Gezinsblad 11 Van Bavel

Mama, mag ik even met je praten?



Een korte uitleg.

We hebben nog veel zaken te bespreken, mam. In de kleine dertig jaar dat ik je gekend heb, valt er nog veel te bespreken, over zaken die we beleefd hebben, maar die destijds oppervlakkig of zelfs onbesproken zijn gebleven. Het is tijd voor reflectie, ofwel, we gaan proberen het leven achterwaarts te begrijpen.

Je brengt mooie herinneringen naar boven, mooie momenten, maar ook verdrietige voorvallen, zoals het overlijden van een 4-jarig jongetje uit ons hofje. Ook al was ik toen nog maar negen jaar oud, in een flashback kwamen allerlei fragmenten weer terug. Vooral bij het achterhalen van allerlei familiemateriaal. Ik realiseerde me nu pas echt het gevolg voor het verdere leven van zijn vader en moeder. Hun huwelijk was in een diepe crisis beland!

Het wordt een stukje geschiedschrijving in de tijd waarin je geleefd hebt. Geen chronologische volgorde. De volgorde van gebeurtenissen wisselt! Ik hoop wat zaken kernachtig te kunnen beschrijven. Omdat ik graag de lezer in de verhalen meeneem, richt ik me tot de lezer. Luister maar mee mam. Gaan we nog een keer samen terug in de tijd, met de volgende onderwerpen:

  • Afscheid nemen
  • Een kopje koffie
  • Werkgever van vader en moeder
  • Winkelen in het Smidspad; van kerkepad naar winkelstraat
  • Stamboom met allerlei foto's
  • Het gezin vorige eeuw
  • Verkeersongeval
  • Theekransje
  • De kerk van toen
  • Het Roomsch leven Weekblad
  • Geboortehuis
  • Het meisje Marietje Kessels
  • Twee Wereldoorlogen
  • 'Wie zijn doden eert, is een man of vrouw van ere, zo iemand komt ere toe'

 

Afscheid nemen

In mijn opvoeding hebben mijn ouders me opgevoed met de democratische normen.

Dit heeft me veel geleerd. In deze relatie is er sprake van veel warmte. De regels en grenzen zijn aan de andere kant ook duidelijk. In die tijd hadden de meeste moeders deze opvoedingsstijl.

Toen vader overleed, ben ik langdurig in huilen losgebarsten. Minder emotioneel verliep het afscheid van moeder. Hield ik van de een minder dan de ander? De verklaring die ik kan geven, is dat moeder in coma lag, terwijl mijn vader bij zijn volle verstand was. In het bijzijn van mijn vrouw heb ik van vader afscheid genomen. Zonder familielid in het bijzijn. Iedereen had zijn eigen reden van het niet op tijd komen. Vader begroette ons bij binnenkomst: 'Dag Hans en Resie'. Er leek nog weinig aan de hand, ondanks dat het zuurstofflesje flink borrelde. Niet veel later voert vader echter een niet meer te winnen doodsstrijd. Hij wilde in een laatste poging uit bed komen. De pastor en ik hielden vader in bedwang, we duwden hem terug het bed in. Ik had in mijn korte leven (27 jr.) veel overledenen aanschouwt, samen met mijn moeder, maar dit gevecht van iemand die volledig bij bewustzijn was, dit had ik nog nooit ervaren. Ik wilde hem ook graag het bed uit hebben. Ik deed dit niet. Hij overleed. In shock was ik.

Vier jaar na overlijden van vader bleek dat mijn moeder een hersentumor had. Ze is in comateuze toestand gestorven. Voordat mijn moeder stierf, zijn mijn broer en ik samen met moeder naar het ziekenhuis gegaan. Voor de uitslag van de onderzoeken. Door de tumor werden de momenten dat mijn moeder helder kon denken steeds minder. Op het moment dat we aanschoven bij haar specialist en zijn assistente, kon mijn moeder het gesprek echter weer feilloos volgen. De specialist stelde haar enkele vragen waaronder wie de huidige bisschop is (Ter Schure). Mijn moeder kon het antwoord hierop niet meer zo snel voor de geest halen. Toen de dokter het had over bisschop Mutsaerts, oud-pastoor van haar parochie Theresia, stak mijn moeder van wal.

Johannes Ter Schure 1922-2003

Monseigneur Mutsaers 1889-1964

De dokter zei dat moeder nog maar kort te leven had.  Enkele maanden! Het was toen eind januari 1987. De tumor vormde een ster en was daarom niet operabel. Dit vond mijn moeder verschrikkelijk, ze wilde van de zomer nog een keer met haar jongste broer op vakantie. Twee weken later, op maandag 16 februari 1987, overleed mijn moeder.

Voor moeder heb ik hieronder een bijdrage van een oud-Theresiaan die vertelt over een bijzonder voorval, in de tijd waarin moeder Theresiaparochiaan was:

Pastoor Mutsaerts was een trouwe ziekenbezoeker en een vurige Theresiavereerder. Bijna van de eerste dag af dat hij bouwpastoor was, kwam hij trouw op bezoek bij een zieke jonge ongehuwde vrouw. Op zekere dag liet ze haar spaarpot omdraaien, om van het geld een kist sigaren te kopen voor de buurman, die elke drie uur van de dag en nacht kwam helpen om haar op de andere zij te leggen. Bovendien liet ze er een bos rozen van kopen om bij het beeld van Theresia te zetten in de kerk.

De pastoor vertelde haar dat er zo'n mooie bos rozen bij Theresia stond. Ondanks dat het winter was. Ze zei hem dat die van haar was.

Ze dacht dat ze zou sterven voordat de rozenblaadjes zouden afvallen.

Toen de pastoor een van de nachten daarna niet kon slapen, ging hij even naar de kerk om wat te bidden bij het beeld van Theresia. En daar zittend, zag hij blaadjes van de rozen vallen. Hij is meteen naar het huis van de zieke vrouw gegaan om de familie te condoleren, want ze was inderdaad even tevoren gestorven.

Ziekenzalving of laatste oliesel is een religieus ritueel dat wordt toegediend aan zieken en stervenden. Informeel wordt er wel gesproken van bediening met de laatste sacramenten. Het helpt om 'zalig' te sterven. Ziekenzalving is voor de fouten door de zintuigen gemaakt. Het laatste oliesel wordt verzorgd door de pastoor van de parochiekerk. Pastor Jan van Hulten gaf echter de voorkeur aan een pastorale medewerker vanuit het ziekenhuis. Wij vonden dit geen pas hebben, temeer omdat moeder altijd zeer betrokken is geweest binnen de katholieke gemeenschap, en met name binnen haar eigen parochie. Later heeft Johan Berendschot, adjunct-directeur van SGM Leyendael en collega, als lid van het kerkbestuur hiervan melding gemaakt. Hij was woedend: dit is niet de manier waarop je met parochianen moet omgaan!

 

 

kwartierstaat Monseigneur Mutsaers


Een kopje koffie

Ik zat begin jaren zeventig op de middelbare school De Rooi Pannen. De school stond enkele minuten van het ouderlijk huis. De schoolpauze in de ochtend duurde 15 minuten. Dit belette mij niet om me in een sprint naar huis te begeven, om een ondertussen door mijn moeder klaargezet kopje koffie samen met haar snel te nuttigen. Dit ritueel was een dagelijks ritueel dat een lange tijd duurde.

 

 

Mama, mag ik even met je praten,

praten, zoals vroeger, zo intiem.

Mama, jou vergeten doe ik niet,

tussen ons is zoveel wat ons bindt.

Ook al ben ik nu een man,

ik blijf toch altijd jouw kind.

 

Mama, jou vergeten doe ik niet!


Werkgever van vader en moeder

Mijn moeder was altijd wel in voor een geintje, terwijl mijn vader een serieuze man was. Ernstig, gelovig en plichtsgetrouw aan kerk en gebod. Mijn vader werkte bij Mercx. Hieronder een kleine impressie. In 1965 was er ook een gebeurtenis die mijn ouders diep heeft getroffen.

 

Geschiedenis van Mercx

In 1837 vestigde zich in de Nieuwlandstraat nr. 45 Piet Mercx met een winkel in staafijzer en ijzerwaren zoals pannen, water- en melkkannen, pannen en pollepels. Rond 1900 doet Johan Mercx zijn intrede in het familiebedrijf als werktuigbouwkundig ingenieur. In 1907 zaten daar Jan Johannes Mercx en Petrus Mercx.

De kleine winkel van 1837 groeide uit in de loop van de tijden tot de grote P. Mercx's IJzer- en Staalhandel N.V. Mercx.

Het bedrijf ontstond, zoals meerdere ambachtelijke bedrijfjes, in Tilburg, vooral als gevolg van de mechanisatie van de wolindustrie tot een belangrijke metaalnijverheid. Smederijen als die van Mercx groeiden uit tot machinefabrieken. Op de afbeelding de winkel met uitgebouwde etalage en fabriek van ‘staafijzer en ijzerwaren’ van smid Piet Mercx in het begin van de twintigste eeuw. De uit Oirschot afkomstige Mercx vestigde zich in 1837 in dit pand. In het begin van de 19e eeuw waren er in zijn machinefabriek en ijzergieterij tientallen personeelsleden werkzaam.

De verdeling in 1866 van de nalatenschap van Jan Antonie Mercx leverde een waarde op van ƒ 350,00. Het betrof de machinerieën in de smederij/ijzergieterij, een stoommachine en twee draaibanken vastgesteld op ƒ 350,00.

Op de internationale nijverheidstentoonstelling in 1883 in Amsterdam ontvangen de Gebr. Mercx een zilveren medaille voor hun inzending, een stoommachine van 15 pk.

Volgens eigen opgave van het bedrijf is door de Gebr. Mercx sinds de oprichting van hun bedrijf tot eind 19e eeuw een 80-tal stoommachines vervaardigd, waaronder verschillende compoundmachines van 150 pk.

In 1865 verkrijgt P. Mercx een octrooi op een wolwasmachine.

In 1867 adverteert P. Mercx in het Weekblad van Tilburg het volgende:

'De ondergeteekende heeft de eer ter kennis van belanghebbende Gemeentebesturen en Particulieren te brengen, dat hij, door de Heeren Thiriart & Cie te Luik, als hun eenig agent voor Nederland, belast is met den verkoop hunner Brandspuiten en Accessoires, waartoe hij zich dan ook minzaam in de gunst zijner Landgenooten aanbeveelt.

Voor de deugdelijkheid van al de door mijne tusschenkomst geleverde Brandspuiten, wordt, desverkiezende, twee jaren geguarandeerd.

Tilburg, 1 junij 1867.

P. Mercx Mecanicien'

 

Machinefabrikanten

Veel beginnende machinefabrikanten konden bogen op een lange familietraditie in de metaalbewerkingssector. Van Beurden, Van Blerk, Mercx, Dielissen, Van Riel en Van der Schoot zijn allemaal oude Tilburgse smidsfamilies. En in het begin van de 20e eeuw adverteren de Gebr. Mercx met wasserijmachines als specialiteit. In 1883 leveren de Gebr. Mercx een pomp en drijfwerk voor de gemeentelijke gasfabriek in Tilburg.

 

De kennisverwerving en achtergrond van de ondernemers

Ook m.b.t. dit aspect is er de beschikking over slechts enkele incidentele en/of afgeleide gegevens. Zo blijft het een vraag waar de smid Mercx en de timmerman van der Vloet de kennis vandaan haalden om een ijzergieterij te kunnen starten. Was het aantrekken van een geoefende meesterknecht daarvoor voldoende, of bekwaamden de oprichters zichzelf van tevoren ergens anders in de praktijk? We weten het niet. De technische opleiding vond toen in de regel nog vrijwel uitsluitend in de praktijk plaats. Onderwijsinstellingen als een LTS e.d. bestonden nog niet. In Tilburg was natuurlijk sinds ca. 1817 een gemeentelijke tekenschool, maar rond 1860 werd daar slechts hand- en lijntekenen en geen werktuigkundig tekenen onderwezen.

Brand

De brand van ijzer- en staalhandel Mercx in de Nieuwlandstraat 45, op 16 mei 1965, staat elke Tilburger van toen in het geheugen gegrift. Mijn vader was toen werkzaam bij Mercx als magazijnbediende.

In hetzelfde jaar woedde er ook een brand in de nacht van 10 augustus bij V&D.

Bij de brand van V&D was de Heuvelstraat die nacht felrood verlicht. Hoewel de brand slechts woedde, van kwart over drie tot half zes 's morgens, viel er een schade op te tekenen van twintig miljoen gulden.

Bij metaalhandel Mercx vond de brand plaats midden in het druk bebouwde centrum van Tilburg. Het was gevaarlijk maar tegelijkertijd ook spectaculair. Zondag 16 mei om 01.14 uur kwam de eerste melding binnen. Een buurtbewoner meldt aan de brandweer: 'In de Nieuwlandstraat moet brand zijn, bij wie weet ik niet, maar ik kijk zo in de vlammen.' 

De brand brak uit in de kantoren en magazijnen.

Tijdens het rijden naar het brandadres was al het nader bericht "middelbrand" gegeven, om 01.25 uur volgde het nader bericht: "zeer grote brand". De brandweer stond voor een zeer zware taak.

De vuurbelasting was niet alleen hoog door de aanwezigheid van grote hoeveelheden dakleer, vaten met mastiek, plastic huishoudelijke artikelen, tuinmeubelen, houten tuingereedschap, et cetera.

Het langgerekte pand was slechts van twee zijden te benaderen. Namelijk vanaf de Nieuwlandstraat en vanaf de Schoolstraat.

Ook de belendende percelen vroegen extra aandacht. Het betrof een opslag van oliën en vetten van de firma Van Vollenhoven en Smulders.

Om 02.29 uur werd de bedrijfsbrandweer van de Koninklijke AaBe-fabrieken ter assistentie opgeroepen.

Om 02.34 uur werden de korpsen van Oisterwijk en Loon op Zand gealarmeerd.

De autospuit van Loon op Zand werd in eerste instantie als reserve gehouden. Uiteindelijk moesten ze om 03.30 uur toch worden ingezet.

Na bijna drie uur blussen kon, om tien over vier in de ochtend, het nader bericht "brandmeester" worden aangegeven. De nablussing duurde nog ruim twee dagen.

Compleet overzicht van de inzet:

Manschappen:

  • 104 manschappen Tilburgse brandweer (w.o. 41 beroeps) 
  • 27 manschappen van hulpverlenende korpsen

Het materieel van de Tilburgse brandweer:

  • vijf autospuiten
  • motorspuit
  • autoladder 
  • gereedschapswagen
  • drie personeel en materieelwagens / dienstauto

De drie hulpverlenende korpsen leverden ieder een autospuit.

De vuurzee werd bestreden met 41 stralen lage druk.

De totale schade aan gebouwen en inventaris was ruim 5,8 miljoen gulden.

De administratie van het bedrijf ging voor een groot gedeelte verloren.

 

Hiernaast en hieronder foto's in betere tijden:

Op 13 augustus 1938 vierde N.V. P. Mercx's ijzer en Staalhandel in de Nieuwlandstraat het 100-jarig bestaan. Links de heer Simons sr. neemt met zijn zonen felicitaties in ontvangst.

Brand V&D 10-08-1965

Nabluswerkzaamheden bij V&D

Mijn moeder werkte in de textielindustrie bij de Zuid-Nederlandse Kledingfabriek in de Stedekestraat. Ze was daar confectienaaister, wat o.a. inhield:

  • ervaring en ruimtelijk inzicht voor het juist afmeten en bewerken van de stoffen.
  • met nauwkeurigheid secuur op de industriële naaimachine werken. Rechte naden en een kwalitatief goede afwerking zijn zeer belangrijk.
  • van groot naaiwerk tot aan kleine producten, kunde kent geen grenzen. Hierdoor ook de labels en overige merk toevoegingen netjes bevestigen.

 

Moeder met wit kraagje in het midden, rechts van haar vriendin Lisa

Locatie Voormalige Zuid-Nederlandse Kledingfabriek n.v

 

Sinds 1989: moskee Masjid Al Fath.

Nu: gesloten sinds 2006)
Adres Stedekestraat 27, Tilburg
Architect J.H.A. (Jos) Bedaux (1910-1989)
Datering gebouw 1957
Plaats kunstwerk voorgevel

 

Jan Dijker, zonder titel, schervenmozaïek, ongeveer 2 x 4 meter, 1957

Voorstelling

In het mozaïek zijn afbeeldingen van kleermakersgereedschap verwerkt: een schaar, klos garen, meetlint, radeerwiel en paspop worden met elkaar verbonden door glooiende, non-figuratieve vormen.

 

In 1913 begon dit bedrijf als Zuid Nederlandsche Kleedingfabriek in de Stedekstraat. Een paar jaar later volgde de officiële oprichting.

De fabriek produceerde maatkleding en kreeg in 1957 een nieuw gebouw, ontworpen door Frans de Beer.

Bij het 50-jarig bestaan werd tegen de buitenmuur een mozaïek van Jan Dijker aangebracht. Dit kunstwerk is een abstracte weergave van een schaar, een meetlint, een torso en een raderwiel.

De Zuid-Nederlandse Kledingfabriek, bekend als ‘De Zuid’ verdween in 1970 uit de Stedekestraat en werd in 1972 opgeheven. Daarna werd het bedrijfspand gebruikt door onder meer Texena Confectieateliers.

Contact met oud-collega's bleef moeder in haar verdere leven sporadisch houden. Zo kwam ze op het kerkhof Loven, toen ze samen was met haar jongste zoon, Mien Bouwmeester tegen. Ze haalden puttend uit hun herinnering het volgende incident op. Een collega lette tijdens haar werk even niet op. Haar vinger kwam in de machine terecht. Haar vinger werd afgerukt! Het lange pees, losgekomen, bleef aan haar afgerukte vinger hangen.

Zwierend ging het rond in de machine. Een collega viel flauw bij het aanschouwen van dit tafereel.


Winkelen in het Smidspad; van kerkepad tot winkelstraat

 

Vroeger werd het Smidspad ook wel de 'kleine Heuvelstraat' genoemd. Deze winkelstaat had meer dan 40 winkels. Een bedrijvigheid die uit is gegroeid tot grote ondernemingen als:

  • Jan De Cock kleding, nu NS-plein,
  • Vincent Duitsman juwelier,
  • August Pijnenburg, juwelier, nu Heuvelstraat,
  • Jan van Laarhoven (Jan Plek) kantoorinrichting,
  • Mandemakers keukens, nu Waalwijk,
  • Termeer, later Sacha schoenen,
  • Oostelbos installatietechniek,
  • Maas ijzerwaren,
  • Broers van Kempen, later Intertoys-speelgoed.

Als je dan beseft dat de toenmalige burgemeester Cees Becht, ook wel genoemd 'Cees de sloper' omdat veel historische gebouwen in Tilburg gesloopt werden, vond dat het Smidspad nooit een winkelstraat had mogen zijn. In 1974 telde Smidspad nog twintig winkels en begin 1979 nog maar negen. 

Laten we jouw winkels, waar je regelmatig binnenliep, onder de loep nemen.

Miet Loos, winkel in textiel

Miet heeft de winkelnaam afgeleid van de naam van haar moeder: Miet Looijens. In Tilburg werd de naam Looijens vaak afgekort met Loos. Miet Loos heette zelf Regina Aldegonda Josephina Sparidans. Miet is geboren op zeventien december 1919. Getrouwd achttien september 1945, met Petrus Joseph Maria van de Laak.

Even terug in de tijd. In 1921 begon haar moeder Miet Looyens in de Meelstraat een markt- en manufacturenhandel. Zij en haar echtgenote Jos Sparidans gingen zich later naast manufacturen specialiseren in onder meer baby-artikelen, textiel, kleding en bedden. Zoon Jan, Joannes Franciscus Joanna Sparidans, geboren d.d. 01-06-1922, heeft de zaak in 1939 voortgezet met zijn echtgenote. Sindsdien kwam het accent op de verkoop van meubels en behang. Het bedrijf hanteerde verschillende benamingen, zoals Manufacturenmagazijn, De Uitkomst, Meubelhuis, Gezellig Wonen en sinds de jaren vijftig Sparidans-Loos.

De winkel in de Meelstraat werd diverse keren verbouwd en uitgebreid. De handel in manufacturen werd in 1972 opgeheven. In 1987 werd de zaak voortgezet door de derde generatie, Ton Sparidans. Hij betrok in 1988 een nieuw pand aan de Ringbaan-Zuid. Sparidans-Loos Wooncentrum is gespecialiseerd in woon- en slaapmeubelen, vloeren en raambekledingen.

Wanneer de Tilburgse woonwinkel Sparidans-Loos 90 jaar bestaat (1921-2011), is inmiddels de vierde generatie Sparidans aan het werk bij het familiebedrijf aan de Ringbaan Zuid. Ton Sparidans (58) zwaait de scepter bij de interieurzaak, maar zoon Rob (29) 'wuift mee'.
Eigenaar Ton Sparidans denkt nog niet aan stoppen, maar doet een heel klein stapje terug: "Soms ga ik een uur eerder naar huis... als het uitkomt tenminste."
Over de toekomst zegt hij: "Mensen zullen altijd moeten slapen en zitten. Een bankstel is een aaibaar product: je moet er op zitten voordat je het koopt." Echter, in september 2013 valt helaas het doek en stopt de ondertussen in Tilburg bekende woonwinkel Sparidans Loos. Ton Sparidans ziet zich genoodzaakt dit besluit te nemen vanwege de al jarenlange dalende verkopen. Onze ouders hebben ons inmiddels tot een vaste klant gemaakt.

Miet Loos in het Smidspad was altijd een bezoek waard. Het gesprek verliep soepel en de winkelbediende, een jongedame met heel veel bruine vlekjes (pigment) in haar gezicht, babbelde gezellig mee. Toen ik klein was, maakten deze bruine vlekjes veel indruk op me, en nu komen ze weer bij me boven.

 

Miet, winkelbediende en zoonlief

Dina Elias

Al onze kinderschoenen zijn gekocht bij Dina. Ik vond haar norsige uitstraling verre van sympathiek. Een glimlach op het gezicht heb ik nooit gezien. Mijn praatgrage moeder verhoogde de sfeer in de winkel echter direct.

Sinds 1921 woonden op nr. 41 in het Smidspad de ouders van Dina. Later, eind jaren dertig vorige eeuw, is Dina een winkel begonnen. Achter de winkel had haar vader een schoenfabriek die later is overgenomen door zijn zonen Gert en Jef. Gert runde het bedrijf en Jef was de vertegenwoordiger.

In die tijd werden de schoenen nog veel handmatig gemaakt. Er werkten 24 man in de hoogtijdagen en er gingen 500 paar schoenen per week de deur uit. Begin jaren vijftig hebben ze het 50-jarig bestaan gevierd. Tien jaar later ging het slecht in de schoenindustrie en eind jaren zestig zijn de broers gestopt. Ook Dina stopte met haar winkel en ging als receptioniste in een bejaardenhuis werken. Ze heeft nog even in het Smidspad gewoond en is toen verhuisd naar het Julianapark.

 

Broers van Kempen speelgoed

De speelgoedwinkel werd op eigen naam opgericht op 13 juni 1929, een dag nadat het echtpaar in het huwelijk was getreden. In 1979 is door zoon Hein de winkel voortgezet als Broers van Kempen Intertoys en later gevestigd op diverse plekken in Tilburg en ook in Goirle. In 1979 werd het 70-jarig bestaan op grootse wijze gevierd en bezochten Kloontje en Ridder Graniet van het toen nog bestaand Land van Ooit de vestiging in Goirle. In 1981 sloot de deur van de winkel definitief in het Smidspad.

Enkele anekdotes.

Toen ik klein was, geloofde ik nog in Sinterklaas. Mijn moeder liep met me naar de winkel en liet me een keuze maken voor een sinterklaascadeau. Ik koos een boerderij met allemaal verschillende dieren. Het cadeau werd gereserveerd en mijn moeder gaf bij het afrekenen naar me aan dat Sinterklaas dit cadeau wellicht zou brengen, maar dan moest ik wel heel lief zijn. Niets was zeker! Vader Broers speelde het spelletje serieus mee. En ik geloofde alles en iedereen, alles voor het goede doel!

Mijn jongere broer had met zijn verjaardag een prachtig plastic vrachtautootje, met allemaal losse flesjes melk daarin, gekregen. Hij vond het cadeau echter helemaal niets en wees het direct af, hij kan nu nog heel extravert reageren. In plaats van dat hij met zijn zus terug naar de winkel ging voor een ander cadeau, moest ik mee van mijn moeder. Mijn zus en ik kozen een hele grote plastic auto. Bij thuiskomst vroeg mijn moeder wat ik ervan vond. Een vraag die ze feitelijk niet aan mij moest voorleggen, maar aan mijn jongere broer. Ik reageerde lauw want niets kon het eerste cadeau overtreffen. Mijn zus ontplofte, waarom had ze nu in godsnaam mij meegenomen. Tja, dat vroeg ik mij dus ook af.

Eind jaren negentig waren we in Goirle gaan wonen en ik kocht bij Hein een paar skeelers. Hij vond het geweldig, zijn doelgroep was toch meer van 0 tot 15 jaar en nu kwam er een volwassen vent een paar skeelers kopen. Ik vond het niet zo gek en heb achter onze woning op een stuk asfalt heerlijk geskeelerd met onze kinderen.

 

Kloontje uit het Land van Ooit

Ridder Graniet uit het Land van Ooit

In die tijd waren er drie bakkers: bakker Klerks, bakker De Kort en bakker van het Westen. In 1927 verkreeg brood- en banketbakker John van de Westen vergunning tot het oprichten van een gebouw gelegen aan het Wilhelminapark en Smidspad bestemd om gebruikt te worden als een woning, een winkelruimte en een bakkerij. Het halfvrijstaand hoekpand is gebouwd naar ontwerp van architect B. Simons.  Bakker van de Westen is in onze familie, generatie op generatie, bekend van de Nieuwjaarskoeken. Hieronder het Tilburgs recept:

Stap 1:
Verwarm de oven voor op 200 ºC. Meng de bloem met het bakpoeder en de speculaaskruiden. Breng de honing aan de kook. Meng met een mixer het bloemmengsel, suiker, zonnebloemolie en de honing met elkaar in circa 5 minuten tot een egaal beslag. Laat dit beslag zo lang mogelijk rusten, minimaal 24 uur tot maximaal 3 maanden.

Stap 2:
Verdeel het beslag in twee ovalen, over een met bakpapier beklede bakplaat. Bak de Nieuwjaarskoeken in de oven in circa 30 minuten gaar. Laat daarna volledig afkoelen.

Glazuur
Roer het eiwit met de poedersuiker tot een spuitbaar glazuur. Schep het glazuur in een kommetje. Spuit met glazuur jouw Nieuwjaarswens op de koek.

 

Bakker Van de Westen op de hoek van het Wilhelminapark, hierboven in 1929.

Rechts ome Niek met een van zijn nichtjes met een nieuwjaarskoek van Bakker Van de Westen.

Er is ook veel verdriet bij bewoners van het Smidspad geweest. Op nr. 56 heeft een familie Maas (Jan W.M. 1899-1973) getrouwd met Adriana Haans (1898-1993) gewoond. Ze hadden een winkel in koloniale waren had (spekwinkeltje). Dhr. Maas was zelf wever.

Hun dochtertje Petronella (Nelly Maas) (geboren 02-05-1926) is op 24-05-1944 gestorven. Ze was pas achttien jaar oud. Heel tragisch is dat Josephus (Jozef), de broer van Nelly, eveneens op heel jeugdige leeftijd overleden, namelijk op 16 maart 1946, nog geen twee jaar na zijn zus. Hij was vijftien jaar oud toen hij overleed.

 


Rooms-katholieke Kerk. Interieur parochiekerk van de H. Theresia van het Kindje Jezus aan het Theresiaplein. De pastoor van deze kerk, W. Mutsaerts, was de organisator van de Tilburgse bedevaart naar de H. Theresia te Waspik. In 1932 werd het eerste lustrum van deze bedevaart gevierd.

Beatrixhof, Tilburg

Inzegening van Theresiakerk door Mgr. A.F. Diepen op 13 april 1931.

Kerk van de H. Theresia in 1932

06-06-1939 25-jarig priesterfeest bouwpastoor W. Mutsaerts parochie H. Theresia.

Gezinsblad 11 Van Bavel

Cornelia Andrea Maria van Bavel Corry

  • Geboren op 3 augustus 1918 - Tilburg, NB, NLD
  • Overleden op 16 februari 1987 - Tilburg, NB, NLD, leeftijd bij overlijden 68 jaar oud
  • Beroep: Confectie-naaister

       Ouders

      Relaties en kinderen

  • Gehuwd op 1 juli 1947 met Theodorus Wilhelmus Theo van Brakel 1914-1983 en hun kinderen:
  • Wouter Johan Petrus Maria 13-04-1949, ged. 14-04-1949 Par. H. Theresia
  • Helena Nicolasina Cornelia Maria 18-01-1951 4:15 u, ged. Par. H. Theresia
  • Theodorus Waltherus Cornelis Maria 20-07-1953 1:00 u, ged. Goirke +01-10-2005
  • Johannes Theresia Hermanus Maria 20-05-1955 5:30 u ged. Vredeskerk
  • Guido Nicolaas Leonardus Maria 23-07-1959 3:00 u Vredeskerk

      Broers en zusters

 

      Huwelijk met

Theo van Brakel

woonachtig in Tilburg:

Nijverstraat 7

Goirkestraat 53

Beatrixhof 28

     

Voorouders

      Johannes van Bavel       1858-1936

     Adriana Vermeer

1860-1929

 

     Cornelis Johannes van Gorcum

1851-1928

     Theodora Maria van de Leur

1850-1915

Nassaustraat, Tilburg


Het gezin vorige eeuw

Toen het aankwam op seks, hadden mijn ouders een moeilijke tijd. De kerk die veel kinderen voorstond, en aan voorbehoedsmiddelen tot in de jaren zestig vorig eeuw was het triest gesteld. Tot rond 1938 of zoiets was onbekend dat men aan "periodieke onthouding" kon doen. De enige kerkelijk goedgekeurde methode om aan "Gezinsplanning" te doen. En was dit volledig veilig? Na de geboorte van haar vijf kinderen is mijn moeder nog een keer met mijn zusje naar de huisarts gehold omdat ze dacht zwanger te zijn van nummer zes. Enkel een natuurlijke methode werd gehanteerd, de periodieke onthouding, waarbij op basis van de temperatuur of kalender de vruchtbare dagen werden bijgehouden. Gelukkig was het loos alarm, en daar was mijn moeder zeer blij om. Mijn zus en ik moeten heden ten dage nog lachen hoe we in ons kinderbedje getuige waren van de momenten dat onze ouders in de nacht de liefde bedreven. Ik vertelde onlangs aan mijn zus dat ik het als kind vreemd vond dat ze soms midden in de nacht met elkaar in bed lagen te 'keuvelen'. Meer kreeg ik niet mee, gelukkig. Het zette me pas veel later aan het denken.

Hieronder een reactie van een oud-Theresia parochiaan uit de tijd van mijn moeder:

Als een loden last op je schouders heeft gedrukt.

Ik ben een gedreven schrijver geworden omdat ik de jongere lezers wil laten beseffen in wat voor een heerlijke tijd ze opgroeien. Een tijd zonder "loden lasten" op hun geweten. Tegelijkertijd gebruik ik dit platform als een soort BIECHT, maar dan in zijn oorspronkelijke vorm: een bekentenis aan God, maar ook aan de gemeenschap.
Zo is het askruisje op Aswoensdag een overblijfsel van het met as op het hoofd ten schande stellen van een zondaar. Ik als jongste van de 15 ging als enige altijd samen met mijn vader naar de Mis in de Theresiakerk. In de vastentijd eveneens door de week, 's morgens vroeg voor school. Dat was voor mij een verschrikkelijke opgave. Bij de mis hoort ook het ontvangen van het Heilig Sacrament. Daarvoor moet men, niet alleen nuchter, maar ook in "staat van genade" zijn. Voor de jonge lezers: "in staat van genade" betekent vrij van doodzonde.
Ontvangt men de Communie in staat van doodzonde dan is dit een "zonde van heilig schennis" met als gevolg de eeuwige verdoemenis. Alleen de biecht met een volmaakt berouw kan je daarvoor nog redden. In de godsdienstles leerden we wat allemaal zonden is en werd je geconfronteerd met afbeeldingen van zondaars in de vlammen van het eeuwige vuur. Het geweeklaag kon je als het ware horen! De lezer zal zich intussen afvragen hoezo dit alles betrekking op me heeft en wat die "loden last" dan wel is geweest. De Schepper heeft de mens voorzien van hormonen en die "gieren door het lichaam" beginnend met de puberteit.
En om die hormonen te kalmeren kan men koud douchen of masturberen.
Slapen op een hard matras en denken aan Onze-Lieve-Heer, die voor ons aan het Kruis gestorven is, helpt ook. In klasverband moesten we iedere maand biechten.
Behalve uit de suikerpot gesnoept te hebben kwam in iedere biecht de onkuisheid aan bod.
6 onze vaders en 6 weesgegroetjes en je ging weer vol goede voornemens en opgelucht de kerk uit. Maar dit alles was bij lange na nog niet de "loden last"! Omdat ik ervan doordrongen was dat onkuisheid doodzonde is, heb ik mijn hele jeugd de poort van de hel op een kier zien staan.
Omdat ik altijd met mijn vader naar de mis ging zat ik iedere keer met het dilemma: kiezen tussen een zonde van heilig schennis door ter communie te gaan, of mijn vader laten merken dat ik een zondaar ben.
Op mijn 18e ben ik in Amsterdam bij Simon de Wit als kruideniertje gaan werken en nam de gelegenheid te baat om op het Waterlooplein bij de Paters te gaan biechten.
De Pater verzekerde me dat masturbatie géén doodzonde is.
Hij nam de zware last van mijn schouders weg.
Ik denk dat ik het volbracht heb.

Jeroen

Mijn moeder was in deze periode, in dezelfde parochie, bij de nonnen op school. Op een dag kwam mijn moeder op school en de non die voor de klas stond vond haar rokje tekort. Mijn moeder moest voor de klas komen en de non wikkelde een krant om haar benen zodat er geen enkel bloot deel van haar beentjes meer zichtbaar was.

Die grote gezinnen leverde ook humoristische momenten op. Zo moest een vader zijn 15 kinderen naar bed brengen, in opdracht van zijn vrouw. Met veel moeite lukte hem dit, hij was deze dagelijkse activiteit niet gewend en kon het in het algemeen aan zijn vrouw overlaten. Toen hij beneden kwam, zuchtte hij diep. Zijn vrouw vroeg of de kinderen het hem moeilijk hadden gemaakt. 'Jazeker, eentje stribbelde behoorlijk tegen', antwoordde hij. Zijn vrouw vroeg wie het was. 'Die witte', zei vader. 'Oh' zei moeder, 'die is van de buren'.

 


Verkeersongeval

We woonden in de Beatrixhof nr. 28 in Tilburg en op donderdag 12 maart 1964 gebeurde er iets verschrikkelijks in ons hofje.

Familie van de Kamp woonde daar met hun twee kinderen, een meisje en een jongetje. Het meisje had de naam van haar moeder, Dimphy en de zoon had de naam van vader Johannes ofwel Johnny, geboren 11 juni 1959 en was een nakomertje.

Onze groenteboer, die langs de deur ging, was er ook. Hij kwam altijd op donderdag. Mijn jongste broertje was ziek, grieperig en lag in bed. Hij was het vaste vriendje van Johnny. Omdat mijn broertje, Guido, ziek was, speelde Johnny met jongens uit de buurt. Een van de jongens schiet een pijltje met boogschieten de Nassaustraat in. Hiervoor had de vader van Johnny vanuit de auto aan Johnny gevraagd om naar huis te gaan, want ze gingen zo eten. Papa was afdelingschef bij een schoenenfabriek. Hij werd elke ochtend en namiddag opgehaald en thuisgebracht. Het was een auto van de zaak met privéchauffeur. Hijzelf reed geen auto. Plots rent Johnny vanuit het hofje de Nassaustraat in en ziet een kolenboer met zijn wagen niet aankomen. Hij loopt pardoes tegen de wagen, valt, en komt onder de wielen terecht. Zijn hoofdje lag voor een deel open, een wiel was over zijn hoofdje gereden. Onze groenteboer, mijn moeder, we waren allemaal erg aangedaan.

Mijn moeder zei dat de kolenboer, zijn gezicht ziet normaal zwart, spierwit was weggetrokken. De huisarts Loebers werd ingeschakeld, omdat hij in de buurt woonde. Hij schudde met zijn hoofd alsof hij wilde zeggen: 'Nee, hier is niets meer aan te doen'. Ondertussen was de politie gearriveerd en de hele straat liep uit. De vader en moeder van Johnny waren ondertussen ingelicht, en moeder werd bij het aanschouwen van dit drama door vrouwen uit de buurt ondersteunt onder haar armen naar huis gedragen. Ze was in shock. De vader van Johnny was in gevecht geraakt met de politieagenten, hij wilde actie, er gebeurde volgens hem niets en zeker niet op tijd. De ziekenauto kwam, en in de avond om 20:50 uur is Johnny overleden. Door dit tragisch gebeuren viel het hele gezin uit elkaar. De ouders van Johnny trouwden op 8 april 1942, vader was geboren op 8 september 1915. Het huwelijk werd ontbonden op 13 januari 1969. Ze hadden eerder, op 1 februari 1950, een zoontje verloren, vijf weken oud. Hij was vernoemd naar zijn opa: Matheus, Henricus, Johannes. Johnny had de voornamen: Johannes, Matheus, Henricus, Maria.

 

Overledene

Johnny van de Kamp
4 jaar

zoon van Joh. C. v.d. Kamp en Dimphna C v. Zundert

11-06-1959
Tilburg 12-03-1964
Tilburg
Begraven te Tilburg, Gershwin

Na de echtscheiding is de moeder van Johnny getrouwd met Kees van Beurden.

Leeftijd- en klasgenootjes van Johnny, Johnny ontbrak.

In heel het land was het ongeluk actueel en in vele kranten werd het ongeval vermeld. Zie hieronder een aantal kranten.

Het Nieuwsblad van het Zuiden

De Volkskrant

Nieuw Haarlemse Courant

Friese Koerier

Het Parool

Leeuwarder Courant

Twents Dagblad Tubantia


Theekransje

Mijn moeder heeft er, vanuit haar werk bij 'De Zuid', vriendinnen voor het leven aan overgehouden, zoals Nelly, Lisa en Toos. Met regelmaat gingen ze bij elkaar op bezoek en dan meestal een aantal uurtjes in de avond. Het fenomeen 'theekransje' bestaat al heel lang. Vrouwen komen al bijna driehonderd jaar bij elkaar in een kransje. Zeker in de zeventiende eeuw hadden vrouwen niet zoveel vrijheid. Zo'n theekransje was een legale manier om het huis uit te komen! Tijdens theekransjes werd er geroddeld. Maar er werd ook over maatschappelijke en politieke onderwerpen gepraat. Ik denk dat het bij mijn moeders theekransje er niet veel anders aan toe ging. Omdat Lisa een hazenlip had, werden er door ons weleens grapjes gemaakt en was het hilarisch om haar na te doen. Flauw natuurlijk om iemands gebrek zo belachelijk te maken. Nu vooruit, nog een mopje: Er zitten twee mensen in de sauna. Een met een hazenlip en een met een waterhoofd. Zegt die met de hazenlip: 'Wlat ies het hlwier hweet hè?' Zegt die met het waterhoofd: 'Fuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuut!'

Toos woonde haar hele leven bij haar zus en haar man in de Veldhovenring Tilburg. Mijn moeder kwam een keer bij haar op bezoek en Toos bood mijn moeder een gebakje aan, naast een heerlijk kopje koffie. Mijn moeder wees, in eerste instantie uit beleefdheid, maar vooral in alle bescheidenheid het gebakje af. Toos kende haar vriendin langer dan vandaag en biedt nogmaals het gebakje aan, waarop haar zus antwoordde: 'Toos, je moet niet aandringen'. Of mijn moeder uiteindelijk toch nog heeft mogen genieten van het gebakje, is mij niet bekend. Zo vertelde mijn jongste broer onlangs over een door Toos veel gebezigde, maar vooral gevleugelde uitspraak, wanneer iets haar niet kon bekoren. Ze sprak dan in het Tilburgs dialect: 'Ik von ur gin zak aon'.

 

Nellie Henssen en Corrie van Bavel

Nellie was een fanatiek zwemster, ze staat bij de lage springplank links

Lisa Spijkers

Links het huisje van fam. van Gestel

RK Begraafplaats Hasselt Lambert de Wijsstraat 13 Tilburg

Nog een foto van het huisje van Toos van Gestel

Is het fenomeen 'theekransje' vandaag de dag uit het sociale leven verdwenen? Ik denk van niet en hoef hiervoor niet ver te zoeken. Mijn vrouw nodigt met regelmaat haar vriendinnen uit om weer eens gezellig te beppen. Dat het niet alleen maar blijft bij thee ziet u op bijgaande foto's. Ik heb in mijn verhalen eerder laten vallen dat het sociaal contact met vrouwen bij mij prevaleert boven de ontmoetingen met mannen. Omdat ik in ons dorp mijn eigen netwerk heb opgebouwd met vrouwen van middelbare leeftijd, kon ik het niet laten om de opmerking aan mijn vrouw te maken dat ik, als man, in deze geëmancipeerde wereld toch zeker ook recht heb op mijn eigen theekrans. Ze moest lachen, en nu weet ik niet of het voorstel voldoende serieus is ontvangen. Ik zal het voorleggen aan mijn meisjes.

 

Resie en Karin Martens in onze voortuin


De kerk van toen

Ik zeg altijd dat mijn vader, na zijn overlijden op woensdag 19 januari 1983, nog steeds in de veronderstelling is dat wij, zijn kinderen, elke week op zondag braaf in de kerk zitten (tot zijn dood gingen we namelijk naar de kerk, getrouwd of niet getrouwd, dit maakte niets uit). Kijkend vanuit de hemel in een hele mooie stoel, die hij wel verdiend heeft. Niet alleen omdat hij eerlijk en oprecht was, hij heeft jaren, op verzoek van pastoor François, elke week, in de parochie het weekblad Het Roomsch Leven rondgebracht. Waar zal ik mijn verhaal beginnen.

Ik heb gekend kapelaan van Driel die later pastoor in Waalwijk werd. Dat kan ik me nog goed herinneren, want ome Jan en tante Trees kregen hem als kapelaan in hun parochie. Een andere kapelaan was kapelaan van Hooff die in juli 1959 kapelaan wordt in Tilburg (Vredeskerk). Daar blijft hij tot februari 1967, met ingang van 11 februari 1967 wordt hij pastoor van de Gerardus Majellakerk in Weebosch en blijft dat 12,5 jaar tot oktober 1979. Daarna vestigt hij zich aansluitend, meteen in oktober 1979, in IJsland. Frans van Hooff overlijdt op 4 mei 1995 met het Legioen van Maria op een voor de tweede maal ondernomen pelgrimstocht in Jeruzalem, 77 jaar. Zijn lichaam wordt naar IJsland teruggevlogen en hij wordt in Reykjavik begraven op 12 mei 1995.

Van Hooff verzorgde bij ons op de lagere school ook de godsdienstlessen. Hij kon het niet alleen goed overbrengen, hij maakte er een compleet toneelstukje van, waarin iedereen actief kon deelnemen. Hij stond met gemak voor de klas met een Afrikaanse hoofdtooi op. Van Hooff was een goede verteller, een kleurrijk en eigenzinnig persoon. We hebben ook veel om hem moeten lachen, omdat hij zo lijzig en bijzonder langzaam praatte. Dit scheen overigens te maken te hebben met een operatie aan zijn stembanden, en dat hij daarom alleen maar kon fluisteren. 

Toen we later op kamp gingen in de Weebosch waar hij was gestationeerd, kwam hij regelmatig bij ons langs. Het gerucht ging dat hij werd uitgezonden naar IJsland, om de hoeren op het rechte pad te krijgen met zijn Maria medaillons. Dit was klinkklare onzin. De pastoor van de Weebosch, een parochie van 800 parochianen, vroeg de bisschop toestemming zielenherder te mogen worden in IJsland. Waarom deze keuze? Omdat de bisschop van Reykjavik, een Nederlander, het hem gevraagd had.

Het leven van Frans kende geen beste start, enkele weken na zijn geboorte overlijdt zijn moeder 26 jaar oud. Zijn vader was burgemeester van Oerle-Veldhoven: Albert van Hooff, waarnaar de bekende Burgemeester van Hoofflaan in Veldhoven is vernoemd.

Daarna kwam kapelaan Lau Bijl. Hij werd later benoemd tot deken. Deken Lau Bijl, pastoor in Tilburg, deken van Tilburg-Goirle. Lau Bijl is op 5 augustus 1938 geboren in Etten-Leur als zoon van dokter Bijl, de arts die later naar Biezenmortel verhuisde om daar huisarts van Huize Assisië te worden. Lau Bijl is opgegroeid aan de oprijlaan van Huize Assisië. Hij is priester gewijd op 8 juni 1963 door Mgr. Bekkers in de St.-Jan in Den Bosch. Op 23 juni 1963 droeg hij zijn eerste H. Mis op in de kerk van Biezenmortel. Meteen daarna volgde zijn benoeming tot kapelaan in de nieuwe Vredesparochie in Tilburg.

Als kapelaan was hij actief in de arbeidersbewegingen, hij werd lid van de adviesraad van de deken en lid van de diocesane raad samen met zijn vriend bisschop Jan Bluijssen. Het Tweede Vaticaanse concilie zette de ramen open, de kerk veranderde, de wereld drong de kerk binnen. Bisschop Bekkers (1960 tot 1966) pleitte voor het persoonlijk geweten en gezamenlijke verantwoordelijkheid. In Noordwijkerhout werd het pastoraal concilie gehouden (1966 tot 1970). Via Jan Bluijssen raakte Lau betrokken bij de voorbereiding van dit eerste Nederlands pastoraal concilie. Lau Bijl werd in 1975 benoemd tot deken van Tilburg-Goirle en zou dat blijven tot 1993. Lau was een bijzonder mens, hij haalde het nieuws doordat hij met Driekoningen tijdens de preek opkwam met een lampion onder het zingen van 'Driekoningen, geef me een nieuwe hoed'. Ook bood hij op een zondag aan het begin van een preek een meisje vooraan in de banken een speldje aan. Iedereen was weer bij de les. Bovendien was hij steevast aanwezig bij de koorrepetities tot genoegen van ons, als koorleden. Hij was populair en vooral onder de jonge parochianen. Hij was actief als leider van het kindervakantiewerk. Hij organiseerde ook voor de jongelui thema-avonden, samen met Frans Hendriks en Martien Hurkmans. Ter afsluiting volgde dan een feestje in het parochiehuis. Ik kan me nog herinneren dat ik met enkele leeftijdgenoten bij het echtpaar Schepens op bezoek ging. Ze hadden één zoon, hij heette Ben. We mochten als jongere allerlei opvoedkundige vragen stellen aan het echtpaar. Lau ging naar het Kielenbal tijdens carnaval. Een jaarlijks carnavalsfeest in de plaatselijke sporthal.

Samen met dirigent Piet de Kock was hij de inspirator voor de allereerste Emmausmis in 1966. Samen met the South Jazz Band, o.l.v.  Henk van Belkom. Het orkest had een uitzonderlijke primeur, want zoiets was in Nederland en ver daarbuiten nog nooit vertoond: uitvoering van de Emmausmis in dixielandstijl. Gespeeld door The South en gezongen door het koor van de Tilburgse Vredesparochie met Piet de Cock als dirigent. De Emmausmis had als basis enkele negro-spirituals en daar schreven kapelaan L. Bijl en dirigent De Cock Nederlandse religieuze teksten voor. De arrangementen waren van Henk van Belkom.

Met deze Emmausmis zijn koorleden op tournee geweest, waaronder mijn zusje, en hebben in de studio van Johnny Hoes een zogenaamde EP opgenomen (lange versie van een 45 toeren single), en gezongen in het programma Brandpunt. Ook het jaarlijks kamp in de Weebosch van de misdienaars en koorleden was Lau actief in de leiding samen met Piet de Cock, zijn vrouw Annie en Sjaak Berber. Ik heb er met mijn broers een geweldige tijd gehad. Piet de Kock was buiten dirigent van alle koren ook de koster van de Vredeskerk. Vooral met de feestdagen zorgde hij ervoor dat de kerk ruim voorzien was van uitbundige en prachtige bloemstukken. Lau Bijl heeft veel betekend voor onze parochie. Hij overleed op toilet nadat hij zich niet goed voelde. Een jaartje ongeveer voor zijn overlijden onderging hij een heupoperatie. De chirurg zei: “Ik ben er klaar voor”. “Ik ook”, zei de deken die op zijn koptelefoon lag te luisteren naar Bachs Hohe Messe, “ik heb zojuist het slot van het Credo gehoord: Et vitam venturi saeculi”. Het eeuwige leven laat gelukkig nog op zich wachten.

Vanaf 1975 was hij gedurende drie termijnen deken van het dekenaat Tilburg-Goirle. Hij bracht onder meer de fusie tot stand van de parochies Heilig Kruiskerk en Sint-Maarten Zand. Hij had grote moeite met de conservatieve koers die het bisdom in de negentiger jaren insloeg. Toen er voor hem geen vierde termijn als deken inzat, legden velen een link met zijn kritische opstelling.

Gabriël François was een geliefde pastoor (*1910-+1987). In 1948 kreeg hij de opdracht tot de stichting van de 22e Tilburgse parochie in de omgeving van de Tongerlose Hoefstraat. Dit leidde tot de bouw van een noodkerk (1950) en de Vredeskerk (1954). Hij wist de parochianen te verbinden, en kwam bijna elke verjaardag van vader of moeder op visite. Natuurlijk kwam zijn favoriete sigaar en cognac dan op tafel. Daar hield hij van als echte bourgondiër. Zijn geboortedag was 19 mei, en die van mij 20 mei. We stonden samen in de pastorie, ik als misdienaar, en feliciteerde hem met zijn verjaardag. Ik gaf aan dat ik de volgende dag jarig zou zijn. Hij vroeg hoe oud ik zou gaan worden, en ik antwoordde: '16 jaar, meneer pastoor.' Dan zijn we net zo oud, alleen staan bij mij de getallen andersom. Lachen! In 1977 ontving hij de Zilveren Legpenning van de gemeente Tilburg. François wordt met een plaquette herdacht bij Zorgcentrum den Herdgang.

Op 1 januari 1972 wordt officieel de parochie Noordwest opgericht, waarin zijn samengevoegd de parochies Gasthuisstraat, Theresia en Vredeskerk. Pastores na de oprichting:

  • Martien Hurkmans 1972-1978
  • Frans Hendriks 1974-1978
  • Herman van Helvoort 1976- eind jaren tachtig  +09-07-2009, 69 jaar oud
  • Jan van Hulten 1978-1991 +17-11-2001, 61 jaar oud

Als pastoraal werker:

  • R. Niessen 1978-1984 (in deze periode tot priester gewijd)

 

Richard Niessen was van 1984 tot 2015 pastoor in Boxtel en daarna op 65-jarige leeftijd met emeritaat. Richard en Herman hebben ons getrouwd in de Vredeskerk op zaterdag 22 november 1980. Vanaf 1980 tot 1984 hebben we, op uitnodiging van hem, zijn verjaardag op de pastorie gevierd met de andere pastores tot zijn vertrek naar Boxtel.

Vredeskerk die gebouwd is volgens de Bossche school door architect, wethouder Harrie Pontzen, broer van mijn moeder, schrijft Charles Aerssens. Ik heb met zijn broer Joost Aerssens op de Lagere school in dezelfde klas gezeten

Henk van Belkom

Pastoor G.C.J. (Gabriël) François

 

Interieur Vredeskerk

The South Jazz Band

Parochiehuis Vredeskerk

Piet Klaassen (links op het bordes), kapelaan van de Vredeskerk in de jaren vijftig

 

Doopceremonie in 1959 met Kapelaan van Driel en Piet de Cock en familie van Tiggelen (Christ was onderwijzer op onze Lagere school)

Lau Bijl

Kapelaan van Hooff

Vredeskerk, nu omgebouwd tot appartementencomplex

Lau Bijl tussen zijn ouders

Van Hooff in processie

 

Pastoor Van Hooff van Bergeijk-Weebosch: ‘een klapstoeltje in de Hemel’

 

Toen Lau Bijl afscheid nam als deken van Tilburg-Goirle, werd hij geïnterviewd door de krant. Als je dit verhaal van 1993 nog eens leest, dan zie je de teloorgang van de kerk zoals we die als kind en later hebben mogen ervaren. Terug naar het demoniseren van homo's of andersdenkenden. Dit was het antwoord van de toenmalige Poolse paus. Of aartsbisschop Simonis met 'ich habe es nicht gewusst'. Zijn antwoord toen hem gevraagd werd naar het seksuele misbruik in de rooms-katholieke Kerk. Ter Schure legde als bisschop een geheim archief aan over problematische geestelijken. Dat archief verdween spoorloos.

Met dank ook aan Mennen die niet toestond om onze buurman, na zijn overlijden, nog een keer in de lijkauto langs zijn huis te laten rijden. Ook de liturgie werd door Mennen bepaald waarbij geen enkele inspraak. We lachten erom, maar eigenlijk is het in- en intriest. Empathie, vergeet het maar? Ook Schilders mag tot de meest onbeschofte vlerken gerekend worden, door de hele parochie te sarren met zijn klokgelui in de vroege ochtend, zonder hierover in gesprek te willen met 'zijn' parochianen die bezwaar hadden aangetekend. We hebben wel genoegdoening gekregen toen die Poolse paus in Nederland op bezoek kwam. Popie Jopie viel tegen Ter Schure flink uit, bij het zien van geen enkel katholiek aanhanger langs de kant in Den Bosch toen hij met zijn pausmobiel langsreed.

Hieronder het interview van Lau in Het Nieuwsblad.

 
Woensdag heeft bisschop J. ter Schure de nieuwe deken voorgesteld aan de pastores van Tilburg en Goirle: H. van Doorn, pastoor-deken in Oss. De reacties in het Midden-Brabants dekenaat varieerden van 'een goede zaak' (pastor C. Mennen) tot 'een overval' (pastor G. Jansen) tot 'geen reactie' (pastores J. Schrauwen, Ph. Rooijmans en A. van de Eijnde).

Ter Schure bood in zijn brief de priesters en pastoraal werkers gelegenheid bezwaar te maken tegen de persoon van Van Doorn, maar niemand twijfelt aan zijn benoeming op 1 november. Komende week reist Van Doorn naar Tilburg voor een kennismakingsgesprek, op uitnodiging van de pastores. Ook de huidige deken L. Bijl, die dolgraag aan zijn vierde termijn was begonnen, weet na zeven jaar Ter Schure: "Als deze bisschop een standpunt heeft, breng je hem daar niet vanaf." Een berustend gesprek met Lou Bijl (54), die zich na 1 november stort op het pastoraat in de Wandelbos.


Het laatste dat hij wil is een 'dekenaffaire'. 'Interne conflictjes mogen de aandacht niet afleiden van de God die ruimte biedt.' Hij loopt naar het affiche dat de psalmendag in september aankondigt met juist dat thema: 'Gij die ruimte biedt...' en zegt: 'Nee, Ter Schure is er inderdaad de man niet naar om dat thema uit te dragen.' Maar ook: 'Ik heb geen behoefte de bisschop zwart te maken, hij doet zijn uiterste best.

Wanneer heeft de bisschop u verteld dat die vierde termijn niet doorgaat? 

In een dekenvergadering vorig jaar heeft hij al medegedeeld dat in de toekomst dekens niet langer dan twee termijnen in hetzelfde dekenaat zouden aanblijven. Op 10 juni heeft hij in een persoonlijk gesprek bevestigd dat hij me niet opnieuw wilde benoemen. Hoe de opvolging eruit kwam te zien, was toen niet duidelijk. Ik had een brief daarover verwacht, net zoals het in het dekenaat Veghel is gegaan. Daar heeft de bisschop de pastores gevraagd een lijst met drie kandidaten voor de opvolging van deken Konings op te stellen. Vervolgens hebben die te kennen gegeven dat ze het liefst Konings zelf houden. Dat is een opener procedure. Nu worden de pastores gevraagd bezwaren te maken tegen een man die een groot aantal van hen nauwelijks kent.

De pastores hier hadden toch net zo kunnen handelen als in Veghel door op uw aanblijven aan te dringen?

Och, je kunt wel een mooi gebaar maken. Maar als dat weinig zin heeft, blijft zoiets steken in een rituele dans. Verschil met Veghel is ook dat er nu al iemand warm is aanbevolen door de bisschop. Maar wat het belangrijkst is: het werk moet doorgaan. Het beleid gericht op samenwerking tussen de parochies dient te worden voortgezet. En ik twijfel er niet aan dat Van Doorn dat gaat doen. Hij is zeer capabel en pakt de problemen op. Absoluut niet een man die zegt: "Wat ik vind, moet gebeuren". Hij is omschreven als een man van het midden. Voor mij staat hij zelfs links van het midden. Met een organisatie als Opus Dei of andere conservatieve groeperingen zal hij zich niet inlaten. En ik ben er ook van overtuigd dat hij zich net, zo actief in de maatschappij zal betonen als ik dat heb gedaan.

Van Doorn is een man die voor de verdrukten in de maatschappij kiest. Pastor Hendrickx van de parochie Heikant-Quirinstok zei niettemin deze week dat Van Doorn nu al krediet bij hem had verspeeld. 

Dat begrijp ik wel. Het probleem is dat de mensen niet van Van Doorn hadden verwacht dat hij in deze procedure zou stappen. Men zag liever dat hij tegen de bisschop had gezegd: 'U kunt denken wat u wilt, maar benoem mij nu eerst als pastoor van de Binnenstad en vraag vervolgens aan de pastores in Tilburg en Goirle of ze een lijst van kandidaten willen opstellen. Zit ik daarbij, dan ben ik bereid deken te worden.' Dan had Van Doorn gekozen voor die open procedure.

Wat vindt u van de stelling dat die procedure van twee termijnen is uitgevonden om u uit te rangeren? U hebt zich kritisch uitgelaten ten tijde van installatie van Ter Schure en ook in de kwestie rondom pastoor Mennen stond u tegenover de bisschop. Denkt u daar nu de wrange vruchten van te plukken?

Moet je aan de bisschop zelf vragen. Zou mee kunnen spelen. Maar vergeet niet dat wij destijds als eerste dekenaat de bisschop voor een bezoek hebben uitgenodigd. Ik heb ook meteen tegen hem gezegd: 'Ik zal niets over u zeggen zonder het tegen u te zeggen'. Dat heeft hij volgens mij gewaardeerd. Kijk, ik ben ervan overtuigd dat hij verschrikkelijk zijn best doet. Hij heeft alleen zijn voorkeuren. Voorbeeld: Ik heb jarenlang geprobeerd een medepastor in de parochie van het Heilig kruis te krijgen, omdat die functie naast het deken zijn te zwaar was. Dat is nooit door de bisschop gehonoreerd. Maar nu al is bekend dat deken Van Doorn in september of oktober assistentie krijgt in zijn parochie Binnenstad. Dat is dan toch het selectieve omgaan met mensen dat deze bisschop eigen is. Voor mijn gevoel komt dat voort uit onmacht. Toen hij op zijn 64e werd benoemd als bisschop, kreeg hij voor het eerst zo'n onnoemelijk zware taak. Zelfs geografisch was Brabant een onbekend gebied voor hem.

U was 37 toen bisschop Bluyssen u als deken benoemde.

"Inderdaad. De contacten met bisschop Bluyssen en zijn vicarissen waren heel plezierig. Bluyssen kon uitstekend communiceren. Dat Ter Schure slechts vertrouwt op dat kleine kringetje rond hem en dat daar door allerlei stoornissen optreden, is alleen maar verdrietig.

Ter Schure overleed in 2003.

Paus Johannes Paulus II (Popie Jopie) overleed in 2005


Het Weekblad Het Roomsch leven.

Het leven van jullie, pa en ma, werd volledig bepaald door het roomse leven. In elk katholiek gezin van toen zeer herkenbaar met alle gebruiken en verplichtingen door de kerk opgesteld. Ik zie ons moeder nog, bij het uitspreken van 'urbi et orbi' door de paus, op de knietjes voor de televisie. De traditionele zegen die de paus vanaf het balkon van de St.-Pietersbasiliek uitspreekt. Op verzoek van onze pastoor, Gabriël François heeft mijn vader het weekblad 'Het Roomsch Leven', tot aan het eind van het bestaan in de Vredesparochie rondgebracht. De naam 'Roomsch Leven' veranderde later in 'Kerknieuws'. Mam, we gaan weer even terug in die tijd. 

Nog niet zo lang geleden bestond er nog geen internet, T.V. of radio. Bij ‘draadloze telefonie' dacht men in de twintiger jaren van de vorige eeuw niet aan de huidige mobieltjes, maar aan de radio, die toen in opkomst was. Informatie kwam nog uit de krant of rijk geïllustreerd uit de Katholieke Illustratie (1867-1967) en uit 'Roomsch Leven'. Deze laatste droeg de titel ‘weekblad voor het decanaat Tilburg' en hoorde bij het breed georiënteerde roomse leven van Tilburg. Opgericht in 1916 heeft het ‘Roomsch Leven' tot 1970 bestaan. Gedrukt door Drukkerij Bergmans, die eerst gevestigd was in het mooie pand in de Tuinstraat op de hoek met de Langestraat met de grote bronzen letters 'ROOMSCH LEVEN' op de gevel, en later in de Wandelboslaan. In het gebouw van de Wandelboslaan heb ik met Sinterklaas suikergoed mogen ontvangen, georganiseerd door de uitgever.

Het pand in de Tuinstraat en de bijzondere belettering was een ontwerp uit 1926 van de bekende Tilburgse architect, Jan van der Valk. In dit pand hebben we afscheid genomen van oma, jouw moeder, toen ze overleed en daar lag opgebaard. 

De eerste prent van Cees Robben verscheen op 1 oktober 1953 in het weekblad Roomsch Leven. Cees Robben (*Tilburg, 30 mei 1909 + Tilburg, 15 februari 1988), was een in Tilburg geboren kunstenaar, die jaren in Goirle woonde.  Hij tekende het dagelijks leven van de gewone man in prenten, met daaronder een pakkende uitspraak geschreven in het Tilburgs dialect. Na 1 januari 1970 was de Prent te lezen in het Nieuwsblad van het Zuiden, het huidige "Brabants Dagblad". Cees Robben is vooral bekend bij de oudere mensen in Tilburg en omstreken, door zijn wekelijkse "Prent van de week", die elke vrijdag in het Nieuwsblad van het Zuiden verscheen. De Prenten van de Week hebben een geheel eigen gezicht. Zij vertellen het verhaal van de Tilburgers, uit alle lagen van de bevolking, met de kenmerkende overeenkomst dat ze allemaal hetzelfde Tilburgse dialect spreken. Robben plaatste de personages in de beslotenheid van de woonkamer, het café, de kerk of in de schoolklas. Zelfs na het verschijnen van de laatste Prent van de Week in de krant, zijn veel van de afbeeldingen nog steeds herkenbaar en actueel. Hij maakte de prenten met veel humor erin, bijvoorbeeld van het jongetje dat bij de slager komt: ‘Slachter, unne knook, mar nie te vet, aanders lust ons moeder ’m nie.’ De praktische levensles als een niet al te knap meisje tegen haar moeder zegt dat Driek haar het mooiste meisje van de hele buurt vindt, en wat ze daar nu mee aan moet. Waarop de moeder antwoordt: ‘Gaauw mee trouwen meske, vur dettie rond begient te kèèke…’ De wijsheid van de oude volksgezegdes die hij in leven hield: ‘Een aauw moonika mokt ook meziek, as ge mar speule kunt’, over de liefde op hogere leeftijd. En het trotse zelfbewustzijn: ‘As ge meej oewen èèremoei ginne raod wit… dan zèède nie werd degge’m het…’ Later heb ik zijn zoon Hans, uit zijn 2e huwelijk, als collega mogen ontmoeten. Mijn schoonmoeder en haar zus Riet hadden contact met schoondochter Wilma, partner van Bernard (oud-collega van Riet), en zoon uit zijn 1e huwelijk. Zo zie je maar weer hoe klein ons wereldje kan zijn.

Hieronder een foto van Cees Robben met een sigaret en twee omslagen van de elf prentenbuukskes.

Kees Koster is de initiatiefnemer van de Prent van de Week in het Roomsch leven. Cees Robben heeft dit later voortgezet. Kees Koster was een collega van mij in de zeventiger jaren vorige eeuw. Ik was middenkadertrainee en hij etaleur. Kees was zeer bekend, en bijna elk gezin in Tilburg of daarbuiten heeft wel een pentekening aan de muur hangen van Kees. Hij ontwierp ook souvenirbeeldjes van Zot Joke of een nieuwe versie van de Kruikenzeiker. De beeldjes en de pentekeningen werden verkocht bij Pierson in de Heuvelstraat. Regelmatig zat ik met Kees in de trein wanneer we naar V&D in Breda afreisden. Omdat we elkaar als collega kenden, raakten we vanzelf in gesprek. Op een dag nodigde hij mij uit om bij hem thuis zijn pentekeningen te gaan bekijken.

Hij was de initiatiefnemer, samen met nog drie vrouwelijke collega's van V&D tot de eerste vrijgezellenflat in Nederland. Kees haalde de inspiratie voor het idee uit zijn eigen leven. Als single moest hij vaak verhuizen en mocht eigenlijk alleen in pensions en hospita wonen. Je kan je voorstellen dat je dan gaat dromen van een woonplek waar je omringd bent met medesingle. Hij was niet de enige die dit wel zag zitten, want 1500 vrijgezelle Tilburgers meldden zich. Het was zo bijzonder dat de burgemeester én bisschop zelfs toestemming moesten geven voor de flat! De ‘vrijgezellenflat’ heet officieel Bonne Auberge.

Terug naar zijn uitnodiging, ik was 21 en hij 55 jaar oud. Ik had er geen zin in en heb de uitnodiging dan ook beleefd, maar vooral bescheiden afgewezen. Nu jaren later denk ik dat het van Kees goede bedoelingen waren, en van mij slechte gedachten. Kees is 93 jaar geworden.

 

Opening vrijgezellenflat 1961

Vrijgezellenflat op de hoek Trouwlaan-Oerlesestraat

 

Kees Koster


Geboorteakte

Cornelia Andrea Maria van Bavel

03-08-1918

Overlijdensakte

Cornelia Andrea Maria van Bavel

16-02-1987

Geboortehuis

Mam, je bent geboren op zaterdag 3 augustus 1918, om twaalf uur 's middags!

Geboren in de Akkerstraat nr. 64. Getuige was de oom van je vader Leonardus van Bavel, 65 jaar met als beroep herbergier. Zie ook het verhaal 'Herberg Den Rooden Haan Wilhelminapark'. De Akkerstraat is een straat in de wijk Sint-Anna Noord in Tilburg. Er staan 206 huizen in de straat. Dat is aanzienlijk meer dan in de meeste andere straten.

De huizen in de straat Akkerstraat hebben een gemiddeld bouwjaar van 1940 en zijn dus relatief oud.

Het recentst gebouwde huis stamt uit 2015. Nog vrij jong. De oudste woning in de straat Akkerstraat is 117 jaar oud en heeft als bouwjaar 1905. Het gemiddelde qua oppervlakte is 94 m2. De grootste woning in de straat is 322 m2. Het kleinste huis heeft een oppervlakte van 13 m2.

Je geboortehuis, mam, heeft een woonoppervlakte van 76 m2 en bevindt zich op een perceel met een oppervlakte van 151 m2. De woning is gebouwd in 1905, en is daarmee, zoals hierboven aangegeven, de oudste woning en dus 117 jaar oud. Op dinsdag 22 mei 1917 betrokken je ouders deze woning, hiervoor woonden ze in de Kloosterstraat nr. 26.

De oudste woning in de Kloosterstraat in het jaar 2021 is 187 jaar oud. Het bouwjaar betreft het jaar 1834. Het kleinste huis heeft een oppervlakte van 34 m2, wat relatief klein is.

In de Kloosterstraat werden geboren:

  1. Theodorus Johannes Cornelius Dionysius *09-10-1913 +16-11-1997
  2. Johannes Petrus Maria *11-09-1914 +27-01-1915, 4 maanden oud
  3. Cornelia Petronella Maria *27-08-1915 +27-07-1917, 11 maanden oud
  4. Joannes Franciscus Maria *28-01-1917 +14-02-1984

In de Akkerstraat werden geboren:

  1. Cornelia Andrea Maria *01-08-1918 +16-02-1987
  2. Nicolaas Leonardus Maria *18-01-1920 +14-05-1997
  3. Petrus Maria *21-10-1921 +10-12-1921, 1 maand oud
  4. Martinus Petrus Maria *27-12-1922 +09-01-1990

In van der Aastraat werd geboren:

  1. Dirk-Johan *29-08-1925 +19-07-1987

Daarna verhuisden jullie op 06-11-1923 naar Van Speijkstraat 45. Van Speijkstraat is gelegen in de Zeeheldenbuurt en hoort bij de wijk Oerle in de gemeente Tilburg. De woning, met een woonoppervlakte van 107 m2, is gebouwd in 1919.

Na een korte periode daar gewoond te hebben, vond er opnieuw een verhuizing plaats, op 28-02-1925. Nu een huis in van der Aastraat 24, wijk Groeseind-Hoefstraat. Het pand heeft een oppervlakte van 100m², perceeloppervlakte van 75m² met 3 kamers waarvan 2 slaapkamers.

 

 

Kloosterstraat anno 1927

Kloosterstraat 26, Tilburg anno 2022

Akkerstraat 64, Tilburg anno 2022

Van Speijkstraat  1924

Van Speijkstraat 1925

Van Speijkstraat 45 2022

31 januari 1802 was de geboortedatum van Jan Carel Josephus van Speyk in Amsterdam. Hij werd in 1830 belast met het commando van een kanonneerboot, waarmee hij deelnam aan het bombardement van Antwerpen. Dit vond plaats op 27-10-1830 in het kader van de Belgische Revolutie, een conflict tussen Nederland en België. Op 05-02-1831 voorkwam hij overgave van zijn schip door de lont in het kruit te steken en nagenoeg de hele bemanning en Van Speyk omkwamen. Van Speyk heeft de volgende kreet geuit: "Dan nog liever de lucht in". Koning Willem I besloot dat er altijd een schip zou zijn dat de naam Van Speyk zou hebben.

 

Van der Aastraat 1925

Op de voorgrond de Wagenaarstraat, met rechtsboven de Van der Aastraat

 

Van der Aastraat 24, Tilburg

anno 2022

 

De familie verhuisde op 16 augustus 1930 naar de Nijverstraat in de Theresiaparochie. Evenwijdig en ten westen van de Besterdring ligt deze rustige straat die de verbinding vormt tussen de Lange Nieuwstraat en de Veldhovenring. De lichtgebogen straat oogt als een doorsnee 'Tilburgse' straat: niet bijzonder breed en weinig opvallende woonhuizen die bovendien alle modieuze verbouwingstrends uit de voorgaande eeuw laten zien. Het is de Nijverstraat die omstreeks 1900 werd aangelegd. Het gezin Van Bavel woonde in een huurhuis van de St.-Joseph vereniging. De bouwvereniging die deze woningen liet bouwen in de Nijverstraat. De St.-Joseph vereniging was in 1913, als een initiatief van werknemers van de spoorwegwerkplaats, opgericht. Bouwvereniging St.-Joseph gaf in 1920 opdracht tot de bouw van een kleine wijk ten noorden van de Schaepmanstraat. Aan de Nijverstraat waren in deze wijk een aantal woningen te vinden. 

 

Nijverstraat 78 Gebr. Van Dijk Distilleerderij en wijnen

  • Basisonderwijs. School met de bijbel aan de Nijverstraat 42. In 1920 zaten op deze school 39 jongens en 35 meisjes. J. Bokhout (1864-) was toen hoofd van de school.

 

Nijverstraat 7


Helemaal rechts Marietje Kessels

Marietje Kessels

 

Ik heb je vroeger vaak horen praten over Maria (Marietje) Catharina Wilhelmina Kessels. Jij en je moeder waren onder de indruk van dit mysterie. Dit 10-jarig meisje werd namelijk in augustus 1900 gevonden op de zolder van de voormalige Noordhoekse kerk. Ze was verkracht en gewurgd.

Ze was woensdag 22 augustus 1900 op weg om een brief te posten en om de pianoles af te zeggen. Getuigen zeggen dat ze de Heilig Hartkerk werd ingelokt. Daar werd na twee dagen haar lichaam gevonden in het gewelf van de kerk, met sporen van verkrachting. Daar ligt het meisje, geheel ontkleed, achterover, het hoofd omlaag in de trechter van het verwulfsel – het zoldergewelf van de kerk. Precies zoals getuigen toen verklaard hebben. Maar het is nog veel erger, veel dichterbij. Zo gaat dat met een foto. En opeens besef je ook waarom het beeld zo schokt. Het komt niet zozeer door de zwarte kniekousen die herinneren aan 19e-eeuwse bordeelfoto's. En ook niet door het in elkaar gedraaide hemdje waarmee de hals is dichtgesnoerd. Het komt vooral omdat je Marietje al van een hele andere foto (zie hierboven) kent: als het meisje dat met haar zusjes en vader een tochtje gaat maken in de ezelkar, het kindje dat een beetje dromerig de wereld inkijkt, het gezicht omringd met zwarte krullen. Nu liggen die krullen plat weggeslagen naar achteren, het hoofd een doodshoofd.

Er waren verdachten: de schilder en de koster. De eerste had enkele kleren en een kerkboekje van Marietje in zijn bezit, naar zeggen gekregen van de laatste. De schilder kwam voor, maar werd vrijgesproken in hoger beroep. Deze misdaad, waarvan de koster van de kerk en een schilder de hoofdverdachten waren, veroorzaakte een schokgolf door de gemeenschap. Een dader is nooit gevonden.

Ik heb het boek 'Moordhoek' van Ed Schilders gekocht en gelezen. Hierin een reconstructie van deze moord, waarbij hij de toenmalige pastoor dr. George Zinnicq Bergmann als mogelijke dader aanwees. De r.-k. kerk zou onder leiding van het Vaticaan de zaak in de doofpot hebben gestopt, met hulp van de vader van Marietje die vreesde voor de nering van zijn fabriek in muziekinstrumenten en de werkgelegenheid van zijn mensen.

Jaren later ontmoet ik een nichtje van Marietje Kessels, Godelieve Stemmelaar-Kessels. Haar vader is de oudste broer van Marietje. Hij overleed in 1971, maar gaf Godelieve de opdracht mee de waarheid openbaar te maken als de tijd daarvoor rijp was. Dat de pastoor de schuldige is, wordt in haar verhaal uit de doeken gedaan. Ook in 1900 was het duidelijk wie de dader was, echter dit kon niet openbaar worden. Met die uitspraak zou de hele Roomse kerk terechtstaan!

Omdat het ons, drie generaties, heeft beziggehouden, heb ik aan Godelieve gevraagd haar boek 'De moord op Marietje Kessels' aan ons op te dragen.

 

Twee Vaticaanse gezanten bezochten na de moord, in opdracht van de paus, de vader van Marietje. De strategie was gericht op het beschermen van de belangen van de kerk en haar geestelijkheid. Die werden hoger geacht dan de belangen van de slachtoffers.

De twee Vaticaanse gezanten brachten het treffend onder woorden: 'Het zou niet de dader zijn die terecht zou staan, maar de hele Roomse kerk'.

 

Akte van overlijden Marietje

Wereldkroniek 21 juni 1902

Marietje Kessels

Godelieve Kessels

Graf pastoor

Graf Marietje

Noordhoekse kerk van bouwmeester Cuypers

Egbert Dekkers schilderde ondermeer de triomfboog in de Noordhoekse kerk in een 'visionair, onrustig, apocalyptisch genre', zoals een kunstcriticus bij deze foto in 1958 schreef

Graf commissaris van politie Caarls

Commissaris Caarls

Een plechtigheid in 1904

Het beruchte zijtorentje stort omlaag

Graf Marietje

Pastoor overleed in 1910 op 59-jarige leeftijd

Cees Koster (zie ook 'Het weekblad Het Roomsch leven') - lid van het actiecomité voor behoud van de kerk maakte een toepasselijke prent: de heiligbeelden van de kerk op de zuilen van het kerkhof van de Bredaseweg. Het was de lach met de traan. Symbolischer kan het bijna niet: op het kerkhof rusten ook Marietje Kessels en de bouwpastoor van de kerk George van Zinnicq Bergmann


Twee Wereldoorlogen

Ons vader is geboren in het jaar dat de Eerste Wereldoorlog begon, 1914. Jij, mijn moeder, bent geboren in het jaar van het einde van deze oorlog, 1918. Gezien jullie jonge leeftijd zullen jullie er weinig van mee hebben gekregen. De Tweede Wereldoorlog was voor jullie van grotere betekenis, zeker wat er gebeurde in de Theresiaparochie.

Februari 1945 viel er namelijk een bom uit een Duits vliegtuig. Deze bom kwam terecht in de Nijverstraat op het bedrijfsgebouw van Gebr. Van Dijk, drankenhandel. Bij Van Dijk had mijn opa later, beginjaren zestig, een koffietafel geregeld met het overlijden (28-01-1962) van mijn oma. De bom kwam door het dak van de flessenspoelerij, sloeg door de betonvloer en ontplofte in de wijnkelder.

Het was een wonder dat niemand gewond raakte, en zoon Bernard kwam met de schrik vrij. Toen de bom in de kelder explodeerde zat hij op de wc. In de Le Sage ten Broekstraat viel een volgende bom, in de dr. Mollerstraat en nog een in de Noord-Besterdstraat of de Hoefakkerstraat. Daar werd een vrouw getroffen, wat haar leven kostte.

Een ooggetuige vertelt het volgende relaas: 'Ik zat bij Bernard van Dijk in de klas op de Pius X-school en woonde met onze pa en ons moeder op het Schaepmanplein 17. Ik stond op die bewuste dag, ik denk rond twaalf uur, in de keuken bij ons moeder. Ik was net binnen van het buiten spelen, toen de bom viel in de dr. Mollerstraat. Bij ons vlak om de hoek. De klap zal ik nooit vergeten. Enkele jongens waren nog op straat aan het voetballen, Jan Goossens uit de H. Berkvensstraat was op slag dood. Hij lag op de hoek Schaepmanplein-Dr. Mollerstraat, bij de familie de Haas op het trottoir. Jan was onthoofd en werd snel onder een deken gelegd. Schuin daar tegenover lag, bij de familie Haans voor de deur, Rini Damen. Hij woonde in de dr. Mollerstraat. Moeder Haans heeft nog een kussen gehaald om onder zijn hoofd te leggen. Rini leefde nog en was goed aanspreekbaar, maar is diezelfde middag in het ziekenhuis overleden. Ik zie vader en moeder Damen nog thuis komen, een zwarte dag.

Er waren ook jongens die scherven in hun lichaam hadden gekregen. Gedode Engelse militairen, die op ons plein en in enkele straten ingekwartierd waren, werden met een jeep naar het ziekenhuis gebracht. Ik heb altijd horen vertellen, dat het een splinterbom is geweest, die door het Duitse vliegtuig was afgeworpen, omdat al die militairen met hun voertuigen in onze straten en op het plein stonden. De Duitse Luftwaffe maakte haar laatste verzet. Tot de sloop van de woningen in de dr. Mollerstraat, midden jaren tachtig, kon je nog altijd heel wat inslagen tellen in de huizen.

Of het toeval was, dit zullen we niet weten, maar de avond daarvoor hing er geruime tijd een lichtkogel boven het plein. De ingekwartierde Engelse soldaten vonden dit een veeg teken. De trieste gebeurtenissen op deze dag en de twee jongens Jan Goosens en Rini Damen zijn nooit vergeten. Ze waren pas 12 en 13 jaar jong. Drie maanden bevrijd en nog niet veilig!'

 

RK Begraafplaats Loven Lovensestraat 10 Tilburg

Johannes Goossens

*02-04-1932

+21-02-1945

12 jaar oud

 

RK Begraafplaats Loven Lovensestraat 10 Tilburg

Rinnij Damen

*09-05-1931

+21-02-1945

13 jaar oud

 


'Wie zijn doden eert is een man of vrouw van ere, zo iemand komt ere toe'

 

Dit is geschreven door Ome Niek op 16 juni 1990. Ik had hem laten weten dat ik een genealogisch onderzoek gestart ben naar familie Van Bavel. Het deed me deugd zo'n compliment in ontvangst te mogen nemen. Ik vroeg me af in hoeverre ik ook altijd voldoende aandacht besteed aan mijn naasten, de levenden onder ons, hou ik die ook in ere? Als je ouder wordt, lijkt het moeilijker te worden. Het schrijven over de doden is makkelijker voor mij, ik hoef geen negatieve reactie op social media of op een andere manier van hen te verwachten.

Mijn zus liet zich laatst ontvallen dat ik in onmin leef met mijn oudste broer. Er zou sprake zijn van een vertroebelde verhouding. Ik vind overigens het woord 'brouille' chiquer klinken, 'gebrouilleerd zijn met'. Op zijn Tilburgs kan ook: 'k- ha um te hoeste'. Zover wil ik echter niet gaan. Wanneer je voor kortere of voor langere tijd van iemand afstand neemt, is dit niet per se 'in onmin leven met elkaar'. Ik vind het eerder een kwestie van desinteresse. Ik leef met niemand in onmin, alleen wanneer mensen nauwelijks interesse in je hebben, dan ben ik er tegenwoordig ook klaar mee. Geen wrok, geen rancune, maar graag afstand. Grote ruzies is nooit de stijl van onze familie geweest. Soms bestaat er zoveel wrijving dat we elkaar enige tijd mijden.

Omdat ik nieuwsgierig van aard ben, ontmoet ik veel nieuwe mensen, en dan verdwijnen anderen meer naar de achtergrond. Mijn oudste broer was daar geen uitzondering in. Hij presteerde het om op de dag van mijn verjaardag de prioriteit te leggen bij deelname aan een concert, terwijl hij daar kond van deed op het moment dat het feest zo ongeveer begon.

Volgens mijn neef zijn we als familie hier bijzonder in. Ik betwijfel het zeer, het is normaal dat relaties of verhoudingen bekoelen. Mijn tante Joep had soortgelijke problemen met de familie in haar tijd, dus ik ga een stukje uit de brief van haar voorlezen.

 

 

Best, 16 juni 1990.

Hallo Resie, Hans + kleintjes,

Ik krabbel ook nog even wat. Jammer om deze kant onbeschreven te laten. Fijn dat het zo goed gaat met de kindjes. We komen zo gauw als het kan naar de lieve Kyra kijken, hoor! Dan brengen we wat foto's mee van de oude garde. Morgen gaan we een paar dagen naar Limburg, om er eens uit te zijn. Jullie weten dat mijn moeder nog in Best in het tehuis is. 94 jaar en dat vraagt van ons veel energie.

Beiden zijn we niet optimaal, ik vanwege mijn heup. In oktober word ik geopereerd. Oom Niek mist oom Tiny en is eigenlijk alleen over -09-01-1990 is ome Tiny overleden, ook broer Jan en Dirk zijn in de afgelopen jaren overleden. Mijn vader en moeder, zijn schoonbroer en zus leven ook niet meer. Hij heeft alleen nog zijn oudste broer Theo in Hulst-.

Laatst belde hij naar Hulst om het contact met zijn broer een beetje in stand te houden! Weet je wat zijn reactie was? 'Geef maar je telefoonnummer'. Daarna hebben we niets meer gehoord. Dat is dan je broer!

Dus uiteindelijk zijn we alleen!

Lieve vier, we komen zo gauw het kan.

Veel liefs

Tante Joep

Is in deze ome Theo de kwaaie peer? Als voorbeeld geef ik een reactie van ome Niek richting mijn moeder toen ze een snel opeenvolgend bezoek aan hem aflegde. Het was in de zeventiger jaren vorige eeuw, een tijd waarin nog geen mobieltje waarmee een app gestuurd kon worden. Men had wel een vaste telefoonlijn, maar de familie ging toch dikwijls op de bonnefooi op bezoek bij elkaar. Toen de familie uit Tilburg in Best arriveerde opende ome Niek de deur en zijn eerste opmerking was: 'Och Cor, je hebt toch geen abonnement hoop ik'.

 

En zo schreef mijn moeder in begin jaren tachtig vorige eeuw een sinterklaasgedicht waarin ze haar frustraties over de soms moeizame relatie met haar kinderen niet onder stoelen of banken stak:

 

Sint zei tegen Piet: 'Wat ben ik moe.'

En nu nog naar de van Brakels toe

Ja, ja Sint als ik daar luister aan de deuren

Beginnen die oudjes al aardig te zeuren!!!!

 

Maar zo'n groot huishouden op de dag van vandaag,

daar zit je af en toe ook mee in je maag.

En geluk hebben ze en dat is een bof,

ze kunnen veel hebben en schieten niet gauw uit hun slof.

 

Het zijn met zijn vieren soms vervelende klieren!!!

Ho, ho Sint, gaan we zitten mauwen?

Piet wil gauw op zijn lijstje gaan lauwen,

want wat zie ik een vragenlijstje voor een meisje.

 

Gelukkig zei Sint: 'Hier zijn we weer klaar',

Och, dat moet wel goed zijn, dit jaar.

En wat kan ons dat schelen, Piet we zien dat paar,

toch pas weer terug het volgend jaar!!!!!!

 

Sinterklaas

 

Als ik dit gedichtje terug lees, dan herken ik het moraliserend gedrag van mijn moeder weer. Jammer dat een zekere ontevredenheid zijn vertaalslag moet vinden in een sinterklaasgedicht. Het zou beter zijn om met elkaar gewoon in gesprek te gaan. Helaas, dat hebben we onszelf niet aangeleerd. Het is dan fijn om je je hiervan te distantiëren, ofwel los te maken. Je kunt er beter boven gaan staan, uiteindelijk is geen enkel mens perfect en hebben we allemaal onze tekortkomingen. Als we ons dit voldoende realiseren, is er weer genoeg ruimte om met elkaar samen te leven. Een laatste advies is om vooral vooraf verwachtingen te managen!

Helpt een formelere verhouding tot elkaar? Ik denk het niet, als voorbeeld een weergave van een reactie uit een ansichtkaart van een oom, in dit geval een broer van mijn oma, ome Nic, aan mijn vader en moeder. Ome Nic uit Waalwijk vraagt aan mijn vader een huishoudtrap te bestellen bij Mercx.

 

 

Aan de heer Th. van Brakel - van Bavel

Beatrixhof 28

Tilburg

 

 

 

Waalwijk, november 1963.

Beste familie,

Uw kaart zojuist ontvangen en wij hebben besloten de trap te nemen met 6 treden, prijs 25,37 gulden. Onze hartelijken dank voor Uw medewerking in deze. Hier is alles nog het oude, vele hartelijke groeten van ons allemaal. In afwachting, namens Jan en Trees.

Oom Nic

Mijn familie is waarschijnlijk het beste te typeren met een mooi citaat uit Mattheus passie: 'We setzen uns mit tränen nieder'. Ofwel, en dan wat minder eufemistisch uitgedrukt: 'Om te janken'. U zult denken in hoeverre hier ironie uitspreekt. Besef dan dat Anatole France schreef dat ironie het laatste stadium van teleurstelling is.

Terug naar mijn moeder, mijn moeders humor heeft het leven van haar en van degenen in haar naaste omgeving tot aangenaam gemaakt. Ze had weinig op met zwartkijkers. Dat waren in haar ogen meesters in het breken van heel veel eieren voor een mislukte omelet. Bij gebrek aan deze spreekwoordelijke eieren bleef voor haar maar een conclusie mogelijk ten aanzien van de pessimisten onder ons: tijd om te preppen voor de apocalyps. Mijn moeder kende toen de gevleugelde uitspraak nog niet van Martien Meijland, anders zou ze vast gezegd hebben: 'Mij niet bellen!'. Ze hield veel te veel van het leven om bijzaken te laten domineren. Ik dicht haar het adagium toe: 'Adem in.........adem uit'.

Ondanks deze mooie tijd in het verleden kan ik u melden dat op het moment dat ik op 25-jarige leeftijd in het huwelijk trad en het ouderlijk huis verliet, een gedachte bij me opkwam: 'Es ist gut daß es vorbei ist, der ganze Scheiß '. Mag u oordelen of het ironie is. Zoals u kunt zien, houd ik van zwartgallige humor.  Mijn nieuwe leven met Resie was het eigenlijk het moment om het leven in de afgelopen 25 jaren waarin ik continu in contact stond achter me te laten. Je raakt uit balans en het letterlijk en figuurlijk afstand nemen, kan heel inzichtelijk werken. Door geen contact met het thuisfront te hebben, ervaar je de leegte en voel je waar je behoefte aan hebt, wat je verlangens zijn. Ik heb hier niet voor gekozen en ging door met mijn moeder en haar gezin te faciliteren ten koste van mezelf.

 

Mijn moeder en ik tijdens haar 25-jarig huwelijksfeest

Daar zit dan de familie, plechtig aan de kop van de tafel geïnstalleerd. Ik legde met broer Theo het  complete zootje op foto vast.

Mijn moeder aan de telefoon met haar broer Tiny: gesprek duurde vaak meer dan een uur! In dit geval een geintje, mijn moeder had niemand aan de telefoon.

Maar voor het feest begon, eerst naar de kerk.

Mijn moeder zag het toen al niet meer zitten, haha.

Ik sluit af met een prachtige songtekst, geschreven en gecomponeerd door een broer van mijn moeder (zie pagina Songwriter Tiny van Bavel). Geschreven in de jaren vijftig vorige eeuw en vertolkt door zanger/cabaretier Harrie Verhoeven.

Het geeft mijn gemoedstoestand over mijn moedertje perfect weer.

 

MOEDER

Er zijn in 't leven van allerlei dingen,

Die van groot gewicht zijn in 's mensen bestaan;

Maar 't geen dat ik U in mijn lied ga bezingen,

Trekt juist door z'n simpelheid iedereen aan.

Want kijk in 't verleden eens terug vele jaren,

Dan zie je, haar grootheid bloeit steeds ongestoord,

Die schat blijft de menschheid in eere bewaren,

Het is de naam Moeder, zoo dikwijls gehoord.

 

Refrein:

Want zelden wordt ooit bij dat woord nagedacht,

Hoeveelheid goedheid en liefde zij ons heeft gebracht,

Die naam klinkt zo eerlijk, zo zuiver, oprecht,

't Is 't eerste wat stamelend de kindermond zegt.

 

Maar wordt zo'n kind ouder en het is achttien jaar

Dan denkt hij al heel wat en hij voelt zich een man;

En hij lacht eens, als ze spreekt van levensgevaren,

En meent dat ie 't nu heus alleen voort wel kan.

'n Goed woord van z'n moeder, ach, dat heeft hij niet nodig

Hij denkt, dat hij nu voortaan een kerel moet zijn.

Zo'n mens is antiek en haar woord overbodig,

En vind, haar in d'r denken bekrompen en klein.

 

Refrein:

Al word je ook ouder, toch blijf je haar kind,

Die jou nog altijd als haar jongen bemind.

Je begrijpt nog zo'n beetje van wat zij voor je doet

Dat waardeer je pas dan als je haar missen moet.

 

Maar als je dertig jaar oud bent zo gaat 't in het leven

Als jezelf eens getrouwd bent en je hebt ook 'n kind,

Dan denk je zo graag tussen beiden heel even,

Eens terug aan je moeder die ook jou heeft bemind,

O, kwam ze eens terug, voor een dagje, een morgen,

Dan kon je haar zeggen, dat je 't nu heusch wel weet,

Dat je nu pas begrijpt, al haar kommer en zorgen,

En dankbaar voor alles wat zij voor je deed.

 

Refrein:

Toon daarom je moeder, zoo lang 't nog gaat,

Misschien kom je straks met je woorden te laat,

Want meestal wordt zij dan pas juist gewaardeerd,

Als zij heen gegaan is en nooit wederkeert.

 

 

 

Lees verder over ons gezin op de pagina 'Mijn vader vrijwilliger Rode Kruis'.


Foto's


Maak jouw eigen website met JouwWeb