Gezinsblad 11 Van Bavel

Dirk en de Hitchcock van het Zuiden


Dirk Johan van Bavel

(*29-08-1925 +19-07-1987)

gehuwd met

Wilhelmina Maria van Brakel

(*22-07-1922 +14-04-2010)

 

Aankondiging huwelijk op 30-10-1951 in Het Nieuwsblad van het Zuiden van dinsdag 2 oktober 1951


Dirk Johan van Bavel

  • Geboren op 29 augustus 1925 - Tilburg, N.B., NLD Overleden op 19 juli 1987 - Tilburg, N.B. NLD. Huwelijk (met Wilhelmina Maria van Brakel) - Oisterwijk, N.B., NLD op 30 oktober 1951. Leeftijd bij overlijden: 61 jaar oud

 Ouders

 Relaties en kinderen

       Broers en zusters

      Beroep

      Aankoper van garen, winkelchef, vertegenwoordiger fotohandel

     Voorouders

     Johannes van Bavel 1858-1936

     Adriana Vermeer 1860-1929

     Cornelis Johannes van Gorcum 1851-1928

     Theodora Maria van de Leur 1850-1915

Mien met zoon Niek,

Rooseveltplein 40, Tilburg.

Dirk met dochter Marie-José,

Rooseveltplein 40, Tilburg.


Carrière van Dirk

Broer Jan was de fotograaf in het gezin Van Bavel, echter ome Dirk heeft er uiteindelijk zijn beroep van gemaakt. Dirk begon midden vorige eeuw bij Veldman. In 1910 begon de uit Gouda afkomstige Johannes Veldman een fotozaak op de Heuvel 22, later genoemd Heuvelring 61. In het begin adverteerde hij als Fotografisch Atelier Veldman, gespecialiseerd in fotografie, vergrotingen en fotoartikelen. Johannes overleed in 1947, waarna de zaak werd voortgezet door zijn zoon Gérard. Die stond te boek als Foto- en Kinohandel G.J. Veldman en was ook filmproducent, bekend onder de naam Parcival Filmbedrijf. Hij maakte onder meer de film 'Reizigers tegen wil en dank', over Nederlandse repatrianten na de Tweede Wereldoorlog (1946), en een reclameboodschap over een nieuwe portemonnee (Porto Quick), die deels op het Tilburgse treinstation werd opgenomen (1966). Gérard opende in 1965 een filiaal in de Juliana van Stolbergstraat 10 dat na de sloop van het winkelhuis op de Heuvel de enige vestiging in Tilburg werd. De zaak werd in 1971 opgeheven. In Breda was nog een filiaal aan het Brabantplein 12. Wie was Veldman?

Opgetuigde Heuvel ter gelegenheid van het huwelijk van prinses Juliana en prins Bernhard op 7 januari 1937. Het gehele plein, inclusief de lindeboom, is verlicht.

  • Optocht ter gelegenheid van de kroningsfeesten bij het 25-jarig jubileum van koningin Wilhelmina (1923-1924) deelnemers verzamelden zich op de Kromhout kazerne te Tilburg. Hier trekt de stoet over de Heuvel. op de achtergrond de firma Jan van Eijndhoven bouwmaterialen en sanitaire artikelen. links naast het luifel is de Veemarktstraat.

Optocht ter gelegenheid van de kroningsfeesten bij het 25-jarig jubileum van koningin Wilhelmina (1923-1924) deelnemers verzamelden zich op de Kromhout kazerne te Tilburg. Hier trekt de stoet over de Heuvel.

  • Nota van Fotografisch atelier" Veldman", Heuvel 22 voor de gemeente Tilburg

1955

1960

Nieuwsblad van het Zuiden 1955

1959

Gérard Veldman, een Brabantse 'filmpionier'

Het verhaal is van Joep Eijkens

Joep Eijkens (Tilburg, 1951) studeerde geschiedenis in Nijmegen. Hij was werkzaam als redacteur bij het Brabants Dagblad. 

Jarenlang heeft mevrouw Caroline Veldman-Giese (*08-10-1909 +18-03-2006) niet meer omgekeken naar al die paperassen en spullen uit de tijd toen haar man nog aan de weg timmerde als cineast en producent van talloze films. Het was eigenlijk door een telefoontje van een journalist 'of ze nog filmbeelden had van de H. Hartstoet' dat het verleden weer begon te trekken. Gérard en Caroline hadden o.a. de volgende kinderen:.

Een gesprek over de Brabantse 'filmpionier' Gérard Veldman (*12-06-1913 +22-04-1969). Soms is het niet meer duidelijk of het gesprek over mevrouw Veldman gaat of over haar overleden man, Gérard. Ze hebben ook zo intens samengeleefd. Sommigen dachten dan wel dat ze er was voor de lekkere koffie en verder voor de kinderen, maar die wisten niet wat er zich allemaal achter de schermen afspeelde van de firma. Die zagen niet dat de echtelieden 's avonds, als de fotowinkel op de Heuvel dicht was, nog hard aan het werk waren aan een filmopdracht. Die zagen niet hoe Gérard 's morgens vroeg in de auto stapte om een filmprojector te gaan verkopen aan een of andere missiecongregatie in den lande. Het is eigenlijk pas sinds twee jaar terug dat de 88-jarige weduwe er weer mee bezig is, met het levenswerk van haar man als pionier van de film in Brabant, zoals zij zegt. "Na zijn dood in 1969 hoefde het voor mij niet meer. Het was allemaal heel intens geweest, maar veel te kort. Jarenlang heb ik er niet meer naar gekeken, naar de foto's van toen, de prachtige recensies, de brieven."

De fotozaak van Gérard op de Heuvel in 1958

Veldman kocht een eigen studio 1960

Maar toen ze gebeld werd door een journalist die op zoek was naar oude filmbeelden over de H. Hartstoet in Tilburg, is ze alles toch weer eens voor de dag gaan halen. Bij onze eerste ontmoeting is de ordening van het archief nog niet klaar. Wel heeft ze alvast een soort levensschets van haar man op papier gezet. Nu ja, levensschets, de geboorte en dood ontbreken op de drie velletjes papier, het gaat meer om een beknopte samenvatting van een opmerkelijke carrière. Maar natuurlijk kan ze mondeling veel toelichten, en dat doet ze graag en uitvoerig. Heel af en toe valt nog op dat Duits haar moedertaal was. Wonderlijk dat er tachtigers zijn die zich nog zoveel kunnen herinneren. Het is een beetje het verhaal van een idealist die ten onder is gegaan aan zijn ideaal. Maar dat zijn niet haar woorden. Al laat ze zich op zeker moment ontvallen: "Als we dat filmen niet hadden gehad, waren we schatrijk geworden." En als je alleen al ziet hoe Gérard Veldman als jongeman van 25 jaar voor de Heuvelse kerk zijn chique automobiel laat inzegenen, dan geloof je haar meteen. Wie kon zich in 1938 de luxe van zo'n voertuig permitteren? Zie foto hieronder.

Tulpenrally, 1953. De foto werd genomen voor de zaak van Veldman op de Heuvel. V.l.n.r.: directeur Boevink van bandenfabriek Tyresoles, Gérard Veldman, Didier van Koekenberg en de chauffeur Van Boevink. (Coll. mevr. C. Veldman, Tilburg).

Gérard Veldman werd geboren in 1913, drie jaar nadat zijn vader aan de Heuvel een fotozaak had geopend. Al jong werd hij aangetrokken door het toen nog jonge fenomeen film. Hij zat bij de fraters op de Andreasschool toen hij begon te experimenteren met tekenfilmpjes: van Mickey Mousjes die in beweging kwamen bij het doorbladeren van zijn agenda. "Later werd zo'n tekenfilmpje gebruikt om een echte film in te leiden", vertelt mevrouw Veldman: Op een draaibare trommel getekend, trokken deze figuren een gordijn open. Daarachter kwam dan de gebeurtenis tevoorschijn die hij gefilmd had, zoals 'Ons huwelijk', 'Onze eerste baby' of 'Jan doet zijn eerste H. Communie'.

Tot zijn beste klanten hoorden in het begin Tilburgse fabrikantenfamilies. Dan filmde hij bijvoorbeeld 's morgens de huwelijksmis terwijl zijn vader de bruidsfoto's deed. Hij ontwikkelde zelf de films. En dan konden de mensen 's avonds bij het diner al de film zien. Dat was altijd een reuzensucces. Het duurde niet lang voordat Veldman, inmiddels overgestapt op 16 mm-camera's, diverse opdrachten kreeg in de commerciële sfeer.

Van voor de oorlog herinnert zijn vrouw zich onder meer films voor de Tilburgse Textieltentoonstelling in 1934 en de Tilburgse Middenstandstentoonstelling in 1936. Van de daaropvolgende jaren dateren diverse in opdracht gemaakte films, waaronder een verfilming van gedeeltes van een openluchtspel over Peerke Donders, en films over 'Tijdspassering in werkloosheid', het Tilburgse WitGele Kruis en de Meisjesbescherming. Mevrouw Veldman vertelt dat de laatstgenoemde films grotendeels live opgenomen waren. "Dat betekende wel dat er stukken in zaten die vanwege de privacy weg moesten. Dat filmoverschot werd van filmbeelden ontdaan en diende weer als aanloopband voor de huurfilms. Want inmiddels verkocht en verhuurde Veldman niet alleen filmprojectoren, maar had hij ook een filmverhuurbedrijf opgezet.

Gérard bij de camera voor zijn film over de meisjesbescherming. 

Vooraan links pa Veldman, Maas en Kuijsten, dir. VGZ.

Vaste klanten waren onder meer kostscholen, herstellingsoorden en internaten, zoals St.-Louis in Oudenbosch en De Ruwenberg in St.-Michielsgestel. Tot de spannendste films hoorden 'De knellende hand', 'Bloedgroep 4' en '1 was a spy'. Die laatste rolprent werd trouwens wel heel letterlijk een spannende film, zo blijkt uit de oorlogsherinneringen van mevrouw Veldman. 'Deutschfeindlich' Bij het uitbreken van de oorlog was Veldman als dienstplichtig militair gelegerd nabij de Maas. Na de capitulatie dook hij onder, keerde begin juni 1940 op tijd terug om de geboorte van zijn eerste kind mee te maken en dook weer onder, zo vertelt zijn vrouw.

Hij ging weer aan de slag met filmverhuur. Het ging goed tot die dag in juli 1942 toen hij een bevel kreeg om naar het hoofdkwartier van de Ortskommandant in Den Bosch te komen. Hij moest de film '1 was a spy' meebrengen. 

Mevrouw Veldman kan zich nog herinneren dat ze naar de Zusters Visitatie in de Zwijsenstraat is gegaan om te offeren en te vragen voor hem te bidden. "En onderweg naar Den Bosch zaten we ook vurig rozenhoedjes te bidden." Het verhoor op de Ortskommandantur verliep tergend langzaam. Hoe had Veldman het gewaagd om deze 'deutschfeindlichen' film te draaien? Zijn vrouw buitte haar Duitse afkomst en taal meteen uit en merkte op dat het alleen maar om een spannende film ging, zonder enige verdere bedoeling. Om een lang verhaal kort te houden: ze kwamen met de schrik vrij maar moesten de gewraakte film wel achterlaten.

Na de oorlog werd het filmen voor Veldman steeds belangrijker naast het runnen van de fotozaak op de Heuvel. Er was voortaan sprake van een filmbedrijf, luisterend naar de naam Brabantfilm en Brabant Filmverhuur. Dat Veldman met zijn tijd meeging en van vele markten thuis was, blijkt uit het feit dat hij in 1945 ook begon te werken met geluidsbanden. "Die maakte hij voor de 'Vofem'", aldus mevrouw Veldman. "Dat was een vereniging voor ouders en familie van emigranten. Op die geluidsband spraken familieleden de groeten en nieuwjaarswensen in en 'Vofem' zorgde er dan voor dat de band afgedraaid werd voor de emigranten in het buitenland." Nog datzelfde jaar kreeg Veldman van de afdeling Repatriëring van het ministerie van Sociale Zaken de opdracht om samen met een Haagse firma een film te maken over de problematiek van uit het buitenland terugkerende Nederlanders die voor het oorlogsgeweld gevlucht waren. Dat werd: 'Reizigers tegen wil en dank'. "In 1946 kwam het tweede deel uit", vertelt mevrouw Veldman. Ze ziet een duidelijk verband tussen het succes van deze film en diverse opdrachten die haar man in de daaropvolgende jaren kreeg in de commerciële en voorlichtende sfeer, onder meer voor het Polygoonjournaal, KRO en NCRV. Parcival Kon Veldman voor de productie eerder nog terugvallen op zijn eigen personeel van de Foto- en Filmhandel op de Heuvel, op den duur kwamen er zoveel opdrachten dat er apart personeel moest aangetrokken worden. Jos van Ostade en Didier van Koekenberg waren zijn belangrijkste medewerkers.

Begin jaren vijftig al veranderde het Tilburgse filmbedrijf van naam: van Brabantfilm naar het minder regionaal klinkende Parcivalfilm; begrijpelijk omdat men het toch vooral van opdrachten uit de Randstad moest hebben. Zowel die naamsverandering als de komst van nieuwe mensen zorgden voor veel wrijving onder de oudgedienden. Vooral toen bleek dat de nieuwkomers zo'n beetje sterallures kregen en de baas dachten te kunnen spelen over het voetvolk. Dat probleem speelde vooral bij speelfilms. Want ook aan dat moeilijke genre waagde Veldman zich. Hij was er zelfs al eind veertiger jaren mee begonnen.

Zijn vrouw herinnert zich met veel plezier hoe de eerste speelfilm gemaakt werd, een jeugdfilm: "Er kwam op zeker moment een pater uit Leiden die graag zijn boek 'De club van de zwarte panter' verfilmd wilde zien." Ze doelt op de franciscaan Raymond Van Sasse van IJsselt, directeur van een Don Bosco-huis in Leiden. "Er speelden ook jongens van dat huis mee. Die hebben bij ons een tijdje gelogeerd.

En wie moest ervoor zorgen? Caroline. En wie zal het betalen, zoete lieve Gerritje? Maar er werd zoveel gelachen dat we het niet graag hadden willen missen." De film kwam uit in 1950 en werd vooral in het katholieke kamp goed ontvangen. 'Geen praat, maar daad' kopte de Maasbode die daarmee aangaf dat het goed was dat ook de katholieken zelf jeugdfilms gingen maken. Andere kranten waren terughoudender of minder lovend. De ene recensent noemde de film 'geen onverdeeld succes', een ander sprak van 'een moedige poging tot een jeugdfilm', terwijl de gezaghebbende B.J. Bertina de benadering veel te ouderwets vond.

Veldman liet zich niet ontmoedigen en begon twee jaar later aan een nieuwe jeugdfilm, 'Het geheim van de Valckenhorst', opnieuw onder regie van pater Van Sasse van IJsselt. De film kreeg een betere pers. Maar daarna bleef het over Veldman  jarenlang stil op het speelfilmfront. Er moest geld verdiend worden in de opdrachtsfeer. Van de lange lijst die mevrouw Veldman opgesteld heeft, kunnen onder meer genoemd worden diverse edities van de Tulpenrally en de 'Politie Brabant Rit', een voorlichtingsfilm voor de Voedingsraad, documentaires over het wereldkampioenschap ploegen in Uppsala, de trekkerkampioenschappen in Franeker en over het Mariagenadeoord Beauraing.

De Hitchcock van het Zuiden

Bij het 50-jarig bestaan van de firma Veldman portretteerde een van de personeelsleden zijn directeur als een soort tweede Hitchcock (Coll. mevr. C. Veldman, Tilburg). bijdragen voor het tweewekelijks Journaal van de Christelijke Film Actie (Cefa), een instructiefilm over voetbalclub Noad, een 'breedbeeld'-kleurenfilm over de H. Hartstoet in Tilburg in 1959 en - datzelfde jaar nog - drie 'Bijbelse documentaires' opgenomen in Israël en Jordanië.

 

50-jarig bestaan van de firma Veldman

waarbij Gérard als een soort tweede Hitchcock geportretteerd door het personeel

Vermeldenswaardig is verder dat Veldman tussen de bedrijven door ook een stukje verandering in de ruimtelijke ordening van Tilburg heeft weten vast te leggen. Zo maakte hij filmopnamen van de afbraak van het oude station en het oude stadhuis en het heien van palen voor de nieuwe stadsschouwburg. Opmerkelijk moeten ook de beelden zijn geweest van zo'n honderd fietsers die voor gesloten overwegbomen de 'laatste gelijkvloerse' trein zagen passeren voordat Tilburg hoogspoor kreeg. Karikatuur In 1960 bestond het Tilburgse foto- en filmbedrijf vijftig jaar en dat werd flink gevierd. Op het bewaard gebleven feestprogramma staat de op zichzelf al vrij lijvige Veldman afgebeeld als karikatuur van Hitchcock. Het was een grap van het personeel in de fotozaak, maar wel een grap met een serieuze ondertoon. Mevrouw Veldman: "Men wilde daarmee zeggen: in het westen van het land kijken ze neer op wat we hier in het zuiden doen maar we hebben hier wel een eigen Hitchcock." Ja, er waren pogingen ondernomen om Veldman naar de Randstad te halen. "Maar mijn man wilde in het zuiden blijven. Hier zat zijn zaak. En daar moest ook het filmen van betaald worden." Het was ook in 1960 dat 'Parcival' weer aan een nieuwe jeugdfilm begon, ditmaal op 35 mm-formaat en in opdracht van de Cefa. 'Kwikkie' was de werktitel. Het Nieuwsblad van het Zuiden bracht het nieuws en plaatste er een foto bij van de gemoedelijk lachende Veldman tussen 'cameraman-regisseur' Van Koekenberg en regisseur Jef van der Heijden. "Filmen is altijd mijn hobby geweest", vertelt de dan 46-jarige Parcival-directeur tegen de verslaggever. "'Kwikkie' is onze eerste speelfilm die straks in bioscopen in binnen- en buitenland te zien zal zijn." Onder een andere titel - 'De laatste passagier' - ging de film op 6 april 1961 in première. In 1963 kwam 'Fietsen naar de Maan' van Jef van der Heijden uit. Het was de laatste speelfilm waar Veldman als producent bij betrokken was, aldus zijn weduwe.

Veldman had sinds eind vijftiger jaren een filmlaboratorium nabij café Dongewijk. Trianon was de naam. Daarnaast maakte hij ook diverse reclamespots. In 1966 maakte hij op het Tilburgse station een spotje voor een nieuw soort portemonnee, Porto Quick genaamd. (Coll. mevrouw C. Veldman, Tilburg). Gekocht werd een complex aan de Goirlesedijk in Hilvarenbeek. Het gebouw dat in 1958 nog dienst had gedaan als paviljoen van Kodak op de Wereldtentoonstelling in Brussel, kreeg de naam Hilvariastudio en was bedoeld om speelfilms op te nemen. Maar het liep allemaal anders. Mevrouw Veldman vertelt over de verkoop van de Hilvariastudio, de wegvallende opdrachten voor de Nederlandse Onderwijs Film en het vertrek van cameraman-regisseur Didier van Koekenberg: "Die werd weggekocht door de NCRV. Een zware slag voor mijn man, want het was zijn belangrijkste medewerker." Inmiddels was het filmlaboratorium nabij Dongewijk uitgebreid met een studio. Hier begon Veldman vanaf 1965 tv-spotjes op te nemen, onder meer voor 'Hunter Mode' en 'Bums dwarsgebakken'. De opbrengst was lang niet toereikend om Parcival draaiende te houden. De fotozaak zorgde nog altijd voor de meeste inkomsten. Een op den duur onhoudbare situatie. 

De Tilburgse filmproducent begon ook te sukkelen met zijn gezondheid. Maar hij bleef volhouden met onverwoestbaar optimisme. "Ik heb hem altijd moeten temperen", zegt zijn vrouw. "Maar dan zei hij weer: tegenslagen zijn er om te overwinnen dat hebben we toch altijd gedaan, Caroline?" Even worden de emoties haar te machtig, ze krijgt tranen in haar ogen. "Op dringend aanraden van onze dokter hebben we in 1968 'Trianon' verkocht. We zijn verhuisd naar een flat in de binnenstad. Het was de bedoeling dat we rustig de foto- en filmzaak voort zouden zetten in de Juliana van Stolbergstraat. Maar het heeft niet lang mogen duren. Mijn man is al op 22 april 1969 overleden."

Waar zijn eigenlijk alle films gebleven? Mevrouw Veldman weet het niet. Ze heeft wel gezien dat op het Tilburgse gemeentearchief nog wat filmmateriaal ligt, onder meer beelden van de H. Hartprocessie en Oranjefeesten. En er zullen misschien nog huwelijksfilms bewaard zijn door een of andere fabrikantenfamilie. Maar gezien de kwetsbaarheid van het materiaal zullen de meeste films op den duur wel voorgoed verloren gaan. "Ik probeer er in elk geval zoveel mogelijk nog van te achterhalen, misschien helpt dit artikel wel", zegt mevrouw Veldman. "Men heeft nog wel eens gevraagd om het firmalogo met de Parcivalridder te mogen overnemen, maar ik kon dit niet toestaan. Want deze naam is met mijn man verbonden."

 

Noot van de redactie: Na de dood van G. Veldman werd door gerechtsdeurwaarder F.W. de Zwart in zaal Pas Buiten een publieke verkoping gehouden van de volledige winkelvoorraden, winkel- en kantoorinventaris van Foto-Kino Veldman - Parcival Filmbedrijf, gevestigd Juliana van Stolbergstraat 10 in Tilburg, wegens faillissement. 

Het allerlaatste veilingkavel, nummer 400, betrof door Parcival Filmbedrijf van plm. 1954 tot en met 1967 gemaakte opnamen in kleur en zwart/wit over de stad Tilburg. Via het toen in Tilburg gevestigde A V-bedrijf Copirama zijn deze filmfragmenten in het bezit gekomen van het Gemeentearchief Tilburg, waar zich ook de veilingcatalogus bevindt (bibl. nr. 3288). Het betreft ruw ongemonteerd (geluidloos) materiaal dat kennelijk bedoeld was om er later een documentaire van te maken.


Het verhaal van Joep wordt verder aangevuld met de volgende informatie van Marie-José, dochter van Dirk van Bavel:

Toen ik geboren werd (28-05-1955), kreeg mijn vader enkele maanden daarna een heel zwaar auto-ongeluk in de Schermer. Schermer valt op dit moment onder de gemeente Alkmaar. Hij was toen samen met G.Veldman voor zaken onderweg. Ze zijn dwars door een caravan gereden. Mijn vader heeft toen in het ziekenhuis in Purmerend gelegen. Daar lag hij in de takels met zijn been. Zie foto hieronder.

Mijn moeder reisde daarnaartoe en Peter, zoon van ome Theo, vergezelde haar. Met me, als een pasgeboren baby in een doos, en mijn oudste broer Piet. Een ommelandse reis ofwel een reis met veel moeite en bezwaren; een lange, bezwaarlijke tocht. Als voorbeeld, naast het feit dat ze net bevallen was van een dochter, het verblijf in een pension dat aan een watertje lag waardoor moeder onze Piet aan een touw moest vastbinden ter voorkoming dat hij het water in zou lopen. Ze had daarom geen fijne herinneringen aan dat verblijf. Ik meen me wel te herinneren dat mevrouw Veldman haar met e.e.a. geholpen heeft. Hoe zwaar haar man gewond was weet ik niet.

Het Trianon en de Hilvaria studio’s herinner ik me wel: mijn vader nam ons daarnaartoe. We speelden dan met decorstukken. Die hadden we ook thuis:  het filmpje waar onze Niek in een blauw ballonbroekje in de tuin op het Rooseveltplein om een huisje loopt, laat zo’n decorstuk zien  (zie YouTube onder de naam van Hans van Brakel: 'Tilburgse familie in de jaren vijftig en zestig' of op de pagina van deze website 'Foto-/film- en audiorubriek'. Ook herinner ik me de truck (vrachtauto met open laadbak) uit de film Fikkie. Daar is ook een boek van. We hadden dat thuis maar je begrijpt, helaas allemaal weg.

De bestelbus met daarop Foto Kino Veldman was heel lang de enige auto op het Rooseveltplein.

En inderdaad: de oppassen Magda en Ria Glas. Dat waren 2 meisjes die bij Veldman werkten en vaak oppasten. Ze was de donkere van de twee en Magda is de blonde. Vader Glas werkte bij de politie.

Later kregen we van Jos van Ostade vaak allerlei singletjes. Hij schreef diverse liedjes, o.a.: 

  • Beste Bill, je bent te lang
  • Doejadoe
  • O, kijk nu
  • Hardstikke plat
  • Achter de horizon
  • Huilen is voor jou te laat (als parodie op het bekende lied van Corry Konings geschreven door Pierre Kartner)

We gingen daar zo nu en dan op bezoek. Jos is 7 december 1972 overleden, hij is slechts 43 jaar oud geworden.

Mijn vader was in de tijd dat hij voor Veldman werkte veel van huis. Hij bezocht heel wat kloosters, scholen ed. Mijn moeder was daar niet altijd blij mee. Jammer dat ik niet meer aan mijn moeder kan vragen hoe ze de relatie toen ervaren heeft met Veldman. Mijn herinneringen zijn daarover te vaag om er iets over te kunnen melden.

De familiefilmpjes uit die tijd zijn natuurlijk ook gemaakt door mijn vader omdat hij met zijn neus op die filmzaken zat. Iedere filmcamera ging mee naar huis om uit te proberen. Je moest de klanten tenslotte goed kunnen voorlichten.

Op 29-jarige leeftijd lag Dirk in Schermer in de kreukels

Ik vul het verhaal verder aan, waaruit blijkt dat de wereld vaak kleiner is dan we vaak denken.

Mijn oudste broer Walter heeft als vakantiehulp nog menig filmpje aan elkaar geplakt bij Veldman. Later ging ome Dirk werken bij Max Wolff aan de Spoorlaan. Rond 1960 werd het pand Spoorlaan nr. 6 verbouwd tot het moderne winkelpand van Max Wolff. Hij was radiohandelaar en verkocht volgens een grote lichtreclame op zijn gevel het merk 'Blaupunkt'.


31-07-1959

1956

1951

De Volkskrant 04-11-1963


In het begin van deze eeuw ontmoet ik Ria Glas op een feestje van familie Martin, familie van mijn vrouw, Resie Martin. Ria was een collega van mijn oom bij Veldman en paste regelmatig voor mijn neefjes en nichtje op, kinderen van ome Dirk en tante Mien. 'Ik heb ze nog in bad gedaan', zei ze met een grote smile op haar gezicht. 'Ik was de vaste oppas op Rooseveltplein 40, Dirk was mijn baas toen!' Ze vond het een hele mooie tijd. Ria was de oudste op een na. Het gezin kende vijf kinderen: Theo (artdirector +2019), Ria, Wies, Erna en Karin.

Deze foto maakte Ria Glas midden jaren zestig vorige eeuw van Resie, Marcel en Ruud Martin uit de Martinitorenstraat nr. 14 in Tilburg

Rooseveltplein 40 heeft een woonoppervlakte van 71 m2.  

Gebouwd in 1956.

Op deze foto staat rechts Ria Glas naast mijn schoonvader. 

Aan de linkerzijde een foto op de verjaardag van Lies Martin waar aanwezig in het midden Wies Glas (grote Wies), moeder van Theo, Ria, Wies (kleine Wies) Erna en Karin. Bij het overlijden van Lies Martin heeft Erna nog een woordje gedaan op de crematie.

Naast grote Wies (op de foto) links zoon Jelto en rechts zwager Ruud Martin.

Ria Glas op het communiefeest van Marie-José van Bavel

 

Theo Glas

In het poesiealbum staan de gedichten van Theo, Ria en Wiesje Glas, die in 1949 aan Lies Martin zijn geschreven.


Arbeidseinsatz

Dirk werd in de Tweede Wereldoorlog opgeroepen voor de 'Arbeidseinsatz', waarvoor weinig belangstelling bestond. Honderdduizenden Nederlanders werden verplicht in nazi-Duitsland tewerkgesteld. Ome Dirk zag kans onder te duiken en vond een veilig adres bij een boer in Leende Strijp. later, na de oorlog, werd er nog regelmatig een bezoek gebracht.

Dirk bleef daarmee gevrijwaard van het verwijt dat hij geen principiële keuze had gemaakt, en gehoorzaam was geweest aan de oproep van de bezetter om in Duitsland te gaan werken. 'Had je niet kunnen onderduiken?', was een veelgestelde vraag. En:'Je hoeft er niet trots te zijn dat je bent gegaan', kregen ze te horen. Onderduiken kwam pas echt op gang in de zomer van 1943, 300.000 mannen wisten een onderduikadres te vinden om aan de arbeidseinsatz te ontkomen, zoals Dirk. Niet iedereen lukte dit. Wie wel in nazi-Duitsland was gaan werken, kon na de oorlog worden uitgemaakt voor 'laf', 'landverrader' of 'collaborateur' - dat laatste werd gezegd over de mannen die in wapenfabrieken moest werken. Het Nationaal Instituut, dat de naoorlogse regering adviseerde, schilderde tewerkgestelden af als losgeslagen mannen, die weer in het gareel moesten worden gebracht in heropvoedingskampen.  Minister Drees zette een streep door dit plan. De tewerkgestelden vervielen in stilzwijgen, en bleven zich later in hun leven afvragen of ze niet te 'labbekakkerig' waren geweest door zich naar Duitsland te laten afvoeren.

Indonesische onafhankelijkheidsoorlog 1945-1949

Sergeant Dirk van Bavel aan de telefoon


In de 17e eeuw brachten Nederlandse kolonisten delen van het huidige Indonesië onder een regering onder de naam Nederlands-Indië. Op 17-08-1945 werd de onafhankelijkheid uitgeroepen door Soekarno. Nederland wilde dit verhinderen en stuurde 200.000 soldaten om de orde in de kolonie te herstellen. De bevolking moet bevrijd worden van de terreur. De werkelijkheid was anders en ze belanden in een vuile complexe oorlog. Er volgde een bloedige periode, de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog, waarbij vele duizenden mensen aan beide kanten omkwamen.

Op 27-12-1949 erkende Nederland de onafhankelijkheid van Indonesië en vond de soevereiniteitsconferentie plaats tijdens de rondetafelconferentie. Daarmee kwam er een einde aan de Nederlandse aanwezigheid in het hedendaags Indonesië.

Als ik lees dat de Minister van Oorlog op 16 januari 1950 als blijk van waardering een insigne uitreikt in verband met het overzees dienen bij het herstel van orde en vrede, dan heb ik daar op dit moment gemengde gevoelens bij. En dan druk ik me nog heel zacht uit. Ik kan het overigens ome Dirk niet kwalijk nemen (zie foto's hierboven). Het moet voor hem aangevoeld hebben als een jongensboek. In de bloei van zijn leven op avontuur. Achteraf praten is altijd makkelijk., ofwel 'van achteren kijk je een kont in de koe'.

 

Nieuwe Tilburgsche Courant 26-11-1949

Trouw 12-01-1995

Als de soldaten verslagen terugkeren gaan ze over op een massaal stilzwijgen. Pas in 2020 en 2022 volgen excuses van de kant van Nederland door respectievelijk de Koning en Mark Rutte als Minister-president.

In deze oorlog vielen er aan Indonesische zijde honderdduizenden doden en aan Nederlandse zijde zo'n 5000 militairen en duizenden burgerdoden. In de documentaire 'Indië verloren' spreekt Ben Bot, oud-minister van Buitenlandse Zaken zich uit over deze oorlog vanuit Nederland tegen de Indonesische onafhankelijkheidsstrijders. Hij maakt de vergelijking met de Russische invasie in Oekraïne, die begon op 24-02-2022. Wij spraken van een politionele actie, Rusland spreekt nu van een speciale militaire operatie.


Familie van Luyk

Ome Dirk was in de jaren zestig vorige eeuw bevriend met Dré van Luyk. Wie was hij, en wie was zijn familie? We beginnen met vader Adrianus Josephus van Luyk.

In 1920 begon de uit Heeze afkomstige Adrianus Josephus van Luyk op de hoek van de Schoolstraat en de Bredaseweg de Tilburgsche Band- en Veterfabriek. Het bedrijf was naast band en veters gespecialiseerd in de productie van onder meer koord, elastiek, jarretels, ceintuurs, bretels, sokhouders, breikatoen, maaswol en stopgarens. Hierbij werd ook het huismerk Tibavit op de markt gebracht. In 1924 en 1934 werd de fabriek door brand verwoest en weer opgebouwd. In 1962 betrok het bedrijf een nieuw onderkomen in de Beelaerts van Bloklandstraat. Daar werd de naamloze vennootschap A.J. van Luyk & Zoon Band- en Veterfabriek in 1976 opgeheven. Hieronder de gezinskaart van familie A. J. van Luyk van Horen.

In 1951 stierf plotseling de oprichter, A.J. van Luyk, op 56-jarige leeftijd. Vervolgens stapte Dré in de voetsporen van zijn vader tot het noodlottig ongeluk in 1970. 

Gezinskaart A.J. van Luyk

  • Interieur Tilburgsche Band- en Veterfabriek aan de Bredaseweg 9a.
  • Datering vanaf 07-05-1948

25-jarig jubileum A.J. van Luyk & Zn

 

Tegeltableau, opgebouwd uit 24 tegels, met vooraanzicht van Band- en Veterfabriek van A.J. Luijk en Zn. in Tilburg, en vier taferelen uit productieproces. Aangeboden door het personeel ter gelegenheid van het 25-jarig jubileum (1920-1945).


Anekdote

Dirk heeft in de jaren zestig vorig eeuw een enorm groot bankstel van vriend Dré overgenomen, en plaatste dit in zijn eigen huis Bieslookweg 184. Het bankstel stond ruim opgesteld in het herenhuis aan de Bredaseweg, echter beduidend minder ruim in de Bieslookweg. Tante Mien keek bezorgd, de draai door een aantal deurposten leek onmogelijk, maar het gemanoeuvreer in haar woonkamer leidde uiteindelijk tot enig resultaat. Maar daar was dan ook alles mee gezegd!


Indiëganger Jan van Luyk

  • Indiëganger. Jan van LUYK geboren Tilburg 26.11.1924, overleden Soenarskik, Java 21.6.1948), reserve luitenant 4-6 R.I., gesneuveld op Java in de nasleep van de eerste politionele actie.
  • Datering vanaf 1948

Nieuwe Tilburgsche Courant 25-6-1948: De 23-jarige Tilburger Jan van Luyk is op 21 juni 1948 gesneuveld te Soenarsik. / 1940-1945. 

Petrus (roepnaam Jan) wordt geboren op 26 november 1924 in Tilburg, waar hij voor zijn diensttijd het Sint-Odulphuslyceum bezoekt, en tussendoor werkt als band- en vetermaker. Als oorlogsvrijwilliger meldt hij zich in maart 1947 voor militaire dienst bij de Koninklijke Landmacht in Maastricht en wordt ingedeeld bij het 4-6 Regiment Infanterie.

Wegens het losgebarsten revolutionaire geweld van de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd wordt Jan voor de vervulling van zijn dienstverband naar Nederlands-Indië uitgezonden, om er bij te dragen aan het herstel van de rust en het Nederlandse gezag. Op 20 juni 1947 vertrekt hij met de Sloterdijk naar de Oost, waar hij na een zeereis van een kleine maand debarkeert in Batavia, nadat tussentijds de eindbestemming is gewijzigd (in eerste instantie zou de Sloterdijk aanmeren in Makassar op Celebes).

Na aankomst wordt Jan met zijn eenheid in een tentenkamp ondergebracht en ingezet voor wacht- en patrouillediensten. Enkele dagen later volgt verscheping naar Semarang aan de noordkust van Midden-Java. Vandaaruit voert Jan in de komende maanden vele patrouilles en zuiveringsacties uit in de omgeving, met name in de landen tussen Pekalongan en Tegal aan de kust, en de noordelijke flanken van de Slamet-vulkaan.

Op 21 juni 1948 komt Jan tijdens patrouille in Soenarsik om het leven als gevolg van een ongeval. Hij is 23 jaar geworden en vindt zijn laatste rustplaats op het Nederlands ereveld Candi in Semarang.


Tragische verkeersongelukken binnen de familie

Op 28 november 1970 is Dré verongelukt op zijn motor. Dit heeft Dirk erg aangegrepen. Hij was zijn grote vriend kwijt. In dit gezin zijn in totaal drie jongens vroegtijdig omgekomen: Dré en Paul door een verkeersongeluk en Jan, zoals hierboven weergegeven, is gesneuveld in de onafhankelijkheidsoorlog van Indonesië. Hieronder het bidprentje, rouwadvertenties en verdere berichtgeving in de krant.

Kerkhof parochie Korvel in de Laarstraat Tilburg


Woonadres Bredaseweg 286 

Gelegen in Tilburg ligt dit bijzondere en ruime herenhuis aan de Bredaseweg 286. De woning heeft een woonoppervlakte van 250 m2 en bevindt zich op een perceel met een oppervlakte van 306 m2. De woning is gebouwd in 1912 met 8 kamers, waarvan 2 badkamers. Het herenhuis is gelegen in de buurt Kromhoutpark. 


Brand bij Band- en veterfabriek A.J. van Luyk

35-jarig jubileum


De Vennenrijders


Radio-opname

In het verleden kreeg ik ook van mijn nichtje Marie-José een radio-opname van haar vader, mijn ome Dirk. Daarin doet ome Dirk het verzoek om het Tilburgs Lieke van Jo Hoogendoorn op de radio te laten horen, zodat hijzelf deze opname op een cassette kan plaatsen en aan zijn broerlief Theo kan geven. Ome Theo woont namelijk in Hulst en de radiozender reikt niet verder dan Tilburg, dus daarom! Voor degenen die het Tilburgs Lieke volledig willen horen heb ik onderstaande knop 'Tilburgs Lieke' toegevoegd.

 


Foto's

(in willekeurige volgorde)


Maak jouw eigen website met JouwWeb