Misdienaar


Bij ons waren alle jongens misdienaar. Mijn oudere broertje en ik hebben het tot acoliet volbracht (mooie toepasselijke term) en we kregen, na respectievelijk 13 en 10 jaren trouwe dienst, een acolyten-insigne uitgereikt. Helaas heb ik het niet meer in mijn bezit.

Op school werd er een lijst met 'brave borsten' gebruikt als selectiecriterium. De taken van een misdienaar of acoliet zijn divers. Misdienaars en acolieten zijn verantwoordelijk voor het gereedmaken van het altaar. De ciborie of schaal met nog niet-geconsacreerde hosties en kelk worden aan de priester gegeven. Ook zorgen zij voor water en wijn, zodat deze gemengd kunnen worden voorafgaand aan de consecratie en voor de handwassing. Daarnaast wordt een bel geluid bij binnenkomst en wordt er gebeld tijdens de consecratie. Ook de wierook en het wierookvat en het wijwatervat met daarin de wijwaterkwast vallen onder de taken van de misdienaar of acoliet. De acoliet deelt vaak ook de communie uit. Ook het plechtig binnendragen van het evangeliekaarsen (waaronder de Paaskaars) of het processiekruis kunnen tot de taken behoren. Bij het uitdelen van de hostie aan de mensen in de kerk moest ik steeds zeggen: 'het lichaam van Christus'. Het was gelukkig zo dat ik de hostie op de hand mocht leggen en niet op de tong. 

Mijn moeder krijgt de communie uitgereikt tijdens haar 25-jarig huwelijksfeest

In een van de drie ochtendmissen, half acht, acht uur of half negen, werd ik als misdienaar ingezet. Bovendien mocht ik om vijf uur 's middags in het bejaardenhuis Vredeburcht dienen. Mijn oudste broer moest nog Latijn leren omdat de mis in het Latijn gedaan werd. De priester werd door de mensen in de kerk met de rug aangekeken, ook gezellig. Na het Tweede Vaticaans Concilie, ook wel bekend als Vaticanum II, gehouden van 11 oktober 1962 tot 8 december 1965, bekend als de kerkvergadering van het 'agggiomamento': het 'bij de tijd brengen' van de Katholieke Kerk. Het Latijn verviel en de priester keerde zich naar de mensen met zijn gezicht naar hen toe.  

Woensdag 26 maart 1975 trouwt mijn zus in de Vredeskerk

Ik heb veel stripboeken verslonden, voor de misviering in het bejaardenhuis de Vredeburcht, die de nonnen voor ons klaarlegden. Er lag ook altijd de welbekende Koetjesreep van BOON klaar na afloop. De voorganger was rector Sicking, een oude bejaarde man (* 17-06-1894 † 30-03-1984), die mij op een woensdagochtend vroeg wat voor dag het was. Of hij oud is, maar nu ook al seniel, wat een vraag.

Ik zei dat het woensdag is. Hij herhaalde opnieuw de vraag en deze reactie kwam bij mij behoorlijk beangstigend en dreigend over. 'Wat voor dag is het vandaag?' Ik begon sterk aan mezelf te twijfelen, en herhaalde toch maar weer een keer dat het toch echt woensdag was. 'Welnee', riep hij kwaad uit, 'het is' en toen kwam hij met een dagelijkse overdenking uit de Bijbel wat die dag van toepassing was. 'Jullie leren echt niets meer op school.' Wist ik dan helemaal niets? Tuurlijk wel, bijvoorbeeld dat op de 39e dag na de Opstanding van Jezus Christus, Hemelvaartsdag als feestdag gevierd werd. Maar het besef dat elke dag van het jaar een betekenis had, deed mijn pet te boven gaan.

Later heb ik hem nog een keer boos gekregen. Ik meldde toen dat wij hadden genoten van een hele mooie misviering in de parochiekerk. De gebeurtenis was zo uitzonderlijk dat het kerkvolk massaal begon te klappen. Er kwam weer een boze blik en hij zei dat de kerk absoluut geen theater is.

Jacobus, Josephus, Maria Sicking was een pastoor en schrijver. Hij schreef veel boeken, waaronder het boek 'Sint-Joris in Stratum'. In de oorlog zat hij gevangen in gijzelaarskamp Haaren tot 11 januari 1943 en werd naar het kamp Sint-Michielsgestel overgeplaatst, waar hij op 22 mei ontslagen werd.

In Gemert en Eindhoven zijn straten naar hem genoemd.

Als zoon van classicus dr. Lodewijk Joseph Sicking (1855-1939), docent klassieke talen, en conrector aan het R.K. Meisjeslyceum te ’s-Gravenhage. Later aan het Gymnasium te ’s-Hertogenbosch.

Jacobus, Josephus, Maria Sicking bezocht de lagere school van de Fraters in ’s-Hertogenbosch.

Misdienaars onderweg op de fiets voor het jaarlijks kamp in Weebosch, 42 km fietsen

Meehelpen met het klaarmaken avondmaal, vast ritueel tijdens kamp,

op de foto links Arno de Cock (?), ikzelf, op de rug René Brabers en rechts Hans Berendschot

En met deze kampleiders is het altijd feest

Ik had een zwarte toog en daaroverheen een witte gesteven superplie. Het superplie was met stijfsel gewassen en gestreken en voelde altijd lekker stijf en hard aan.

De koster Piet de Cock kon ook boos zijn. Dit lijkt op een patroon in de samenleving van toen. Broer Theo en ik hebben vaak de mis samen gedaan, en dan kwamen we weer eens op het nippertje binnen. 'Komen de van Brakeltjes de kaarsen weer uitblazen', zei hij getergd. Of wat dacht je wanneer we de glazen ampullen per ongeluk kapot lieten vallen. Dat waren momenten dat ik Piet van alles verwenste, maar ik ging niet zover als Giuseppe Verdi (1813-1901). Als misdienaar kreeg Verdi ooit een trap tegen zijn schenen van een priester, omdat ook hij net als wij een keer te laat was. 'Dat de bliksem van God je moge treffen', beet Verdi hem toe.  De man werd, hoewel hij het niet zo letterlijk had bedoeld, na enige tijd inderdaad door de bliksem getroffen.

Een ampulle is een schenkkannetje waarmee water en wijn ingeschonken werden. Theo en ik hebben stiekem miswijn gedronken dat wil ik graag hierbij opbiechten. Het smaakte verschrikkelijk vies, de smaak kan ik nu nog naar bovenhalen en het lijkt zeker niet op die heerlijke rode wijn, die ik nu graag nuttig. Ik vond het meer op sherry lijken. Soms was een terechtwijzing ook terecht, op het moment dat ik tijdens de mis de slappe lach kreeg.

Door de koorleden werden we vaak als 'heilige boontjes' weggezet. Reden om na tien jaar trouwe dienst als misdienaar tot het jongerenkoor van de Vredeskerk toe te treden. De combinatie van jongens en meisjes, de nadruk op meisjes, wat een heerlijke tijd, en het kon mij dan ook niet schelen om drie nachtmissen achterelkaar te zingen, wat moet mijn vader trots zijn geweest. Het is weer een heilige boon!

Zaterdag 22 november 1980, onze huwelijksdag,

de mis gezongen door

mannen-, dames- en jongerenkoor,

tijdens de receptie

het jongerenkoor

in de Postelse Hoeve Tilburg


Maak jouw eigen website met JouwWeb