Respect


In de vroege ochtend van zondag 28 januari 1962 is mijn oma overleden. Mijn vader had met een zwager in de nacht gewaakt. Voorbereidingen voor een gouden bruiloft waren al in gang gezet. De Nijverstraat was in diepe rouw. Met mijn zes jaar had ik twee oma's en een opa verloren. Jaren later stelde ik mijn moeder de vraag of het waar kon zijn dat iemand uit mijn klas kon pochen over zowel twee oma's als twee opa's. Ik had enkel een opa en een oma gekend. Mijn veronderstelling was dat mijn klasgenoot niet zo moest overdrijven. Het meest frustrerende was het feit dat ik oma's snoepschaal zou gaan missen. 

Solemnele uitvaart is op woensdag 31 januari 1962. Het bidprentje geeft aan een zeer plechtige uitvaart. Een mis met drie heren, wat over het algemeen betekende naast de priester, een diaken en een subdiaken. In geval van oma denk ik eerder naast de pastoor twee kapelaans. De mis is om half tien in de ochtend. Kolere, kan het niet iets later? En de 'heeren' worden om negen uur in de Nijverstraat verwacht. De dames kunnen voortijdig afreizen richting Theresiakerk. Ik mocht kiezen tussen de verjaardag van juffrouw Nijkamp of de begrafenis van oma. Ik koos voor mijn oma.

Gordijnen gingen bij ons dicht zolang oma boven aarde stond.

Vroeger was er veel ceremonie, en met heel veel respect. Oma ging liggend in een toen nog vol eiken kist (nu is alleen eiken fineer toegestaan) in een koets met paarden richting kerk, en na de mis richting kerkhof. De mannen sloten aan, en liepen achter de koets. Op de dag van de begrafenis bleven, vanaf het eerste moment, de mannen van de vrouwen gescheiden. Gescheiden samenkomen, gescheiden naar de kerk, in opstelling in de kerk op dezelfde manier gescheiden en de weg naar het kerkhof was alleen voor de mannen bestemd. De vrouwen mochten later op deze dag het kerkhof bezoeken. Tijdens de weg naar het kerkhof werd door de verkeersdeelnemers rekening gehouden met de stoet en bleef men stil staan voor elk kruispunt of oversteek. Het prentje is qua tekst weinigzeggend over de persoon zelf, en werd meer vanuit de kerk en dus vanuit het katholieke geloof vormgegeven. Zoals toen gebruikelijk: "Beminde echtgenoot, het doet mij leed dat ik u alleen moet achterlaten; wij hebben steeds samen onze kracht gevonden in de Goede God".

Het respect werd minder beleefd door mijn oudste neef Peter op het moment dat oma opgebaard lag. Hij vertelde dat oma, opgebaard in het uitvaartcentrum Roomsch Leven in de Tuinstraat 65, voordat de familie zou arriveren, hij als eerste naar oma zou gaan kijken hoe ze opgebaard lag. Terwijl hij aantrad, hoorde hij twee medewerkers tegen elkaar uitroepen 'waar ligt dat wijf van Van Bavel'?  Respectvol was dit niet, en Peter vond het nodig om de heren hier stevig over aan te spreken. Gelukkig is de rest van de familie dit tafereel bespaard gebleven, en Peter heeft de heren op tijd in de goede stand gekregen.

Bidprentje van oma

Tuinstaat 65, anno 2019

Het is al bijna 2024, 62 jaar geleden dat mijn oma is gestorven.

Regelmatig bezoek ik het graf van opa en oma, onvoorstelbaar, het bestaat nog steeds. Omdat er onvoldoende vrijwilligers zijn worden de graven niet meer geruimd na het aflopen van de grafrechten. Ze liggen op het kerkhof van Loven, net als mijn ouders, en net als de grootouders van mijn partner. Ik kom er graag om doordrongen te blijven van onze vergankelijkheid. Om stil te staan bij de dood. Mijn eigen dood, de dood van mijn geliefden, van iedereen die ik ooit heb ontmoet. Op een dag stoppen we allemaal met bestaan. Het kerkhof is een plek die rust geeft en als je een beetje het kerkhof afstruint kom je altijd wel weer een bekende tegen. Piet Maes die me als 17-jarige een baantje bezorgde bij de Stadsschouwburg. Wim van Bavel en zijn Riki, zie de pagina van 'Louis en Betsie Broekhovenseweg Tilburg'. Ik las laatst dat de beenderen van een mens in zandgrond na zo'n twintig jaren vergaan kunnen zijn, maar wat ook bestaat, is dat, dit pas na vele tientallen jaren later geschied, afhankelijk van het soort zand of klei, grootte en gewicht van de overledene, of iemand in de zomer of winter wordt begraven, de zuurgraad van de grond, de vochtigheid van de grond, afhankelijk van dikke of dunne kleding. Enkel een lijkschaduw blijft achter.

 

Halloween op begraafplaats

't Heike, Bredaseweg 45 Tilburg

De wetgever gaat ervan uit dat na een begraving van 10 jaar een lichaam helemaal geskeletteerd is. De belangrijkste grote botten zijn dan nog over.  Beenderen die bij het ruimen van een graf overblijven verdwijnen in een knekelput. Een knekelput of knekelgraf of bottenkuil is een verzamelgraf waar beenderen van overledenen in worden verzameld. Wanneer dit in een gebouw gebeurt, wordt gesproken van een ossuarium of knekelhuis.

Het is een intrusieve gedachte van mij om een schedeltje van opa of oma te willen hebben voor op de site table. Leuk met een waxinelichtje erin. De schedel van mijn vader of moeder gaat me dan weer net iets te ver. Maar wat dacht je van Halloween tegenwoordig, zie foto's hierboven.

We worden minimaal 1 meter diep begraven zodat wormen, pieren, kevers, et cetera er niet bij kunnen. Dat we opgevreten worden is dus een fabel. Het is een langzaam en waardig proces van het uiteenvallen van het materiaal.

Hieronder een aantal graven die we onlangs bezocht hebben.

 

opa en oma

vader en moeder

Essens

Gerardus en Pauline van Bavel

vorige bewoners Westpoint

van Vlugt van Bavel

vriendin moeder

Wim en Riki

zus van tante Jo

Piet Maes