Trees werd later, na het overlijden van Piet, in het verpleeghuis Thebe/Elisabeth Goirle opgenomen vanwege haar verdere geestelijke achteruitgang. Toen we nog in Goirle woonden, zagen we Trees soms voor het raam zitten. Ze staarde uit het raam, wat ons deed beseffen dat de mooie tijd samen in Zwitserland voorgoed voorbij was, tenminste voor Trees. Wij houden deze herinnering nog in lengte van jaren vast, ook haar harde zware schaterlach en het shaggie draaien in de keuken. Om te eindigen met het feit dat de wereld zo klein kan zijn, hier het relaas van mij als misdienaar met de moeder van Trees en Jo.
Ik was ongeveer 10 jaar, en diende de mis, als misdienaar, in het bejaardenhuis de Vredeburcht. Het viel me op dat ik regelmatig een oude dementerende dame schreeuwend door het bejaardenhuis zag rennen, met achter haar aan enkele lieve nonnetjes die haar gerust wilden stellen. Dit bejaardenpension met een eigen kapel en klooster werd vanaf 1957 gebouwd op de hoek van de Wandelboslaan en de Ringbaan-West. Het ontwerp voor het complex, dat in 1960 in gebruik werd genomen, was van Harrie Pontzen (locoburgemeester van Tilburg). De verzorgingstaak kwam bij de Zusters van Liefde. Die vertrokken in 1965, waarna lekenzusters het werk overnamen. Aan het einde van de jaren zeventig had De Vredeburcht reeds zijn beste tijd gehad en de bewoners verhuisden naar het nieuwe verzorgingshuis Den Herdgang.
Het was de moeder van Trees en Jo. Dementie overkwam later zowel Trees als Jo. Het bidprentje van Jo, zie hieronder, met momenten in haar laatste levensjaren van waanbeelden, angst maar ook agressie.
Maak jouw eigen website met JouwWeb